In de spotlight
Het is november in de moestuin bij de kleine kas naast de oude ingang van de abdij, waar vrijwilligster Marie-Anne Platteel haar stekje heeft gevonden, tien jaar geleden alweer. ‘Altijd november, altijd regen. Altijd dit lege hart, altijd’, dichtte J.C. Bloem zo mooi, maar in november staat Marie-Annes paradijsje vol majesteitelijke annabellen in herfsttint, nog blozend roze hortensia’s, vurige snijbieten en donkerrode rabarber. De kippen van broeder Kleopas kakelen in hun hok naast de kas en in het nieuwe spechtenhok wachten de walnoten op de eerste specht. De vogelhuisjes die je overal in de abdijtuin aantreft, zijn bedoeld om vogels te lokken die de eikenprocessierups op afstand moeten houden.
Dat is in een notendop wat Marie-Anne doet: uitzoeken en uitproberen hoe je op een natuurvriendelijke manier groente kunt verbouwen. Permacultuur heet dat, en het is een deel van het abdijproject Levende Aarde. ‘Je moet niet aan de bodem komen’, legt Marie-Anne, die bioloog is, uit. ‘Als je gaat spitten, maak je het bodemleven kapot, vooral schimmeldraden moeten rustig hun werk kunnen doen.’
Verder is het belangrijk dat je planten kiest die elkaar steunen: smeerwortel heeft bijvoorbeeld bladeren vol kalium, die kun je leggen onder de pruimenboom, want fruitbomen hebben kalium nodig om flinke vruchten te krijgen. Van brandnetels maakt ze brandnetelgier, een drankje dat je kunt gieten op andere planten om ze daarmee beter te beschermen tegen insectenplagen.
En natuurlijk gebruikt ze geen kunstmest maar de paardenpoep, ‘biologisch, zonder ontwormingsmiddel en antibiotica!’ die een paardenhouder uit het dorp haar graag komt brengen.
Marie-Anne woont op een flat in Egmond aan Zee en fietst, in de zomer iedere dag, door de duinen naar de abdij. ‘Dat is mijn zen-momentje.’ Op haar eigen manier leeft ze mee met het gebedsleven van de broeders. Ze leest bijvoorbeeld vaak de preken van vader Thijs. ‘Wat de broeders mij hebben geleerd, is wat nederigheid is. Dat dragen ze uit, in hoe ze hier zijn, in al hun bescheidenheid. En ze maken echt waar dat iedereen hier welkom is.’
De abdijtuin is gezegend met veel hulp van vrijwilligers. Op dinsdag en donderdag werkt er een ploeg en op iedere tweede zaterdag van de maand. Marie-Anne werkt meestal alleen en ’s zomers is ze er bijna elke dag. In de winter, tot april, heeft ze tijd om met vakantie te gaan. Dit jaar heeft ze gewandeld op Guernsey.
Een hoogtepunt in haar vrijwilligersleven is de jaarlijkse Natuurwerkdag, begin november, als een groep enthousiaste nieuwelingen haar komt helpen met grote klussen, zoals zevenblad-wortels te lijf gaan. Ja, dan moet de bodem toch een keertje omgespit.
‘Je voelt hier rust en vrede’, zegt Marie-Anne op de vraag wat haar hier brengt, elke dag weer. En er is tijd om mensen te ontmoeten.’
De kleine kas waar Marie-Anne zoveel voldoening vindt, ligt op het privéterrein van de broeders, maar u kunt een ecologische rondleiding boeken (iedere laatste zaterdag van de maand om 13 uur, vanaf april), dan leidt Marie-Anne Platteel u deskundig rond.
Je krijgt dan te zien hoe het project Levende Aarde handen en voeten krijgt. Je hoort waar de insectenhotelletjes het wél en waar ze het niet goed doen. Je leert waarom er potjes met stro in de fruitbomen hangen. Je ziet het verschil tussen de intensieve vlindertuin en de niet-intensieve vlindertuin. En daar is de krentenboom in de eetbare tuin, en kijk: een stuk middeleeuwse muur. Het allermooist is de Strabo-tuin in het tuindeel van de broeders: een kruidentuin met een heus soepstraatje, nagebouwd uit de overgeleverde geschriften van de 9de-eeuwse benedictijner monnik Strabo.
Marie-Anne kan zich vinden in een motto van vader abt en Dag Hammarskjöld: ‘Voor U in deemoed, met U in geloof, in U in stilte.’
We worden er stil van.
En o ja, natuurlijk kunt u ook tuinvrijwilliger worden!
tekst Renée Braams