Hoogfeest van de kerkwijding

De afgelopen weken was het coronavirus weer actief in onze gemeenschap. De een na de ander viel uit en moest zijn kamer houden. De dagelijkse gang naar de kerk was verboden. Je kon stil op je cel het koorgebed bidden of je kon, vrucht van de moderne techniek,  een aantal kerkdiensten via live stream volgen. Die vrucht was, zo ontdekte ik, minder zoet dan ik verwachtte. Begrijp mij goed, het is voor menigeen een zegen, als je niet in levende lijve aanwezig kunt zijn, maar het is toch heel iets anders dan persoonlijk aanwezig zijn en meevieren in de kerk. Je miste de huiselijke tafel en de tafel van de eucharistie.

Dat is natuurlijk niet zo vreemd, want wij zijn en blijven mensen van vlees en bloed. In coronatijd hebben wij gemerkt wat dat gemis met mensen doet. Heel onze individualistische samenleving bleek in enen toch niet echt te kunnen leven en overleven zonder fysiek contact. We zagen ernaar uit  elkaar weer te mogen opzoeken thuis, in het café, op de sportclub en ook in de kerk, waar rond de tafel het leven wordt gedeeld. Want mens word je maar samen met anderen. Dat betekent niet dat er geen tijd voor stilte en leven op je eigen mag zijn, nee, ook dat hoort wezenlijk tot ons menszijn, maar wij zijn geschapen als mensen voor en met elkaar. Samen op weg, elkaar dragend, steunend, aanvurend, inspirerend en corrigerend. Leven doe je samen, geloven doe je ook samen. Niet voor niets hebben wij een boek van ons geloof met verhalen over samen onderweg zijn, met vallen en opstaan, in dagen van vreugde en verdriet. Samen, om te voorkomen dat mensen uitvallen, eenzaam en alleen verloren raken.

Wij vieren vandaag het hoogfeest van kerkwijding. Wij prijzen ons gelukkig dat te mogen doen in een mooie kerk. Een kerk die ons een verhaal vertelt, die ons iets te zeggen heeft en ons uitnodigt. Natuurlijk gaat het ten laatste om de opbouw van een levende kerkgemeenschap, het lichaam van Christus , maar daarbij heeft het kerkgebouw een heel eigen rol te vervullen. Die moeten we niet te vlug bagatelliseren.

Misschien mag ik daar nog een paar bouwstenen voor aanreiken. Wanneer je onze kerk betreedt, dan is het eerste wat menigeen opvalt dat het  een vrijwel lege ruimte is. Je vindt er nauwelijks of geen beelden en versieringen. Samen met de stilte die er gewoonlijk huist, kan dat zonder woorden een mens al openen voor het geheim dat ons te boven gaat, voor God die niet enkel op de lofzangen troont, maar ook in de stilte zich woordeloos laat horen. Het kan je overkomen dat bij het binnentreden van de kerk alle drukte, alle beelden en geluiden waar onze samenleving zo’n overdaad aan heeft, van je afvallen of van je afgenomen worden. Dat mag een zegen zijn, die je een niet vermoede poort doet binnengaan, die je uitnodigt tot een stille ontmoeting. Het zou zomaar kunnen.

De ruimte maakt natuurlijk een heel andere indruk wanneer zij is gevuld met een zingende en vierende gemeenschap, mensen van dichtbij en veraf, bekenden en minder bekenden, allemaal pelgrims onderweg, die zich hier optrekken en laven aan een woord of een gebaar.

En dan is er dat grote altaar, met de 4 monniken die het altaarblad op hun schouders dragen. Het is er altijd, of er nu veel, weinig of geen mensen in de kerk zijn. Na het tweede Vaticaans concilie is het verplaatst en nu staat het vrij in de ruimte. Je kunt er desgewenst omheen lopen. Dat altaar is een grote tafel waaraan de eucharistie wordt gevierd, elke dag weer.

Nog voor er iets gebeurt, spreekt dat altaar al een taal. Ook als er niets op ligt, gaat er een bijzondere zeggingskracht vanuit. Een tafel, die is er om mensen omheen te verzamelen, om samen aan te zitten, om samen te eten, om gespijzigd te worden. Er gaat een roep, een wenk vanuit. Wees welkom, hier staat pontificaal een grote tafel in de ruimte ten teken dat je welkom bent, dat je niet van de tafel van het leven wordt geweerd. Er liggen geen gereserveerde naamplaatsjes op en er staan geen stoelen, want je wordt uitgenodigd in de kring die er wordt gevormd. Kan dat dan, mag dat? Wie zal het zeggen?

We horen vandaag in het evangelie dat Zacheüs door Jezus wordt genodigd en nog wel in zijn eigen huis. Was hij daar dan tot nu toe niet echt thuis? Zat hij daar misschien opgeprikt tussen al dat volk met zijn status en zijn scheve blikken? Nee, Zacheüs wordt  door Jezus uitgenodigd niet als een schlemiel, maar als iemand die er helemaal bij hoort.

Er is heden ten dage helaas veel geharrewar rond die tafel. Er is gekrakeel over wie er wel of niet mag aanzitten. En er is discussie of Jezus zich hier offert voor ons heil aan de Vader of dat hij ons nodigt aan een vriendenmaal zoals die laatste dagen van zijn leven. Maar wat als dat nu geen tegenstellingen zijn. Jezus heeft als uiterste teken van zijn liefde zijn leven totterdood toe gedeeld aan zijn vrienden en door dat te doen gaf hij zich helemaal aan de Vader op wiens liefde hij met een ja antwoordde. Ja, ik geef mij tot het uiterste Vader, want zo zullen zij zien  hoezeer Gij de wereld liefhebt. God liefhebben, zijn leven geven aan de Vader, kreeg zijn menselijke uitdrukking in zijn liefde voor al die mensen die hij tijdens zijn leven had opgeraapt, genezen en opgetild om ze een plaats te geven aan de tafel van het leven, de Vader ter eer.

In het midden van de kerk staat een altaartafel. Die staat er alle dagen en elk uur. En of er nu eucharistie aan wordt gevierd of dat ze leeg in de ruimte staat, ze nodigt ons uit en ze herinnert ons eraan dat  God in zijn huis voor allen de tafel klaar heeft staan. Hij ziet er naar uit dat wij aanschuiven, de uitnodiging aannemen en anderen meebrengen, niemand buiten laten staan, maar de schouders eronder zetten zoals die vier monniken die de tafel schragen.

Zeggen wij dank om de kerk waar wij dat geheim mogen vieren, elke dag weer, en laten wij ons dag in dag uit opbouwen tot het levende lichaam van Christus, God ter eer en de wereld tot zegen. AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

20221007B Kerkwijding Lc. 19.1-10

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie