Preek Doop van de Heer 2024
Deze zondag is het besluit van de Kersttijd. Wij lazen en luisterden naar het begin van de blijde boodschap in het oudste evangelie: van Marcus. In de Kerstnacht werden niet minder dan drie geboorteverhalen gelezen: Het begin van het Matteüsevangelie, het geboorteverhaal volgens Lucas, en de proloog van het Vierde Evangelie.
Zoals u weet is het evangelie volgens Matteüs niet het oudste. Het eerst geschreven evangelie het meest oorspronkelijke getuigenis van Jezus komst in onze wereld is dat volgens Marcus, en vandaag lezen wij de opening daarvan. Het evangelie volgens Marcus begint niet met een verhaal over Jezus kindsheid, zoals Matteüs en Lucas, ook niet met een geslachtslijst. En evenmin biedt Marcus een duizelingwekkende theologie zoals Johannes dat durft in zijn proloog. Toch is zijn opening markant te noemen. Marcus opent als met een klaroenstoot: “Begin van de blijde boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God.” Bij Matteüs komt die uitspraak pas als een conclusie helemaal op het einde, als Jezus aan het kruis de geest heeft gegeven roept de heidense honderdman uit: “Waarlijk, Hij was een Zoon van God.” Wat in het evangelie volgens Matteüs de slotconclusie van de mensen is, vormt bij Marcus het punt an vertrek, het geeft de inhoud en betekenis aan van wat volgt. Zowel Johannes als de synoptici wijzen op de belangrijke rol die Johannes de Doper speelt, en op de betekenis van het doopsel dat Jezus wenst te ondergaan, en waarmee zijn openbare leven een aanvang neemt. Jezus treedt de geschiedenis van zijn volk binnen als Messias, maar heel anders dan verwacht, niet met macht en majesteit, maar verborgen en bescheiden. Hij wordt aangekondigd en aangewezen door Johannes de Doper, die als Elia, en in overeenstemming met Jesaja, de mensen oproept zich tot God te bekeren. En bij zijn aantreden, als Jezus uit het water komt ziet Hij de hemel openscheuren, daalt de Geest over Hem neer, en hoort Hij de stem uit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, mijn Veelgeliefde, in U heb ik welbehagen. Later bij de Gedaanteverandering op de berg, wordt uitdrukkelijk gezegd dat de leerlingen de stem uit de wolk horen, hier is het misschien alleen Jezus die dit verneemt. Maar de tekst van het evangelie maakt ieder hoorder tot deelgenoot. Door dit getuigenis van het evangelie zijn wij alle mede-hoorders. Getuigen van de stem van de Vader die zich uitspreekt over zijn Zoon, en aanduidt wie Hij is. In de gedaante van een duif wijst de H. Geest, verpersoonlijking van de liefde van de Vader voor de Zoon en van de Zoon voor de Vader Jezus aan. De Duif brengt ons helemaal terug naar bij het begin van de schepping, toen de Geest over de wateren zweefde. Hier daalt Hij neer over Jezus, de nieuwe Adam, bij de schepping van een nieuwe mensheid. Hemel en aarde ontmoeten elkaar, raken aan elkaar. De doop in de Jordaan luidt een nieuwe werkelijkheid in. Jezus wordt in het water van de Jordaan ondergedompeld en stijgt daarna uit het water op, zoals hij straks de dood in zal gaan en uit het graf zal herrijzen. In de dood en de verrijzenis van de Zoon van God, de Welbeminde, vindt het doopsel zijn volle betekenis en wordt de ritus van Johannes de Doper tot een sacrament, teken en bewerker van goddelijk leven. Hier in de Jordaan tijdens de doop van Christus openbaart God voor de eerste keer het mysterie van zijn Wezen: het is de enige uitdrukkelijke openbaring van de Heilige Drievuldigheid in de Heilige Schrift. Ook de goddelijke natuur van Jezus als de Zoon wordt hier aan het licht gebracht, als Zoon van de Vader. Hij heeft onze menselijke, sterfelijke natuur aangenomen, Hij is afgedaald tot onze nederige staat om ons te verlossen en eveneens kinderen van God te maken.
Dat is wat het evangelie van Marcus, in de taal van zijn tijd, in beelden die voor zijn tijdgenoten beter verstaanbaar waren dan voor ons na 20 eeuwen en in een heel andere cultuur, vertelt. Het goede nieuws dat ons in Jezus geopenbaard wordt dat ieder mens een geliefd kind van God is. Dat hier de hemel opengaat is een groot openbaringsgebeuren. Hebben de omstanders dit begrepen? Waarschijnlijk pas veel later. Dringt de boodschap tot ons door? Zusters en broeders proberen wij het te begrijpen en bidden wij om dit te kunnen doen. Wat hier gebeurt, het mysterie dat Jezus afdaalt in het water, en dat de stem van de Vader weerklinkt, gebeurt ter wille van ons. Jezus is mens geworden en heeft zich laten dopen, opdat voor ons de hemel opengaat en de Vader tegen ieder van ons zegt: “Jij bent mijn zoon, mijn dochter, in jou heb Ik welbehagen.” Wij zijn allen opgenomen in zijn stamboom door het sacrament van het heilig doopsel in de ene Kerk van Christus die onze moeder is. Wat heeft die kerk daar nu mee te maken, zullen sommigen misschien denken. De kerk is niet geliefd in onze tijd. Wel Jezus, niet het instituut, kun je dikwijls horen. Maar wij kennen Jezus enkel door de gemeenschap die zijn woorden bewaart en overleeft, die zijn gedachtenis levend houdt. Het is een gemeenschap die bestaat uit zwakke mensen, en daardoor heeft zij fouten en gebreken. Lieve mensen, kan het anders? Misschien hebben wij het getroffen en zijn wij geboren en opgegroeid in een gelukkig gezin, maar zelfs als onze ouders heiligen waren, dan zullen zij niet zonder fouten zijn geweest, zonder menselijke hebbelijkheden en gevoeligheden. Als het goed is houden wij daarom niet minder van hen. Misschien juist meer. Laten wij dan ook de kerkelijke gemeenschap niet weggooien of veroordelen, maar er van harte van houden, haar hooghouden en waarderen. Zij brengt ons bij Jezus, zij spreekt ons over Jezus, zij houdt het verhaal levend, dank zij haar staan wij in de levensstroom van de Jordaan en ontvangen wij de heiligende werking van Gods Geest, en mogen wij ons kinderen weten van God. Danken wij daarom God, en vieren wij deze eucharistie in eenheid met alle mensen van Gods welbehagen.
br. Gerard Mathijsen osb
Doop van de Heer 7 januari 2024; Jes. 55, 1-11; 1 Joh.5, 1-9; Mc. 1, 7-11