Sprekend Gods Woord
Het oude kerstlied ‘komt allen tesamen’ drukt treffend uit wat wij vandaag zo graag hadden gedaan. Maar juist als vorig jaar kan het niet. Een tegenvaller. Geen kerkdiensten of maar met een handvol mensen. Om nog maar te zwijgen van alle andere samenkomsten en afspraken die moesten worden bijgesteld of afgezegd. Spijtig, maar verzet daartegen brengt geen licht in de donkere nacht.Die duisternis vraagt om een ander blik en benadering. En het verhaal dat Johannes op deze kerstmorgen vertelt, wil ons juist helpen in de nacht te speuren naar het licht, naar leven.
En als een adelaar kijkt hij vanuit de hoogte en verbreedt hij zijn blikveld om toch maar niets te missen. Want al te vaak is onze kijk zo vernauwd dat we het leven en al wat dat met zich meebrengt niet in het juiste perspectief zien.
Johannes, hij neemt ons deze ochtend mee naar het begin van de schepping. Ja, nog voorbij het begin en op die manier sluit hij nauw aan bij het eerste hoofdstuk uit het boek van ons geloof. Die prachtige vertelling over de schepping waar God almaar zag hoe goed het was, die vertelling begon in het duister waar enkel chaos was. Maar Gods scheppend woord, dat woord van het begin, dat woord dat nog steeds spreekt, riep als eerste het licht tevoorschijn. En na dat licht volgde er een krans van goddelijke werken, een wondere wereld. En heel die kostelijke wereld werd aan de mens toevertrouwd om te behoeden en te bewerken, levend in het licht.
Maar het verhaal kreeg een andere draai, want het pakte anders uit. De mens vergreep zich aan dat kostbare en kwetsbare cadeau. Terwijl God alles in het Licht wilde zien groeien en bloeien, bleek de mens anderen het licht in de ogen niet te gunnen. Jaloezie, haat en afgunst, de dood wierp een zware slagschaduw over Gods werk. We worden er wereldwijd mee geconfronteerd, in het klein en in het groot.
Maar dat begin is niet het einde. Johannes met zijn adelaarsblik ziet hoe God in het duister van de tijd zijn schepping niet overlaat aan de verlorenheid. Hij die schiep van het begin, Hij schept nog altijd voort.
‘Neen’, zegt Johannes, ér is nóg een begin.’ En wij lezen het aan het begin van zijn evangelie met het verschijnen van een mens die sprekend Gods woord was. In hem was geen duisternis, licht uit licht, in wie God zelf ten volle aan het licht kwam. Een mens van vlees en bloed, helemaal één van ons, maar anders dan wij, één en al licht. Want duisternis en nacht had op déze mens totaal geen greep. In hem kreeg dat oude verhaal een nieuw begin. God zelf begon hier opnieuw in levenden lijve. Beeld en gelijkenis van God, eerstgeborene van heel de schepping. Nieuwe Adam en nieuwe Eva.
Van deze mens zegt Johannes dat hij vol genade en waarheid was. In hem was geen duisternis en in ons midden is hij de weg van het licht gegaan. Want hij deed als ware zoon van God dat waartoe wij mensen vanaf den beginne zijn geroepen: elkaar hoeden en bewaren in Gods naam, elkaar het licht in de ogen gunnen, elkaar op de been helpen, stut en steun zijn, mensen opwekken uit een bestaan ten dode en ze zetten in sporen van waarheid.
Deze ene mens, Jezus is zijn naam, heeft ons voorgeleefd, zegt Johannes, waartoe wij allen zijn geroepen, wat God voor heeft met ons en heel de wereld. Met de liefde van God elkaar nabij zijn, geven en vergeven, zeventig maal zeven maal, elke dag een nieuw een begin maken zoals God scheppend bezig is met ons en in ons.
Wij vieren Kerstmis in een wereld waar de duisternis het vaak lijkt te winnen van het licht, maar Gods genade en waarheid zijn onder ons verschenen, en dat teken is onverwoestbaar. Jezus heeft het licht niet onder de kandelaar verborgen, maar hij heeft het voor iedereen laten schijnen, ongeacht ras, taal, religie of gender. Hij heeft er zijn leven aan gewaagd en gewijd, bewogen door Gods eigen Geest. En het laatste wat hij volgens Johannes heeft gedaan is op het kruis als zijn laatste ademtocht ons zijn geest geven, opdat wij in zijn voetspoor elke dag een nieuw begin zouden maken met een leven waarin geen mensenkind verloren loopt, maar wordt gekend en opgenomen als broeder of zuster van de Heer. Zeg niet dat het onmogelijk is, één is ons voorgegaan en hij neemt ons mee om mens te worden naar Gods beeld, met hoofd en hart, met handen en voeten, in al ons doen en laten, opdat het aanschijn der aarde zal worden vernieuwd en het woord van het begin zijn voltooiing mag krijgen in de stralende morgen van Pasen, Licht uit Licht, allen thuis gebracht in die nieuwe schepping waarvan God ontwerper en bouwer is.
Vandaag vieren we de geboorte van Jezus. We vieren zíjn geboorte om zelf kind van God te worden in zijn voetspoor, deze dag en alle dagen van het jaar. Zo moge het zijn. Zalig Kerstfeest.
Abt Thijs Ketelaars
Joh.1 1-18 Kerstmis 2021