Favoriete boeken van de Monniken
Wanneer je de bezoekers van een boekwinkel gadeslaat, rijst vaak de vraag ‘wat zouden die nou lezen, wat is hun favoriete boek?’ Is het een boek dit jaar uitgegeven of een boek wat al jaren meegaat en steeds opnieuw gelezen kan of moet worden. Deze vragen legden we ook voor aan de bewoners van de abdij.
Broeder Gerard, Broeder Frans, broeder Columba en broeder Kleopas lichten hun keuze toe:
Broeder Gerard Mathijsen
Geen enkele twijfel welk boek van het afgelopen jaar ik noemen wil: het is de nieuwe uitgave van de ‘Navolging van Christus’, vertaald en ingeleid door Frank De Roo, onder de titel ‘Thomas Kempis, De imitatie van Christus.’
Die titel is, hoe gerechtvaardigd ook, trouwens wel een puntje waarover ik kritisch ben. Heel prijzenswaard om de correcte naam op te delven, maar heeft de traditie ook niet haar eigen rechten? Veel historische figuren hebben pas later de naam gekregen waaronder zij bekend zijn gebleven. Ook Thomas zou ik zijn ingeburgerde naam laten houden. Maar deze opmerking doet niets af van mijn waardering voor dit prachtige boek, door uitgeverij Kok Boekencentrum op waardige wijze verzorgd.
De ‘Navolging’ is, in de uitgave als prismaboekje (fl. 1,25!) al sinds 1956 een boekje dat ik altijd dichtbij heb. Ik had daarom ook gedacht dat ik wel niet zou wennen aan de nieuwe vertaling. Maar die bevalt voortreffelijk, en bevat een schat van verwijzingen en verklaringen. De uitgave verrast door zijn volumineuze omvang: 509 blz.
De tekst van de vier boeken van de Imitatie is te vinden op de blz.83-125, 203-228,315-351,409-501. Daartussen dus 192 bladzijden, en niet gepagineerd 17 blz. bijzonder fraaie en goed gekozen platen met toelichting. Een schat aan informatie met veel waardevolle vondsten die Frank de Roo in jarenlange studie over Thomas en zijn tijd hier heeft samengebracht. Over zijn persoon, over wie veel viel te achterhalen, over zijn overige geschriften, over, de Moderne Devotie, over zijn tijd, over zijn fenomenale populariteit tot in de verste landen en bij de meest uiteenlopende personen.
Het is een stichtend boek, een boeiend boek, een in alle opzichten verrijkend boek, mijn lijfboek!
Broeder Frans Berkelmans
Begin oktober verscheen een nieuwe dichtbundel van Willem Jan Otten: ‘Septemberzee’.
Otten is een productief schrijver, maar niet een veeldichter. Hij laat zijn bundels langzaam rijpen. Zo worden ze als vanzelf mijlpalen die zijn levensgang markeren. Een trouwe lezer wordt oplettend: waar staat hij nu? Dat was, toen in 1998 ‘Eindaugustwind’ verscheen, duidelijk: de niet-gelovige dichter was gelovig geworden. Op volwassen leeftijd (augustus) was de wind gedraaid, de bundel luidde een nieuw stadium in. In ‘Op de hoge’ (2003) en ook in ‘Welkom’ (2008) was die nieuwe wind nog niet gedraaid. Het bleek een passaat te zijn die vastheid belooft. Met ‘Gerichte gedichten’ (2011) kreeg zijn poëzie in poëticaal opzicht een meer eigen karakter: de stem van de dichter richtte zich tot de lezer waarin de ultiem aangesprokene ook als transcendent kan worden begrepen. In ‘Genadeklap’ (2018) kwam het dichterlijk ik tot rijpheid, zou je kunnen zeggen.
Hoe komt deze persona in ‘Septemberzee’ (2024) op ons over? Het is inmiddels herfst. Met september gaat de zomer over in najaar, maar het is nog geen eindtijd. Voor een watersporter als Willem Jan Otten is de zee in september nog aangenaam warm. Maar er heeft zich toch al voelbaar een ander seizoen ingezet. Dat merk je in bijna alle gedichten: de dood is onder de aandacht gekomen. De dood van dierbaren (een viertal in memoriam-gedichten), de eigen dood. Daarop attendeerde trouwens al de flaptekst. De dichter heeft ook lijfelijk ingrijpende ervaringen opgedaan. Zijn falende hart komt meermaals ter sprake. Maar de dood inspireert vóór alles tot bespiegelingen over de tijd, over tijd en eeuwigheid. Over het besef van de eindigheid van menselijk bestaan, dat nieuwe ervaringen met zich meebrengt. Heel sterk is het besef, en zelfs de levendige voorstelling, dat eens het leven zal doorgaan zonder mij. Daar heeft hij zelfs een uitdrukking voor die als een vriendelijke noodklok de hele bundel doorbeiert: met zonder mij.
Hoe zal het er zonder mij uitzien, hiermee en daarmee, en vooral met haar, zijn partner. De hele bundel spreekt en speelt met wijsheid en nederige betrokkenheid op anderen, over de ons toegemeten levenstijd. Deze poëzie confronteert met rijpe menselijkheid, met een mens die kan relativeren, die niet prat gaat op eigen kwaliteiten; iemand die eigen fouten en geborneerdheid erkent, die barmhartig is voor andermans beperktheden.
Onder de titel ‘Met zonder mij’, een lichtvoetige titel met bloedernstige draagwijdte, bevat de bundel zelfs een hele cyclus, die begint met de hartoperatie, en memoreert onder meer ontroerend de relatie met zijn partner. De reeks omvat 22 gedichten, elk van twee vierregelige strofen. Die omvang is ongewoon. Het hebreeuwse alfabet telt 22 letters: alef, beet, gimel etc.). Een abecedarium? Deze vorm is, bij mijn weten, binnen de lyriek ongekend. Wel associeert deze vorm hier met een ervaring of werkelijkheid die alomvattend of uitputtund wordt geobserveerd. Hier zegt deze dichtvorm ook dat de ervaringen van de patiënt levensbedreigend en daarmee allesbepalend zijn.
Ook de gekozen versvorm is ongewoon. De regellengte loopt respectievelijk van 12 tot 16 lettergrepen (r 1), minder lang (r 2), korter (r 3), tot uiterst kort (r 4), in de tweede strofe van uiterst kort, minder kort, langer, tot uiterst lang. De zetter heeft moeten sjoemelen met de marges van rugwit en zijwit. Jammer dat hij er niet voor gekozen heeft de gedichtjes gecentreerd te zetten, dan had het zetsel de structuur van beide strofen samen duidelijker het silhouet van de zandloper zichtbaar gemaakt. En wat is meer ter zake voor een dichtwerk dat uitvoerig peinst over de ons toegemeten beperkte tijd?
Broeder Columba Dechamps
Deze 3 boeken van Thomas Keating O.C.S.O. vormen een drieluik en zijn een must voor wie zich wil verdiepen in ‘’Centeringprayer’’, een eigentijdse manier om je te oefenen in en open te stellen voor contemplatie. De boeken lopen als het ware in elkaar over en verdiepen elkaar. ‘’Intimacy with God’’ komt ook uit in het Nederlands, eind 2025. Deze gebeds/meditatie methode is voor iedereen, en is vrij eenvoudig. Wereldwijd zijn er honderden mensen met elkaar verbonden via Zoom om samen Centeringprayer te beoefenen. Deze boeken zijn tevens in het Engels verkrijgbaar, te weten:
- Open geest, open hart: Open mind, open heart.
- Intimacy with God: Verschijn volgend najaar in het Nederlands
- Leven uit liefde: Invitation to love
Broeder Kleopas Labeur
Boeken zijn bij ons in de abdij nooit ver weg en zelfs als je niets leest, krijg je dagelijks, naast de schrift, twee boeken mee die we aan tafel lezen. Ook dit jaar lazen we weer allerlei interessante boeken. Voor mijn professie kreeg ik een hele stapel en voor studie dook ik de nodige keren in onze bibliotheek.
Toch was er een boek dat er dit jaar uitspong, ‘Een Vlecht van Heilig Gras’ geschreven door Robin Wall Kimmerer.
Ik kreeg het cadeau en was meteen gefascineerd. Robin vertelt hoe ze al worstelend haar pad vindt bij het doceren van bosecologie tussen de wetenschap en de wijsheid van haar stam de Potawatomi. Het boek is een bundeling van verhalen waarbij nootjes, bomen, buren, bizons, meren, gras en bloemen ons vragen stellen en wijsheid bijbrengen over taal, dankbaarheid, vette en magere jaren, wederkerigheid, moederschap en wereldbeeld.
Dit boek is een aanrader voor iedereen die het oor eens te luisteren wil leggen bij een vrouw die de wetenschap verrijkt met een niet-westerse blik. Ik ben erg getroffen door hoe mooi het boek de principes van ons project de Levende Aarde aanvult. Het voelde als een dialoog en een pleidooi om oude tradities te blijven vertalen voor volgende generaties en ze ook te leven. We zijn allereerst een ziel, ook collectief, die onze werkelijkheid altijd zoekt te verbinden met de Allerhoogste. Een aanrader om te lezen en door te geven, PAX!