Preek 28 april 2024
DE BRUGGENBOUWER
De kerk en ook de samenleving heeft een buiten- en een binnenkant. En die twee staan niet los van elkaar. We zien dat bij de kabinetsformering. Niet alleen bepaalt het innerlijk programma van de partijen hun stellingname bij het zoeken naar beleidsvormen, maar het laat ook zijn sporen na in hun optreden in de publieke buitenwereld. Dat patroon laat zich ook in de kerk aanwijzen.
In de eerste lezing zien wij vandaag dat het er in de jonge kerk ook niet altijd vredig en genuanceerd aan toeging. Het was dus vroeger, ook in het prille begin, niet allemaal beter dan nu. We moeten ons hoeden voor al te naïeve of simplistische opvattingen, want die zorgen mogelijk voor schuldgevoelens of heiligverklaringen die niet terecht zijn.
Van die episode in Jerusalem valt veel te leren. Paulus die kort tevoren een felle tegenstander van de leerlingen en volgelingen van Jezus was, is door een ingrijpende ervaring van tegenstander tot voorstander en medestander geworden. Zoiets kan gebeuren en soms bidden wij er zelfs voor. Maar als het dan gebeurt, hoe vaak hebben wij dan niet twijfels of het wel echt is en zijn of blijven we wantrouwig. Nu is het niet verkeerd om op je hoede te zijn en je verstand te gebruiken, maar wie de deur dichtslaat voor een verzoenend of verwelkomend gebaar, maakt leven en groei onmogelijk. Wij maken in het leven allemaal wel eens fouten, begaan een misstap of vergissingen, schatten zaken anders in, missen op een zeker moment het juiste oordeel, en dan is het van groot belang elkaar daar niet op vast te pinnen, maar een kans te geven tot lering en herstel, tot omkeer en een nieuw begin. Maar dat blijkt soms niet zo eenvoudig. We zien het vandaag in het geval van Paulus gebeuren. Hij mag nog van zoveel goede wil zijn, de anderen zijn bang voor hem en durven het niet geloven. Maar angst is een slechte raadgever, die vertroebelt of vernauwt de blik en dan wordt een open gesprek, een echte ontmoeting moeilijk, zo niet onmogelijk. Dan moet je al een mens als Barnabas hebben, die Paulus goed, ja beter kent, die weet wat hij heeft doorgemaakt, en die in staat is het ijs tussen de partijen te breken. Dat simpele gebaar van Barnabas is als een steen in een vijver, want wie kon vermoeden dat dit heel menselijke gebaar van vertrouwen geven en vragen zou uitgroeien tot een ongekend vruchtbare arbeid van Paulus in de opbouw van de kerk. Het mag ons ervan overtuigen dat geen gebaar te klein is als het gaat om opbouw van relaties, vertrouwen en gemeenschap, in kerk en samenleving, in gezin en communiteit. Zoek het niet te ver of te hoog, misschien ligt de kans tot heling en verzoening, tot groei en vrucht dragen dichterbij dan je denkt. Investeer in ontmoeting, in dialoog en niet in confrontatie die enkel leidt tot het optrekken van nog hogere muren. Dat geldt voor alle segmenten in kerk en samenleving.
We hadden het over buiten- en binnenkant. De buitenkant was hier een situatie van kortgeleden mensen vervolgen, mensen van hun vrijheid beroven. Buitenkant was ook mensen die leden onder bedreiging en vervolging. Binnenkant was innerlijke bekering aan de ene kant en angst en wantrouwen aan de ander kant. Buitenkant was ook een Barnabas die Paulus van nabij had meegemaakt, met als binnenkant een Barnabas die een man van geloof en vertrouwen was. En hij, Barnabas, schenkt vertrouwen aan Paulus en aan de leerlingen, hij nodigt ook uit tot vertrouwen en tot een open ontmoeting, want alleen zo kun je muren slechten en mensen winnen. Luisteren naar het hele verhaal van beide kanten, niet veroordelend maar open en ontvankelijk voor het werken van de Geest. Het leidt, zo hoorden we, tot een geregelde omgang tussen Paulus en de leerlingen, tot een ommekeer in hun relatie, tot het begin van een wereldwijde missie.
Maar daarmee is dan wel de lucht geklaard tussen Paulus en de jonge gemeente, maar er blijkt nog een andere partij te zijn. Paulus sprak en disputeerde met de Hellenisten. Dat gesprek liep hoog op en meer dan dat. Vermoedelijk zijn die hellenisten de groep Joden waar Paulus voor zijn bekering bij hoorde. Joden uit de diaspora die in Jerusalem hun eigen synagoge hadden. Paulus die zo kortgeleden nog een fervent lid van hun gemeenschap was, stoot in zijn gesprek met hen op fel verzet. Men beschouwt hem als een verrader en, scherpslijper als hij zelf eerder was, krijgt hij nu de volle laag van zijn vroegere geloofsgenoten. Zij beramen zelfs een aanslag op hem. Dat die niet slaagt is te danken aan de christengelovigen die hem overhaast de stad uitsmokkelen. Een tragisch gebeuren, Paulus had het ongetwijfeld graag anders gezien. Hij had ze willen winnen voor Christus, maar het tegendeel gebeurde. Had hij er zelf schuld aan? Was hij in zijn ijver te fel geweest zoals hij het voordien was geweest voor de leerlingen van Jezus, die hij vervolgd had? Was er bij zijn geloofsgenoten sprake van onbegrip, onwil of onvermogen? Wie zal het zeggen. Éen ding moge duidelijk zijn: in geloofszaken gaat het niet om het hebben van gelijk, maar om het respectvol naar elkaar luisteren en het samen zoeken naar de waarheid. Daar zou Paulus misschien nog kunnen leren van Barnabas, die een voorbeeldige bruggenbouwer is. Leren onderscheiden en geduld hebben met elkaar in openheid voor de Geest vergt ook evangelisatie van eigen karakter en temperament. Het is een oud verhaal, maar het is helaas nog aan de orde van de dag. In de kerk, in de interreligieuze dialoog en in het samenleven in groot en klein verband.
Verschillen en moeilijkheden, wij kennen ze allemaal. Zij kunnen niet alleen worden gelezen als onrust of gevaren, maar ook als kansen. Kansen om met elkaar in gesprek te gaan om wegen te bewandelen naar verstaan, begrip en leven voor en met elkaar.
Luisterend leven, het is het hart van het synodaal proces, het is hart van ons leven als mens, het is het hart van Jezus’ leven. Luisterend naar het stille spreken van de Vader die leven geven wil, luisterend naar allen die hij ontmoette opdat ons aller leven vrucht zou dragen van actieve goedheid en wederzijds vertrouwen, God ter eer en allen tot zegen. AMEN.
Abt Thijs Ketelaars.
BPa5 2024 Hand. 9,26-38 1Joh. 3,18-24 Joh. 15,1-8