Preek 1 mei 2022

Komende week gedenken wij op 4 mei voor de 77e maal de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en daags daarna vieren wij Bevrijdingsdag. Wij doen dat op een ogenblik waarop in Europa opnieuw een oorlog woedt die bij menigeen herinneringen en trauma’s uit het verleden naar boven haalt. De dood maakt zich breed op een manier waarvoor ons de woorden ontbreken. Dat is een groot contrast met het overlijden van onze broeder Erik, gisterochtend. Ook daar is de dood nabij gekomen, hij heeft ons een broeder ontnomen, maar hoe verdrietig ook, het was een heengaan in vrede. Broeder Erik heeft het leven in vrede losgelaten en wij geloven en hopen dat hij nu als de vogels vrij mag opwieken, hemelwaarts. Maar dat zinloze vernietigen van mensenlevens, hoe is het mogelijk? En dat alles gebeurt onder onze ogen, terwijl wij machteloos toezien. Kunnen wij dan werkelijk niets, blijft ons niets over dan werkeloos aan de kant te blijven staan?

Misschien had u een ander begin verwacht bij een preek in de paastijd. Maar in die realiteit leven wij en als Pasen iets te zeggen heeft, dan dient het bestand te zijn tegen die duistere schaduw, zo niet dan is het Paasverhaal beuzelpraat[1].

Gelukkig komt de liturgie ons vandaag op een heel eigen wijze tegemoet. Want de drie Schriftlezingen laten ons op heel verschillende manieren het verhaal van de opstanding horen. In de Handelingen van de apostelen en in het evangelie van Johannes horen wij hoe het paasverhaal licht en kracht brengt in levens die door het dal van de schaduw van de dood gaan. ‘Midden in de dood zijn wij in het leven’, om met een kerklied te spreken. En de lezing die ertussen staat, geeft ons het visioen van de hemelse liturgie waar alle duisternis geweken is en het lied van de ontelbaren klinkt zonder wanklank of stoorzender. Maar daar kunnen wij nu enkel maar van dromen, wij leven nog in het ondermaanse waar licht en duister deel uitmaken van ons bestaan.

In de Handelingen hoorden wij de leerlingen die zich kort geleden nog achter gesloten deuren verborgen, onverschrokken getuigenis afleggen van de verrijzenis van Jezus. Dat is een verschil van dag en nacht, Er heeft in hun leven een opstanding plaats gevonden, die hen bevrijdt van angst en aanvechting. En met een karakteristieke zin, die de eeuwen door vaak geciteerd zal worden, laten zij horen waar zij voor stáan: Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen.’ Dat is ferme taal die getuigt van principes en vastberadenheid. Maar het is ook een zin die vragen oproept. Want welke lading dekt dat woordje God?  Als we om ons heen kijken, dan blijkt dat woord heel verschillende invullingen te krijgen. In naam van God wordt er gedreigd en gemoord en in naam van God worden er mensen uit de zee gevist, getroost en geholpen.  Maar hoe te voorkomen dat het woord God wordt misbruikt en een lading gaat dekken die vreemd is aan de kern van onze christelijke geloofsovertuiging?

“God meer gehoorzamen dan de mensen”, die woorden maken deel uit van een groot verhaal. Een verhaal dat begint op de eerste bladzijde van de Schrift en waarvan het eind nog niet geschreven is. Een verhaal over God die leven schept en mensen redt en bevrijdt uit slavernij en ballingschap, een God die nee zegt tegen alles wat mensen kleineert en ten dode toe bedreigt. Die God was de ziel van Jezus’ leven. Aan Hem is hij trouw gebleven totterdood, in de overtuiging dat het laatste woord niet aan de dood is maar aan de scheppende liefde van God.

“God meer gehoorzamen dan de mensen”, we zien in de Handelingen hoe de leerlingen er pal voor staan en er hun leven voor in de waagschaal leggen, terwijl de machten die het in de wereld voor het zeggen hebben, andere goden nalopen. Geen goden die leven geven, maar die een spoor van vernieling en geldingsdrang achter zich laten. Kiezen voor het leven, ook als het alles vraagt, wij zien het bij de apostelen en wij zien het in de loop der geschiedenis bij vele anderen die voor vrijheid, waarheid en gerechtigheid hun leven hebben gegeven.  Bewogen, gesterkt en gedreven door de Geest van de opgestane Heer.

Zo’n geloof is geen vanzelfsprekendheid. Toen niet en nu niet. En in het evangelie van vandaag vangen wij een glimp op van de geloofsweg van de eerste leerlingen. Pasen, de overgang van duister naar licht, de doorbraak van het leven, het was voor hen niet iets van één dag, het vraagt om een volgehouden innerlijk luisteren. De Heer mag dan op Paasmorgen verrezen zijn, thuis gebracht bij de Vader, de groep die achterbleef viel in een gapende leegte. Hun toekomst leek verloren en zij weten niet beter dan het oude leven weer op te pakken. Geen mensenvissers zoals de Heer had gezegd, maar terug naar het oude bedrijf op zee. Maar ook dat bleek niet meer te zijn wat het was geweest. Het is allemaal vruchteloos getob, een duistere nacht. Tot zij worden aangesproken vanaf het strand om het over een andere boeg te gooien, en in die nacht van het leven begint op het woord van de Heer een nieuw begin, een nieuwe morgen, waar hun tegen alle verwachting in vis en brood wordt aangereikt, vrucht van een leven dat zich om niet geeft. Het zijn de tekenen van een verbond, sterker dan de dood. En zo begint voor de groep leerlingen een nieuw bestaan.

En dan volgt nog het verhaal over het nieuwe bestaan van Simon Petrus. Een man die een ondragelijke last met zich meedraagt. Maar aan de oever van het strand, op de scheiding tussen leven en dood, schenkt Jezus hem een nieuw leven, maar niet zonder hem helend te confronteren met zijn oude bestaan.

Opstanding, broeders en zusters, het is niet alleen een verhaal voor na de dood. Het is het verhaal van opstaan uit de dood, heden waar wij geroepen worden om doodlopende paden te verlaten en dood zaaiende relaties om te keren in leven gevende toekomst voor al Gods kinderen. Moge de opgestane Heer die uit de dood is opgewekt om zijn trouw aan het leven, om zijn trouw aan de Vader, ons bezielen met zijn Geest, opdat het aanschijn van de aarde niet getekend blijft door sporen van de dood, maar door wortelstekken van nieuw leven. AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

Cpasen3 2022 Hand 5; Apok.5; Joh. 21,1-19

[1] Vgl. Lc 24,11

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie