Het stadje voor de vlinders
“Vlinders in een tuin moet je zien als mensen in een stadje. Aan de hand van de verschillende gebouwen, pleinen en parken weet je waar je bent. Dat geldt ook voor vlinders in een tuin. Ze houden van herkenningspunten, hoge planten, lage planten, planten om in te wonen en eitjes te leggen en planten om te eten. Ze houden van diversiteit. Niet van nieuwbouwwijken waar alles er precies hetzelfde uitziet.”
– broeder Frans Melkert –
In 1964 begon broeder Frans Melkert met de aanleg van wat zou uitgroeien tot een indrukwekkende vlindertuin. Deze tuin ligt binnen het besloten deel van het abdijterrein. Insecten en vooral vlinders hebben behoefte aan een grote variatie in het landschap, zoals structuurelementen ter oriëntatie, nectarplanten voor voeding, waardplanten voor de rups en bescherming van de poppen. Door toenemende leeftijd was het steeds moeilijker om deze tuin goed te onderhouden en raakte deze tuin verwaarloosd.
Vlinders kunnen mooi zijn, maar zijn bovenal ook nuttig. Ze zorgen voor de bestuiving van planten. Door hun lange roltong kunnen zij andere bloemen bestuiven dan bijvoorbeeld bijen. Als rups en pop zijn ze waardevol voedsel voor andere dieren. Het aantal vlinders en de hoeveelheid verschillende soorten zijn een graadmeter voor de vitaliteit van de natuur.
In 2011 is besloten om ook bezoekers de gelegenheid te geven om te genieten en te leren van vlinders. Daartoe is in het openbare deel van de abdijtuin een nieuwe vlindertuin aangelegd. Het markante historische gebouwtje dat vroeger een smederij was, vormt een mooi achtergronddecor van deze tuin. In deze tuin maakt de bezoeker kennis met de verschillende vlinders, bloemen en waardplanten die zij nodig hebben om te kunnen leven en zich te kunnen voortplanten.
De vlindertuin bestaat uit 2 onderdelen: een “heem” tuin, die wordt beheerd door vrijwilligers van de IVN en een “gecultiveerde” tuin met nectarrijke planten, die wordt beheerd door vrijwilligers van de tuinwerkgroep. De beide tuinen vormen een mooie aanvulling op elkaar; In de heemtuin overheerst het “graslandschap”, dat “verarmd” wordt door het maaisel regelmatig te verwijderen. In het midden is een kleine poel.
Begin 2017 zijn er zaden van een bloemenmengsel gestrooid waardoor een gevarieerde vegetatie is ontstaan. De biotoop trekt schrale graslandvlinders aan, zoals Bruin Zandoogje, Icarusblauwtje en Kleine Parelmoervlinder. De gecultiveerde tuin is in de winter van 2016/2017 door de tuinvrijwilligers helemaal gerenoveerd. De bodem is verrijkt met compost en er is een grotere variëteit aan planten geplant. De tuin heeft een evenwichtiger uitstraling gekregen en sluit beter aan op de naastgelegen heemtuin. Naast nectarrijke planten zijn ook diverse waardplanten geplant en zijn er windluwe plekjes gecreëerd. Je treft er Citroenvlinders, Dagpauwoog, Atalanta, Kleine Vos en soms een Kolibrievlinder aan.
de gehakkelde aurelia (Polygonia c-album)
Door gericht onderhoud zorgen onze tuinvrijwilligers ervoor dat de tuin er aantrekkelijk en verzorgd uit blijft zien en bovenal een thuis biedt voor de verschillende levensstadia van vlinders.