Voorwoord Abt

LICHT IN HET DONKER

Wij naderen het einde van het kerkelijk jaar. Dat gebeurt op een moment dat de natuur zorgt voor donkere dagen. Maar daar blijft het niet bij. Wie de ogen niet sluit ziet ook in onze mensengeschiedenis het duister meer en meer terrein winnen. Oorlog in Europa en elders en het wereldwijde alarm vanwege de klimaatverandering verduisteren het zicht op toekomst. Hoe bij dat alles de moed niet te verliezen?

Misschien wijst het einde van het kerkelijk jaar ons daar een weg. Het feest van Christus Koning sluit immers een jaar des Heren af dat ook gitzwarte dagen kent. Wie verwachtte nog toekomst na goede vrijdag? En toch, de Opgestane Heer heeft met zijn Geest mensen nieuwe moed en hoop gegeven, dat de dood het einde niet is, maar dat Gods trouw wonderen doet. Pinksteren zorgde voor het begin van een nieuwe gemeenschap, waar jong en oud, arm en rijk als broeders en zusters werden bejegend en begroet. En op het feest van Christus Koning sluiten wij het kerkelijk jaar af met het gelovig vertrouwen dat tenslotte heel de mensenfamilie samengebracht  wordt tot een gemeenschap waar de liefde van Christus alles en allen bijeenhoudt en leven geeft. Dat zal een droom zijn.

Wij mogen er gelovig naar uit zien, maar bovenal worden wij geroepen om ons als leerlingen van Jezus  te voegen in die lange rij van getuigen die niet moe wordt met de pelgrimsweg in het hart boodschapper te zijn van licht en vrede.  Dat is niet iets van grote woorden of grootse daden, maar van zorg voor het kleine zaad dat ontkiemen wil of het kwetsbare licht dat beschutting vraagt. De komende Advent zet daarvoor het pad uit naar de koning die komt als een weerloos kind. Aan ons de vraag om hem te ontvangen, waar en wanneer hij ook komt, want komen doet hij.

Abt Thijs Ketelaars.

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie