Begrafenis Broeder Cor Dekker 6 mei 2021
In april 2014 stelde broeder Cor, toen 90 jaar oud, enkele notities op schrift voor het geval hij kwam te overlijden. Een ging in een paar woorden over de reden van zijn intrede op 11 februari 1946, maar er was ook een zin die schreef over wat nog komen moest. Als hij te overlijden kwam, stelde hij als grafschrift voor: ‘in de Zon van Gods aanwezigheid’.
Toen afgelopen zaterdag 1 mei broeder Cor om 8.15 uur in de ochtend in alle rust op zijn cel overleed, scheen plotsklaps het zonlicht op zijn gezicht. Was het de Zon van Gods aanwezigheid die het fiat gaf aan wat hij zich als grafschrift had toegedicht?
De zon van Gods aanwezigheid, daarvoor was hij naar Egmond gekomen, maar ook in het leven van de monnik schijnt niet alle dagen dat vriendelijk licht van Gods aanwezigheid, althans niet in alle klaarheid. Soms gaat die zon verborgen achter een dik wolkendek. Het lange leven van broeder Cor vormt daar geen uitzondering op. Dat hij toch op zijn negentigste achterom kijkend de tekst voorstelde ‘In de Zon van Gods aanwezigheid’, laat ons iets vermoeden van de dankbaarheid en van de verzoening met het leven waarop hij terugkeek.
De woestijn en het dorre land, ze waren er geweest, en ook de donkere nacht, maar Gods barmhartigheid had gaandeweg alles in nieuw licht gehuld. Broeder Cor is van ons heengegaan, niet als een heilige of een volmaakt mens, hij zelf wist wel beter, maar hij is heengegaan als iemand die dankbaar was voor alles wat hem ten deel gevallen was en die vol verwachting uitzag naar wat geen oog of oor heeft gezien of gehoord. Want daar keek hij met het klimmen van de jaren meer en meer naar uit.
Zijn lange leven omspande bijna een hele eeuw. Een eeuw van uitersten, van dood en verderf, een eeuw ook van hoop op vernieuwing in kerk en samenleving. Hoe te midden van dat alles je weg te vinden en je houding te bepalen? Dat geldt zowel voor de mensen buiten als voor die binnen het klooster. Want ook monniken zijn aardbewoners.
Wat laat broeder Cor ons vandaag na als kostbare erfenis? Misschien mag ik een paar momenten uit zijn leven naar voren halen die ons kunnen helpen en bemoedigen bij het zoeken van onze eigen weg.
In het boekje ‘in de voetsporen van broeder Cor’, horen we hem vertellen hoe ingrijpend de laatste oorlogsjaren voor hem waren. Hij moest onderduiken om aan tewerkstelling in Duitsland te ontkomen. Eens te meer bleek hoezeer wij mensen op elkaar zijn aangewezen en zonder de hulp van anderen red je het niet. Hij heeft het aan den lijve ondervonden. Voor zoiets kies je niet. Maar wat als het je overkomt? Hopen het te overleven, dat zeker, maar Cor bleek te midden van alle beroering zich niet af te sluiten voor een innerlijke klop op de deur. En hij gaf gehoor. Hij noemde zichzelf een verliefde ziel, en zo leidde zijn weg naar Egmond.
Inmiddels hebben wij, 75 jaar later opnieuw ervaren, hoezeer wij op elkaar zijn aangewezen, hoezeer ons leven verbonden is met dat van anderen en wat het vraagt en kost om je verantwoordelijkheid daarin te nemen. Dat vergt een hele omslag in een samenleving die meent alles te kunnen regelen en alles zelf in handen te hebben. Maar het leven van broeder Cor lezend, beseffen we dat het zo niet in elkaar steekt. Dat kun je als verlies beschouwen, als het kwijtraken van zelfbeschikking en zelfstandigheid, maar voor broeder Cor was het de ontdekking van een afhankelijkheid in vertrouwen en van een geborgenheid in God, die de rest van zijn leven heeft bepaald.
Eenmaal in Egmond heeft hij zich met al zijn energie en kracht ingezet voor de pas weer opgerichte priorij. Zijn jaren op de boerderij, in de tuin, de kaarsenmakerij en bovenal 46 dienstjaren in de keuken, je kunt het je nauwelijks meer voorstellen. Aldoor in de weer en dan ook nog een man die graag in de boeken dook en zijn innerlijke blik probeerde te verruimen en zijn omgang met God zocht te verdiepen.
Bij zijn intrede had hij gezegd dat hij kwam om Gods wil te vervullen, maar gaandeweg zo staat er in die notitie uit 2014 ontdekte hij dat ook de eigen wil in het spel was. Dat bleek een vasthoudende compagnon, want broeder Cor was ook een temperamentvolle man. En hoe strenger, hoe beter, is zeker niet altijd het beste kompas als het om het innerlijk leven gaat. Probeerde hij met het vuur van het begin de hemel te veroveren en was het aardse van geen waarde, gaandeweg wist hij tot een zekere onderscheiding te komen. Op dat pad heb je ook gidsen nodig en die vond hij in de spiritualiteit van de Karmel. Mens zijn, mens worden, daar heb je de hulp van anderen bij nodig, en dat niet even maar een leven lang. Toen en nu.
En zo tekende zich voor broeder Cor nog voor hij aan zijn grote wandelingen en fietstochten begon, een innerlijk parcours af dat de zon van Gods aanwezigheid meer en meer deed stralen over het leven van alledag. En nu citeer ik: Op zoek gaan in de tijd naar de eeuwigheid. Dat doe ik door elke dag te leven in het NU met alle aandacht en met al mijn zintuigen om zo tastend God op het spoor te komen.’
Leven in het nu, niet als een goedkoop en onverantwoord ‘pluk de dag’, maar als een stil en verwonderd omgaan met de broosheid van het bestaan, waarin Gods kwetsbare liefde zich openbaart.
Broeder Cor heeft er zich een leven lang op toegelegd, met vallen en opstaan, soms op doodlopende paden, maar steeds weer terugkerend aan de hand van de Heer die hem als een verliefde ziel had aangesproken in een duistere tijd en die een leven lang niet van zijn zijde is geweken om hem te leiden in sporen van waarheid.
De zon van Gods aanwezigheid moge nu als een nieuwe dag zonder einde over hem opgaan. AMEN.