Boeteviering Witte Donderdag

Jezus in de woestijn, dat verhaal hebben wij op de eerste zondag van de veertigdagentijd horen voorlezen. En vandaag klinkt het opnieuw, en ook weer in de versie van Markus. Zo is de cirkel rond.  Maar daarmee is de vraag nog niet beantwoord wat dat verhaal met ons heeft gedaan in de veertig dagen die wij gaan afsluiten. Want is niet heel de Schrift opgetekend tot onze troost en lering?

Het begon er mee dat Jezus door de Geest naar de woestijn werd gedreven. Dat is een straffe maar ook opmerkelijke formulering.  Het is het vervolg van de doop van de Heer, waarbij de Geest op Jezus neerdaalde toen deze was ondergedompeld in het water en weer omhoog kwam. En met de Geest was er het woord dat hem mijn zoon, de geliefde noemde. Het zal je maar overkomen.

Geest en woord, woord en Geest, wij komen ze samen tegen op de eerste pagina van de Schrift, wanneer uit de chaos leven tevoorschijn wordt geroepen, terwijl de Geest over de wateren zweeft, als om haar te bevruchten.  Leven uit doodse duisternis. Die schepping geschiedt aan Jezus bij zijn doop. Uit God geboren en door hem genoemd: mijn zoon, de geliefde. En wie zoon zegt, heeft het over een relatie van kennen en gekend zijn, van bemind worden en beminnen. Maar dat niet alleen, wie het in de Schrift over de eerstgeboren zoon heeft, heeft het ook over de erfgenaam aan wie alles in handen wordt gelegd. Het zal je overkomen.

Die doop van Jezus moet voor hem een overrompelende ervaring zijn geweest. En nog voor hijzelf goed weet hoe en wat, drijft de Geest hem naar de woestijn, een oord dat in Israël een lange geschiedenis kent. Het is een oord van beproeving, van testen en getest worden, maar ook het oord van de eerste liefde, waar God spreekt tot het hart van zijn ontrouwe bruid[1]. Het is de plek waar je voor keuzes komt te staan en de plek waar de liefde kan opbloeien en zich niet laat afleiden.

En Markus, die geen woord teveel gebruikt- het is dan ook het kortste en het oudste evangelie, beschrijft die woestijn in een paar woorden en beelden. Het is alsof er rond die woestijn een haag staat. Aan de ene kant de Geest en aan de andere kant de engelen en daartussen de satan en de wilde dieren. Veertig dagen heeft Jezus in dat oord gewikt en gewogen, geluisterd en gevoeld wat dat woord uit de hemel voor hem betekende, wat het van hem vroeg.  Gods geliefde zoon zijn, leven uit en naar die stem, leven uit vertrouwen, leven uit genade. Durfde hij er ja op zeggen of was de aantrekkingskracht van de machten die verslinden en verdelen, wilde dieren en satan, sterker dan het woord en de Geest die spraken tot zijn hart? Welke keuze heeft hij gemaakt? Aan wie heeft hij zich gewonnen gegeven? Het vervolg van het verhaal laat het ons horen, maar ook dan ligt er nog een hele weg in het verschiet.

De Geest en het Woord, ze hebben hem innerlijk zo geraakt en gevormd dat Jezus leeft en gaat leven vanuit die overstromende bron die hem innerlijk bewoont.  ‘De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij”, dat zijn de eerste woorden uit zijn mond als hij de woestijn verlaat. Hij zelf is de vervulling van de tijd en het rijk Gods is nabij omdat hij helemaal vervuld is van  dat Rijk, de liefde die zich onvoorwaardelijk geeft aan zondaars en heiligen, aan zieken en gezonden. In een wereld waar allerlei goden en geesten de dienst uitmaken, waar de satan met al zijn verleidelijke aanbiedingen als een brullende leeuw  mensen verslindt en angst en verwarring zaait, daar wordt Jezus doen en laten door een ander geest bepaald.

Hij begint zijn openbare leven als zoon van de Vader,  hij heeft in  de woestijn ja gezegd op zijn uitverkiezing en zijn roeping en als eersteling van de schepping zoekt hij ons te winnen voor dat verbond, voor die liefde die leven geeft en leven deelt. Geboren uit de Geest en het Woord van de Vader.

Wij staan aan het eind van ons veertigdaags verblijf in de woestijn. Was het voor ons een tijd waarin wij met Jezus het geheim van onze roeping nieuw hebben leren verstaan? Hebben wij de dagen onder geleide van de Geest doorgebracht en de stem van de Vader beluisterd en geloof geschonken? Of was het een tijd waarin wij te vechten hadden met wilde dieren, en met de leugens van satan, die verdeeldheid zaait, mensen tegen elkaar opzet en uitspeelt? Misschien hebben wij ontdekt dat het niet de een of de ander was, maar dat we in het leven van alledag met stem en tegenstem werden geconfronteerd. Laat ons dan niet wanhopen aan Gods barmhartigheid, zoals onze vader Benedictus ons bemoedigend voorhoudt in de regel[2]. En laten wij voortgaan op de weg onder het geleide van het evangelie. Hij die als geliefde zoon van de Vader onder ons zijn plaats heeft ingenomen, hij trekt met ons mee en laat dagelijks zijn stem horen: bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap, tot opstanding en nieuw leven.

AMEN.

Afbeelding: verraad van Jezus geschilderd door Oleksandr Klymenko en Sonya Atlantova

Tekst: Mc. 1,9-15

[1] Vgl Hos. 2,13vv; 11,1.

[2] RB 4,74

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie