Preek broeder Thijs zondag 7 juni H. Drieëenheid

AdhJ 2020 Drieëenheid Ex 34,4b-6.8-9; 2 Kor. 13,11-13; Joh 3,16-18

 

De afgelopen maanden leken veel van onze contacten op een virtuele wereld. Het was fijn dat de techniek de mogelijkheid tot contact bood, maar een kus geven, of een hand reiken is toch iets anders dan een groet via een computerscherm of telefoon. Dat voelt niet alleen afstandelijk, maar ook abstract, de ziel, het vlees en bloed zit er niet in.

Voor menigeen is ook het feest van de Drievuldigheid niet iets waarbij het hart sneller gaat kloppen of waarvan je rode wangen krijgt. Éen God in drie personen, Vader, Zoon en Geest, wat moeten we er ons bij voorstellen, waar gaat het eigenlijk om? Heeft dat wel een relatie met ons dagelijks bestaan of is het een vorm van hogere theologische wiskunde?

Drievuldigheid, is dat God in meervoud?

Meervoud is misschien niet het juiste woord voor God, maar dat woord geeft wel iets aan van wat wij de laatste maanden bij alle zorg en pijn opnieuw hebben ontdekt. Was het grote woord in ons denken en doen voordien individualisme als het  kenmerk van onze veel geprezen cultuur, nu lijkt er een omslag plaats te vinden. Saamhorigheid en verbinding zijn woorden die een nieuwe lading hebben gekregen. ‘Leven in verbinding is de hemel en leven zonder verbinding is de hel’, hoorde ik dezer dagen zeggen. Dat was een uitspraak niet op grond van een theorie, maar als resultaat van geleefde ervaring de afgelopen maanden.

Als dat geldt voor ons mensen die geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis, geldt dat dan ook niet degene wiens beeld wij zijn?

‘Leven in verbinding’, dat behoort tot het wezen van ons mens-zijn en waar we dat vergeten, als we daar geen tijd en ruimte voor maken, doen we aan ons mens-zijn tekort en verschrompelen wij.

Ter illustratie een ervaring. Op een zonnige donderdagmiddag, zo’n vijftig jaar geleden, maakte ons noviciaat zijn gebruikelijke wekelijkse wandeling. Gewoonlijk was de novicenmeester onze metgezel, maar dit keer was het vader abt die meeging.  De tocht liep niet door het duin, zoals gewoonlijk,  maar door de polder. Nu was het de regel dat op zo’n wandeling nergens bij een heilig huisje werd aangelegd. Maar aan de rand van Castricum stelde vader abt voor even een groet te brengen aan een oud echtpaar op een boerderij.  We klopten aan en na enig wachten en geschuifel werd de deur opengedaan en was er een verrast: ‘kom binnen’.  De bomen voor het huis beletten de zon om de kamer in het licht te zetten.  Het was binnen schemerdonker, waar de oude vrouw en man ieder in een stoel zaten. Vader abt vroeg of we het gesprek niet verstoorden. Nee, zei de man, wij zaten stilletjes bij elkaar, want we hoeven niet zo veel meer te zeggen.

Als wij vandaag stil blijven staan bij het geheim van de Drie-eenheid, dan is met dat beeld van die twee oude mensen stil in de kamer misschien alles gezegd voor wie oren heeft.

Daar zaten twee mensen die in een lang leven met elkaar waren vergroeid. Ze hadden er geen woorden meer voor nodig, de stilte was de band die hen met elkaar verbond. Geen doodse stilte, maar een die vruchtbaar was, en de kamer hulde in een ongeziene gloed en warmte. Ik ben het nooit vergeten.

Hier was sprake van meervoud en van eenheid,  ja, van communio, van gemeenschap. Twee personen, man en vrouw en de stilte als derde, als de Geest die hen verbond.

Verbinding, gemeenschap, communio, die vinden wij ook en bij uitstek in God, naar wiens beeld wij geschapen zijn.

In de loop van het liturgisch jaar hebben wij dit gevierd   In Jezus, wiens levenspad wij hebben gevolgd, hebben wij ontwaard hoe God zich naar onze wereld heeft toegekeerd. Hij, in wie wij het bewegen en zijn hebben, Hij zelf is niet ver van ons gebleven, Hij heeft gemeenschap met ons gezocht, omdat Hij zelf verbinding zoekt en is.

Aan ons gelijk geworden in de gestalte van het vlees, is Jezus geboren uit een vrouw, heeft Hij al het onze gedeeld, uit liefde, om ons in dat verbond van liefde te betrekken. Die communio die begin en einde is van al wat is. Verbinding tussen hemel en aarde, maar ook verbinding op de aarde tussen al wat leeft en adem haalt.

Wij hebben in het kerkelijk jaar gezien en geproefd hoe Jezus verbinding aanging met jan en alleman, opdat allen leven zouden vinden en niet in eenzaamheid zouden verkommeren. Was niet de maaltijd de favoriete plek waar hij mensen samenbracht en ze het brood en de beker reikte als teken van de gemeenschap waartoe wij zijn geroepen en begenadigd?

Hij stichtte gemeenschap en verbinding, omdat hij zelf leefde uit de verbinding met hem die hij zijn Vader noemde. Hij leefde uit Hem  en met Hem en in Hem.

Jezus, hij leefde uit verbinding en voor verbinding. Verbinding met de Hemel en verbinding op aarde.

Die verbinding met de hemel, met de Vader, zocht hij bij uitstek in de stilte van het gebed. Soms de nacht lang. Een stil gesprek – denk aan die twee oude mensen stil in de kamer- zo ook verkeerde  Jezus in het gebed in de stille presentie bij de Vader, uit wie en door wie en naar wie  hij toe leefde.

In zijn omgang met mensen was het al niet anders. Daar beminde hij vanuit de stilte die hem de ander, ons, deed zien in het licht van de Vader, als mensen die beminnenswaard zijn, hoe arm of rijk, hoe geslaagd of mislukt ze ook lijken.

Vader, Zoon en Geest, een verbintenis, een communio, die de ziel is van ons bestaan, en die het geheim is van zijn eigen wezen, een en al betrokkenheid, uitgaan en ingaan, een zich naar de ander toeneigen en hem verwelkomen, opnemen in de gemeenschap die leven geeft en leven is.

Leven uit dat geheim van de goddelijke communio, het wordt treffend verwoord in een korte dagboekaantekening van Dag Hammarskjöld, een groot en integer politicus en een ware Godzoeker. Iemand die steeds weer verbinding trachtte te leggen tussen volkeren en mensen tot aan zijn tragische dood.  Ik eindig met zijn woorden, en nodig u uit ze in uw hart te laten resoneren:

‘ Voor U in ootmoed, met U in geloof, in U in stilte’[1]

[1] Dag Hammarskjöld: Merkstenen, notitie 1955/7

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden