Preek 10 december 2023

Badv2 2023 Jes. 40,1-5.9-11;  2Petr. 3,8-14; Mc. 1,1-8

 

Het kerstfeest dient zich aan. Dit jaar is de adventstijd heel kort, en voor sommigen lijkt die tijd nog te lang. Ze zitten al onder de kerstboom en slaan de voorbereidingstijd over, maar wat valt er te vieren als je het pad erheen niet hebt gelopen? Kom je dan wel op de juiste plek uit of raak je misschien verzeild in een pseudo party?  Hoe het ook zij, wij krijgen vandaag in de liturgie twee gidsen aangereikt die ons tot kerstmis zullen begeleiden. Ze wijzen de weg, en hopen ons naar de bron van leven te voeren.  De profeet Jesaja zet vandaag de toon en Johannes de Doper sluit zich bij hem aan als het gaat om het banen van een weg.

‘Troost, troost toch mijn stad’, een woord eeuwen her gesproken tot een volk dat geen toekomst meer zag. Een woord waaraan ook vandaag nood is op zoveel plaatsen. Gaza, Israël, Oekraïne, Sudan, Myamar, Eritrea aan de litanie komt geen einde. En misschien ook wel dichtbij huis, want niet alleen oorlog en geweld maken het leven tot een woestenij, maar wat te denken van eenzaamheid en isolement in de grootstad of in een tehuis waar niemand je lijkt te zien.

‘Troost, troost toch mijn stad’, maar klinken die woorden niet ongepast in al die oorden waar dood en angst de dienst uitmaken. Is het geen godslastering, een leugen of een dooddoener. Hoe waag je het?

‘Troost, troost toch mijn stad’, dat woord wordt hier niet gesproken als een goedkope genade, maar hier spreekt iemand die put uit een diepe bron. Iemand die deelt in de miserie, geen figuur die aan de kant staat, maar zelf deelgenoot is van het duistere lot, die het van binnenuit meemaakt en te midden van nacht en nevel een woord van bemoediging heeft gehoord. Geput uit een diepe bron, gelezen tussen het wit van de regels van de Schrift, gehoord in de stilte. Of misschien in de drukte van de grootstad, te midden van alle hectiek zomaar in de ziel horen fluisteren. Wie zal het zeggen? De lezing van vandaag laat het in het ongewisse. Het kan dus overal gebeuren, maar eenmaal gehoord zoekt dat woord een weg naar anderen toe. De profetenstem in het Jesajaboek is er het grote voorbeeld van. Want wat je wordt toevertrouwd als woord van leven, het verplicht, en zet je op weg naar wie geen weg meer zien, geen toekomst, niets om voor te leven.

‘Troost, troost toch mijn stad’, hoe zou kerstmis er uit gaan zien als wij in een wereld van afgunst, macht en hebzucht de komende weken het woord van troost zouden toelaten in ons hart en op onze beurt brengers van troost en moed zouden worden, niet opdringerig en uit den hoogte, ook niet als verkondigers die de waarheid in pacht hebben, maar als mensen die samen optrekken, die elkaars lief en leed delen en zo samen het duister achter ons laten en een weg banen door de woestijn, vertrouwend op dat woord van troost en toekomst.

‘Troost , troost toch mijn stad’, het begint met het woord, een woord dat opbeurt en moed geeft, maar dan ook een woord dat aanzet tot concrete daden. Er moeten bergen en heuvels geslecht, al die obstakels die ons beletten elkaar te ontmoeten en samen ons in te zetten voor een stad van vrede, een plek waar God zelf thuis komt.

‘Troost, troost toch mijn stad’,  je kunt het maar als je zelf iets van die troost hebt mogen ervaren, die mensenliefde van God, die ons het verleden niet nadraagt, maar popelt om een nieuw begin te maken, toekomst te scheppen voor ons allen, een weg door de woestijn.

Vandaag is er in het profetenboek sprake van iemand met een roeping en wij als kinderen van de profeten ontvangen die met hem. En in het evangelie is er sprake van Johannes, ook een geroepene en die op zijn beurt ons roept en aanspoort.

Mensen troosten en bemoedigen, geen hekken plaatsen, maar wegen banen, paden naar het huis van God onder de mensen. Dat vraagt om veel meer dan het uitschrijven van een cheque voor het goede doel, het zet aan grenzen te verleggen, vooroordelen prijs te geven en aandacht te hebben voor het levensverhaal van mensen. Troosten is meegaan op een weg en het wijzen van een weg waar mensen er niet meer in geloven, waar ze zich mislukt of verloren voelen, of tevergeefs geboren. Samen op weg, want het leven is geen optelsom van individuen maar een gemeenschap die op elkaar is aangewezen en die elkaar opbouwt en tot zijn bestemming voert.

Waar zo geleefd en samen opgetrokken wordt, wordt advent de tijd om naar de vreugdebode te luisteren die de komst van de Heer meldt. Hij zal niet ver blijven, maar onder ons geboren worden. Maar dan mogen we de voorbereiding niet overslaan en nu al de boom optuigen. Dan hebben wij het nodige voorwerk niet gedaan, dan blijft het bij een kunstboom en zal de weg niet worden gebaand, worden obstakels niet opgeruimd en zal het kind in de kribbe geen thuis vinden.

‘Troost, troost toch mijn stad”, laat het woord niet tevergeefs klinken maar laat het binnenkomen in ons hart, en moge het ons de weg doen banen voor de komende, die niet aarzelt te komen in de kwetsbare gestalte van een weerloos mensenkind. God zal ons redden is zijn naam.  AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden