Preek 1e advent zondag 2023
In de eucharistieviering raken hemel en aarde elkaar aan. In een Oosters orthodoxe viering is er veel dat die mystieke sfeer oproept, in onze liturgie is het wat nuchterder, maar de Heer en zijn H. Geest zijn ook hier werkzaam aanwezig. Dat mogen wij vieren, daarmee mogen wij ons voeden. We bieden Jezus’ verlossingswerk aan de hemelse Vader aan, en ontvangen in de eucharistische gaven deel aan zijn leven. En in de woorddienst vieren wij de nabijheid van de Heer in zijn Woord, die ons aanspreekt, die naar ons toekomt.
Op deze eerste zondag van de advent opent een nieuw kerkelijke jaar en begint onze voorbereiding op het feest van de Geboorte van Jezus. Wij bereiden ons voor op zijn komst, wij kijken ernaar uit. Herinnering en verwachting. Natuurlijk: die geboorte was 2000 jaar geleden, maar de liturgie richt ons vizier ook op zijn wederkomst, de definitieve doorbraak van het Godsrijk in onze aardse geschiedenis.
Daarover spreekt het evangelie vandaag. We hoorden het einde van de laatste toespraak van Jezus in zijn openbare leven, vlak voor zijn heilig lijden en zijn kruisdood. Met de keuze van deze tekst plaatst de liturgie de advent in het grote perspectief van de heilsgeschiedenis. Met Kerstmis zullen wij de geboorte vieren van het goddelijk kind in de intimiteit van de grot van Bethlehem, in stilte en de verborgenheid van de nacht, niet alleen als herinnering maar ook om die in zijn nieuwheid te ontvangen, en in deze tijd van voorbereiding ziet de liturgie ook uit naar die nieuwe komst, zijn wederkomst in heerlijkheid, voor het oog van alle mensen. Wij bereiden ons voor op die jongste dag, die zo onvoorstelbaar ver weg lijkt, maar waarvan de komst toch een geloofszekerheid is. De tekenen die het Evangelie beschrijft: aardschokken, tsunami’s van watermassa’s, opgejaagde volkeren, uitzichtloosheid, ontheemding, ondergang van ontelbaren: op vele plaatsen in de wereld is het rauwe werkelijkheid, en ik denk dat velen overtuigd zijn dat de wereld echt op een breukvlak staat. Wij leven in een broze wereld, met een onzekere toekomst, op allerlei manieren kunnen wij proberen ons in te dekken, onze voorzorgen nemen, maar zonder in paniek te raken is het goed om de voorzegging van de Heer niet te veronachtzamen. Het evangelie zegt ons: “zorgt ervoor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen van het leven. Blijf te allen tijde waakzaam en bid dat u de kracht zult hebben om te ontkomen aan alles wat er gaat gebeuren, en rechtop te staan voor de Mensenzoon.”
Maken deze woorden ons bang, of steken zij juist een hart onder de riem? Bemoedigt Jezus ons en neemt Hij onze zorgen weg? En wat zou Jezus bedoelen met waakzaamheid? Daarover kun je wijze woorden lezen bij Jan van Ruusbroec, de grote contemplatief en mystieke schrijver uit de 14e eeuw. Gisteren, 2 december was het zijn gedachtenis. In zijn meesterwerk: `De geestelijke bruiloft’ geeft hij drie elementen van wat waakzaamheid is:
- Aandacht voor de aanwezigheid van Gods genade die werkzaam is in onze ziel, want God is inniger in ons binnenste aanwezig dan wij zelf zijn.
- Toeleg om onze geest vrij te maken van ongepaste beelden, en ons hart van zorgen en gehechtheden die ons verwijderd houden van de diepere laag van ons bestaan, en wij aan de oppervlakte blijven, vluchtig, futiel.
- Het richten van heel ons hart en verlangen op de komst van Gods Rijk, Hem willen ontmoeten.
In deze advent kunnen wij ons voordeel doen met deze wijsheid, deze goede raad. Allereerst: wat een troost, te weten dat God naar ons toekomt, dat Hij op zoek is naar ons, dat Hij in ons leven werkzaam aanwezig is.
Om daarvoor open te staan gooien wij overboord wat ons belet om zijn genade te ervaren en wat die werking hindert: ongepaste beelden, overbodige zorgen, gehechtheid aan tijdelijke dingen.
Onze kerstviering, heel deze tijd is doorgaans helaas vooral vol van de buitenkant, van overbodige dingen die ons afleiden van het wezenlijke. Te weinig hebben oog voor waar het om gaat: dat God binnenkomt in onze wereld, dat Jezus ons door woord en sacrament deel geeft aan het kindschap Gods. Dierbare mensen, door uw aanwezigheid en uw meevieren geeft u blijk dat u daarvoor open wilt staan. In onze viering is de Heer zelf aanwezig met zijn genezing en zijn bemoediging. Mogen onze aardse zorgen niet verhinderen dat zijn Geest helend en heiligend onder ons aanwezig is en ons tot dankbare mensen maakt die God prijzen om zijn menslievendheid en barmhartigheid.
Ik besluit met het gebed over de gaven van deze dag:
Heer, geef dat de eredienst die wij in dit leven mogen vieren, ons brengt tot het geluk van de eeuwige verlossing. Door Christus, onze Heer.
br. Gerard Mathijsen osb