Preek 3 maart 2024

In de liturgie van de zondagen gedurende de 40-dagentijd zit een weldoordachte ordening die ons doet opgaan naar het Paasfeest, en ons binnenleidt in de diepe betekenis van wat wij mogen vieren.

Op de eerste zondag hoorden wij over het eerste verbond van de Heer met Noach en alle levende wezens; de vorige zondag stond het offer van de Veelgeliefde Zoon centraal, de binding van Isaac op de berg, de beproeving van zijn vader Abraham, en de belofte van God die zijn zegen toezegde en zich met Abrahams nakroost verbond. En vandaag wordt in de eerste lezing de decaloog gelezen, de wetgeving van de Heer op de Sinaï, opnieuw een topervaring van het uitverkoren volk. Deze lezingen hadden een catechetisch doel; zij leidden in vroegere tijden de aspirant-christenen die in de Paasnacht het heilig doopsel zouden ontvangen binnen in de betekenis van de kerkgemeenschap, die wordt gevormd in Jezus Christus, gegrondvest en gevoed in zijn sacramenten. Die gemeenschap is een grote genade, een gave van Gods wijsheid, maar hoe anders dan wij mensen ons daarvan voorstellen! Dat benadrukt de tweede lezing die wij hoorden, uit de brief van Paulus aan de christenen van Korinthe. Deze waren eerder uitvoerig door de apostel onderricht en in zijn brief getuigt hij dat zij rijk begiftigd waren met alle gaven van deugd en kennis. Maar na het vertrek van Paulus was de gemeente in de ban geraakt van het optreden van de briljante prediker Apollo. Deze charismatische prediker verkondigde een schitterende leer waarin evenwel geen plaats was voor een lijdende Messias, een gekruisigde Christus. Wat wij de vorige week hoorden: de beproeving van Abraham, de openbaring op de Tabor dat Jezus ondanks zijn nederige gestalte Gods veelgeliefde Zoon was, in wie de goddelijke glans die op de Tabor even aan het licht kwam, schuil ging in de ontlediging van  zijn lijdende mensheid, dus dat in onze heilsgeschiedenis het Kruis, het lijden, een belangrijke plaats inneemt, dat paste niet in de visie van Apollo. Maar voor Paulus schuilt daarin juist de kern van de verlossing. `De wijsheid van God is wijzer dan de mensen, en de zwakheid van God is sterker dan de mensen’. Het kruis staat centraal in de prediking van de apostel. De kerk heeft deze leer tot de hare gemaakt. Broeders en zusters, ook voor ons is die boodschap niet zo aangenaam. Veel van onze tijdgenoten en misschien wij zelf niet minder, zoeken ons heil waarschijnlijk ook liever in de schoonheid, de kunst, de wonderen van wetenschap en techniek, en inderdaad is dat alles een gave van Gods scheppende goedheid, ons van harte gegund en kan het een toegangspoort zijn naar het beleven van godsnabijheid. Indrukwekkend ook, reden tot bewondering en dankzegging. Maar gered worden wij door het kruis, door de geduldige liefde die zich helemaal geeft, door de verborgen en nederige goedheid. Een samenleving die enkel waardeert wat briljant is, maar verstoot wat zwak is, hulpbehoevend en misschien onaantrekkelijk, mist de dimensie die het leven een mystieke diepte geeft, die het heilig maakt, waarin het goddelijke ons nabij komt. Wij komen God niet nabij waar wij trots zijn op onze  prestaties, wij leren God kennen als een nabije God waar wij dankbaar erkennen dat wij alles danken aan een mysterie dat ons te boven gaat.

Dat brengt mij bij de evangelielezing van deze zondag. Daar bezoekt Jezus de tempel te Jeruzalem, het centrum van de  godsdienst van zijn volk, en wel voor het grootste feest het paasfeest. De synoptische plaatsen deze episode vlak voor Jezus’ einde. Het Vierde Evangelie vertelt dit helemaal in het begin van Jezus openbare leven, bij zijn eerste bezoek aan Jeruzalem. Zoals Jezus even verderop in het Vierde evangelie aan de Samaritaanse vrouw aankondigt dat met Hem het uur gekomen is waarop de ware aanbidders de Vader niet meer zullen aanbidden op een bepaalde plaats, maar “in Geest en waarheid”, zo openbaart Hij hier dat met zijn aanwezigheid de tempel overbodig is geworden. Inderdaad, Bijbelkenners zien hier een verwijzing naar het einde van de  profetie van Zacharia over de voltooiing van het Messiaanse rijk in de eindtijd, dan zal er niet meer gekocht en verkocht worden in de tempel. De tempel wordt vervangen door een nieuw heiligdom, een geestelijke tempel: Jezus, en wel de Jezus zoals Hij wil zijn, de Zoon, verbonden met de Vader, en in zijn Persoon allen die geloven in Hem opnemend. Jezus die verbondenheid brengt, die verzoent en verenigt.

U herinnert zich de prachtige episode uit het Lucasevangelie waar Jezus na zijn Verrijzenis optrekt met de Emmaüsgangers. “Wij leefden in de hoop dat Hij degene zou zijn die Israël zou verlossen.” Jezus heeft de mensheid nieuwe hoop gebracht. Hij heeft het lijden niet weggenomen maar perspectief gegeven. Zo gaan wij Pasen tegemoet, als mensen van hoop. Het leed, het onrecht, alles wat scheef zit of tegenzit in het wereldgebeuren of in ons dagelijks bestaan, het kan ons niet ontmoedigen, omdat wij mogen vertrouwen in Jezus die ons niet zal teleurstellen, maar ons deel geeft aan eeuwig leven in Gods heerlijkheid.

br. Gerard Mathijsen osb

Zondag 3 40-dagentijdB 3 maart 2024

Ex. 20, 1-7;1 Kor.1, 22-25; Joh. 2, 13-25

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie