Preek zondag 23 januari 2022

Vandaag mag ik wel volstaan met een kort woord, want in de Schriftlezingen hebben wij al mogen luisteren naar gezagvolle toespraken in de eerste lezing en in het Evangelie volgens Lucas.

Op indrukwekkende wijze vertelt het boek Nehemia hoe na de ballingschap de Israëlieten zijn teruggekeerd in Jeruzalem  en Nehemia de landvoogd samen met de priester en schriftgeleerde Ezra feestelijk het Boek met de mozaïsche wetgeving presenteren aan het volk. Vanaf de dageraad tot de middag duurde die lezing. Zij werd onderbroken door exclamaties, gebeden en acclamaties. Ezra las de hebreeuwse tekst, en een aantal priesters en levieten vertaalden de woorden in de volkstaal, het aramees, en legden ze uit aan de mensen.

De reactie van het volk is verrassend: de mensen breken in tranen uit. Zij horen de belofte van de Heer, maar ook de jammerlijke gevolgen van eigen ontrouw aan het verbond, en zij realiseren zich dat Israel is afgeweken van de weg van de Vaderen. Maar Nehemia en Ezra hebben troost voor hun mensen: “Wees niet bedroefd, maar de vreugde die de Heer u schenkt, zij uw kracht.”

God wil niet de dood van de zondaar, maar dat deze tot bekering komt en leven vindt.

Die zelfde boodschap verkondigt ook het Evangelie. Daar horen wij uit het evangelie volgens Lukas de programmatische woorden van Jezus. Maar wat een tegenstelling met wat wij eerder hoorden. De Joden die waren teruggekeerd uit de ballingschap toonden zich diep getroffen door de voorlezing uit de wet. De toehoorders van Jezus hadden grote verwachtingen van zijn optreden in hun midden. Hij las uit de profeet Jesaja en paste deze woorden toe op zijn persoon. En vanuit die gezagvolle positie kapittelde Hij zijn stadgenoten. Als zij iets van de rouwmoedigheid hadden gehad, misschien ook in tranen waren uitgebarsten zoals hun voorvaderen, dan had Jezus wellicht ook een andere toon aangeslagen, en had Hij gezegd: jullie mogen niet treuren en niet wenen. Misschien had Hij hun wel zoete wijn laten drinken zoals bij de bruiloft te Kana! Maar zonder bekering is geen verzoening mogelijk. In zijn optreden verricht Jezus veel genezingen, geeft Hij blinden het gezicht, laat Hij doven horen, geneest Hij melaatsen, maar dat zijn allemaal tekenen van een geestelijke werkelijkheid. Het gaat Hem erom mensen in het hart te raken, te verzoenen met God, met zich zelf en met elkaar. En als zij niet openstaan voor die boodschap, dan voelt Hij zich a.h.w. machteloos, dan kan Hij daar niets doen. “Hij kon daar geen enkel wonder doen” zegt Marcus ook in de parallel passage.

Zusters en broeders, dat is een les voor ons, christenen vandaag.

Wij leven als kinderen van het Nieuwe Verbond, als leden van de Kerk die Jezus heeft gesticht, en waarvoor Hij zijn leven heeft gegeven. Het woord Gods wordt ons geschonken, wij mogen delen in de gave van zijn tafel. Als wij als gelovigen ons leven hierdoor tot heling en eenheid laten komen, worden wij tot getuigen en medewerkers van Jezus’ evangelie.

In de tweede lezing hoorden wij de apostel Paulus. die van een vijand van Jezus en een vervolger van de eerste christenen veranderde in een vurig getuige en propagandist van het evangelie.

Paulus leert dat alle christenen door de doop één enkel lichaam zijn geworden, en – in de rijkdom van hun verscheidenheid – wezenlijk bij elkaar horen.

Zoals de Israelieten eertijds in ballingschap vervreemd waren, niet alleen van hun land, maar ook van hun heilige tradities, zo zijn wij christenen, verscheurd, en helaas ver verwijderd van de eenheid die de Heer zo vurig heeft gewild, en waarvoor Hij de Vader in zijn laatste uren heeft gebeden.

Nu zult u zeggen: maar wij staan toch in onze R.K. Kerk in de volledige waarheid en bezitten de eenheid. Maar is die eenheid compleet als een deel van de christenen ervan gescheiden is? Is een familie compleet, als niet alle leden met elkaar in liefde verbonden zijn? Als een zoon of dochter de onderlinge band gebroken heeft? Dan doet dat ieder pijn. Paulus leert dat het lichaam niet tot enkele ledematen kan zeggen: ik heb je niet nodig. Natuurlijk: je kunt ´n oog missen, of ´n hand, of je benen, maar, zegt de apostel, God heeft het lichaam zo samengesteld dat er geen verdeeldheid zou zijn, dat de ledematen eendrachtig voor elkaar zouden zorgen. Als wij als christenen ons hiervoor inzetten begint het genadejaar van de Heer. Dan zal de profetie van Jesaja vervuld zijn, en wordt de aanwezigheid van Christus zichtbaar in ons midden. Dat geldt voor ons  christenen. Maar voor alle mensen, welk geloof of vorm van ongeloof zij ook aanhangen, geldt dat wij verantwoordelijk zijn voor elkaar, dat wat ons is toevertrouwd aan materiële goederen of aan talenten, het algemene goed moet dienen. Laten wij die uitdaging niet uit de weg gaan, maar ons naar mogelijkheid inzetten voor een betere wereld.

Dan zal er vreugde zijn in ons hart, vrede in de wereld, en glorie aan onze Schepper en Heer.

Br.Gerard Mathijsen

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie