Preek van broeder Gerard Mathijsen 20 december 2020

Zondag 4 in de advent B

2 Sam. 7, 1-5, 8b-11,16;Rom. 16, 25-27, Lc.1, 26-38.

Dierbare broeders en zusters, De advent is al voor een groot deel gevorderd, wij naderen  Kerstmis: in de nacht van donderdag op vrijdag a.s. mogen wij de Geboorte van de Verlosser van onze wereld vieren. Intussen heeft een nieuwe lockdown voor veel mensen de wereld donkerder gemaakt. Maar we mogen uitzien naar Kerstmis, waarin het kind Jezus licht brengt binnen de uitzichtloosheid van de nacht. De liturgie leidt ons in een prachtige opbouw naar het kerstfeest: de vier zondagen van de Advent, de dagen vanaf 17 december, met eigen teksten, eigen melodieën helpen ons om in de goede gesteltenis het feest mee te vieren. De geboorte van Jezus is het heilsgeheim dat wel het meest opgenomen is door onze Westerse samenleving, het feest wordt door iedereen omarmd, door iedereen gevierd, ook al ontgaat heel veel mensen de diepe inhoud. Andere feesten wil men nog wel eens ter discussie stellen: Hemelvaart, Pinksteren, maar het Kerstfeest lijkt van ons allemaal. En we hoorden het ook in de Romeinenbrief van Paulus: het goede nieuws dat Jezus brengt en dat eeuwenlang verborgen bleef, is krachtens de opdracht van de eeuwige God openbaar geworden en aan alle heidenvolken bekend gemaakt om hen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof, aldus de apostel. Ja, daar zegt hij wat. De plannen van God, en dat zijn plannen van onbegrijpelijke liefde, onvoorstelbaar groot, worden bekend, om ons te brengen tot geloof.

In de eerste lezing hoorden wij al over Gods heilsplan. Hij wil voor Israel een huis bouwen, waar alle volken een toevlucht mogen vinden.

Een huis waar Hij, de Eeuwige, bij zijn volk wil wonen. Koning David is daar gevoelig voor, hij schikt zich erin dat niet hij de Heer een tempel mag bouwen, maar zijn zoon  Salomon die hem zal opvolgen. Salomon heeft dit werk volbracht en de Heer nam zijn intrek in het heiligdom en woonde er, zolang het huis van David trouw bleef aan zijn verbond en zich niet afgaf met andere goden.

Met de geboorte van Jezus Christus komt God, in een tijd dat Israel onder de voet is gelopen en door de Romeinen bezet, op een nieuwe wijze present onder de mensen. Allereerst weer te midden van zijn uitverkoren volk Israel, en allerinnigst in Maria die Hij uitkiest als een levende tempel, en van wie wij geloven dat zij door de genade op die uitverkiezing is voorbereid op de meest sublieme wijze.

Over Maria, de Moeder Gods, komen de dichters, de theologen, de heiligen, de kunstenaars van alle soort, nooit uitgezongen. Zij kunnen haar heiligheid en deugd niet overdrijven. En tegelijk is zij ons allen nabij, in onze kleinheid en armoede, in onze schamelheid en zondigheid, zij wil geen afstand tussen zich zelf en wie ook van de mensenkinderen. Daarin bestaat haar moederschap van Jezus: haar uitverkiezing verwijdert haar niet van ons maar brengt haar ieder mens nabij, maakt haar tot moeder van allen.

Centraal staat vandaag het geloof van Maria, haar overgave, haar instemming. Daardoor heeft zij de komst van Jezus mogelijk gemaakt, dat is haar verdienste en haar grootheid. Zij heeft dat gedaan op voorbeeldige wijze. Op voorbeeldige wijze: daarmee is gezegd dat haar houding oproept tot navolging. Door haar gelovige instemming komt Jezus ter wereld, komt Hij onder ons, kan Hij aanwezig blijven in mensen die in Hem geloven en van Hem getuigen.

Maria heeft het komen van Jezus in ons midden mogelijk gemaakt door haar houding van geloof en overgave.

In de advent verwachten wij Christus als de komende. Vindt Hij in ons dezelfde gezindheid die zijn Moeder bezielde: eenvoud en geloof, overgave en dienstbereidheid? Mensen zijn in de weer, voor elkaar, voor zich zelf om ondanks de beperkingen die zijn opgelegd er iets van te maken. Laten we daarbij niet vergeten oog en hart te hebben voor wat van Godswege naar ons toekomt. Jezus heeft gezegd : “Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de roes en de dronkenschap en de zorgen van het dagelijks leven. Wees waakzaam voor de dag die komt”.

Broeders en zusters, laten wij ons bewust zijn dat belangrijker dan alle traditionele kerstgewoontes, gebruiken, recepten, beleefdheden, ons geloof is in de komst van de Zoon van God te midden van ons. Dat wij vòòr alles aandacht hebben voor wat naar ons toekomt van Godswege, en dat het beste kerstgeschenk dat wij elkaar kunnen bieden erin bestaat Kerstmis te vieren als het feest van Gods nabijheid in het leven van ieder van ons. Dat is zeker gemakkelijker gezegd dan waar gemaakt. Maar die kerstgenade verwachten wij. De Moeder van Jezus moge ons daartoe bijstaan, zodat er gezegende dagen komen in deze donkere tijd.

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden