Preek Hemelvaartsdag 2023

Wij mensen beschikken over de gave van de taal en lang is gedacht dat wij de enige taalwezens zijn, maar in het boek van Angela Stöger dat wij dezer dagen in de refter horen voorlezen, horen wij een ander geluid. De wetenschap denkt meer en meer dat er ook andere taaldieren zijn, maar stelt tegelijk dat wij mensen nog het meest taalvaardig zijn. Maar soms staan zelfs die meest taalvaardigen met de mond vol tanden en weten we niet hoe een en ander ter sprake te brengen. Dan vallen wij stil of wij nemen wij onze toevlucht tot een bijzonder taalgebruik. Vandaag zien wij het voor onze ogen gebeuren, wanneer de Schrift spreekt over de hemelvaart van de Heer. Nee, ze vallen niet stil die apostelen en evangelisten maar de woorden die ze gebruiken krijgen een andere betekenis dan ze gewoonlijk hebben. Daarmee staan ze in een lange traditie, want sinds Israël de verhalen heeft opgetekend over zijn weg met God, over Gods weg met hen, verschijnen er woorden en beelden die het onzienlijke, de onzienlijke ter sprake proberen te brengen. Dan horen wij spreken over wolk des daags en vuur in de nacht. Dat zijn dan geen weerkundige mededelingen. Maar zoals een wolk voor schaduw en verkoeling zorgt en vuur voor hitte en warmte, zo wordt ons verteld hoe die ongeziene God met ons meegaat in het leven. Als een vuur dat onze nacht verlicht en als een wolk die zorgt dat wij niet bezwijken in de brandende zon van het bestaan. De taal krijgt daar een andere betekenis, probeert te vatten waar ogenschijnlijk geen woorden voor zijn.

En met hemelvaart voegt zich daar nog een woord, een beeld aan toe om uitdrukking te geven voor wat geen oog heeft gezien. Wij hoorden Hoe Jezus ten hemel werd opgenomen en hoe de leerlingen hem nastaarden. Dat heeft niets gemeen met een raket van meneer Musk die Jezus naar een planeet ver weg met de naam hemel transporteerde. Nee, dat gaat om veel subtieler zaken die niets gemeen hebben met techniek en geld verdienen. Wanneer wij vandaag met de leerlingen naar de hemel staren, dan is het om Jezus los te laten, om hem in het geheim van God te laten binnengaan. Hij die ons rakelings nabij was en ons tijdens zijn leven met zijn aanwezigheid heeft bemoedigd en getroost als een vuur bij nacht en een wolk overdag, als verborgen presentie van Gods liefde voor ons, hij is na zijn gruwelijke levenseinde niet in de greep van de dood gebleven, maar als een vogel aan de vogelaarsstrik ontkomen. Hij is ten hemel opgewiekt en teruggekeerd in God van waaruit hij ons was geschonken.  God, die hij zijn vader noemde, heeft hem thuisgebracht bij zichzelf, teruggebracht in de schoot van het leven, waar alle leven geborgen is.

Jezus is ten hemel opgenomen, hij is in Gods schoot teruggekeerd, hij had zijn zending volbracht. Maar de leerlingen blijven eenzaam achter en het lege graf laat hen met een leegte achter waarmee zij geen raad weten. En alle verhalen over verschijningen van Jezus brengen daar nauwelijks verandering in. Zij dromen nog van een koninkrijk, nu en hier, zij zitten nog vast in tijd en ruimte. Zo doen wij mensen dat, en kan het anders? Misschien, ze moeten hem zoals hij was loslaten, ten hemel laten varen om hem nieuw terug te ontvangen, van buiten naar binnen. Dat is niet minder dan voorheen, dat is anders, en mogelijk meer. Dat is een nieuw beleven van God in ons midden, niet hier of daar, maar ons rakelings nabij als Geest, als de adem die ons bezielt en leven geeft, die vleugels geeft aan ons gaan en staan. Maar zover is het vandaag nog niet. Ze hebben volgens Lukas wel veertig dagen Pasen met de Heer gevierd, maar tegelijkertijd krijgt het toch ook iets van de veertigdaagse vasten. Loslaten als een nieuwe geboorte, het is een waagstuk.  Het vergt soms een hele reis om van de dood naar het leven over te gaan, want wat blijft er over als je alles verliest wat je lief was, als de ziel van je bestaan van je wordt weggerukt. Maar toch, sterk als de dood is de liefde en  de weg die zij met Jezus zijn gegaan, wordt niet uitgewist, hij wordt getransformeerd zoals zijzelf een ommekeer doormaken.

Hemelvaart, een afscheid, hij is niet meer in het graf, er rest een lege plek in de ruimte. Hij is niet meer bij hen, een lege plek in de tijd. Een afscheid, maar geen eindpunt, eerder een nieuw begin. Zoals hij eens vanuit den Hoge is gekomen en nu naar de hoge is teruggekeerd, van Gd gekomen, naar God teruggekeerd, zo zal hij geschiedenis met ons blijven schrijven door een nieuwe aanwezigheid. Werd Hij eens door de Geest in ons midden verwekt en gegeven, nu is het wachten op de Geest om de leerlingen als herboren te zien opstaan, bewogen en bewoond door de Geest van hem die als evenbeeld van God weldoende onder ons is rondgegaan en door geen dood is vastgehouden. Van die liefde zullen zijn leerlingen getuigen als mensen van hoop, als mensen in wie de lofzang niet verstomt omdat God welwillend heeft neergezien op ons mensen.

Het verhaal is niet uit, er begint een nieuw hoofdstuk. We worden geroepen ons erop voor te bereiden door de Pinksternoveen samen met de leerlingen.  Dagen om het zaad dat in de akker is gevallen te laten ontkiemen tot nieuw leven opdat het aanschijn der aarde zal worden vernieuwd en wij als lichaam van Christus, in vlees en bloed bewerkers mogen zijn van vrede en leven. AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

2023 Hemelvaart Hand.1,1-11; Ef.1,17-23; Mt. 28,16-20

 

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie