Preek broeder Thijs zondag 21 juni 2020

Adhj13 2020 Jer 20,10-13; Rom 5,12-15 Mt 10,26-33

Het leven is een groot geschenk, maar mogelijk is dat niet de ervaring van de 70 miljoen vluchtelingen wereldwijd, die wij van daag bijzonder in ons gebed gedenken.  Soms kom je in zwaar weer terecht, tref je obstakels die je niet had verwacht. En ben jij het niet die het treft, dan is het wel een ander of zitten we samen in het schip van een ontwrichte samenleving. Het kan meezitten, het kan tegenzitten, het kan je uitdagen, het kan je verlammen en angst aanjagen.

De lezingen van deze zondag confronteren ons met die weerbarstige werkelijkheid, ze kijken er niet van weg, en ze worden ons aangereikt als een medicijn en als een gids om niet te bezwijken op de tocht, maar om te blijven zoeken en kiezen voor wat uitzicht biedt op leven in waarheid, op leven in Gods licht.

De profeet Jeremia, die in de eerste lezing aan het woord kwam, werd al heel jong de profetenmantel omgeworpen. Hij voelde zich voor die rol te jong en niet geschikt. Maar de woorden werden hem in de mond gelegd, en het vuur voor de waarheid was een brand in zijn binnenste.  Zijn ziel, dat kleine vogeltje met twee vleugels, gaf stuwkracht en richting aan zijn doen.

Twee vleugels heeft de ziel, zoals er in de Schrift ook twee stenen tafelen zijn. De ene vleugel is die opwiekt naar de hemel. Hij geeft de vlucht aan de lof Gods. De andere vleugel van de ziel is die de duikvlucht maakt naar de aarde om zorg te dragen voor al wat ons is toevertrouwd op onze levensweg. Waar één van die twee vleugels het af laat weten, stort de ziel naar beneden en is de dood niet ver meer. Want een zielloos bestaan is een leven niet geleefd.

Jeremia heeft tijdens zijn leven op de wiekslag van beide vleugels van de ziel zijn roeping vervuld. Hij heeft zijn volk vermaand God en zijn gebod te koesteren en te onderhouden. Maar het was veelal spreken aan dovenmansoren. Zijn kritische woord, dat leven beoogde werd gezien als een aanklacht en een bedreiging van het gevestigde bestaan. De waarheid is soms moeilijk te verdragen.

Dat was toen zo en heden ten dage is het niet anders. Vrome woorden, zwaaien met een bijbel, wat is het waard, als het niet gepaard gaat met het behartigen van waarheid en recht? Liturgie kan er heel mooi uitzien, maar waar ze niet samengaat met onbaatzuchtige zorg voor de naaste, geschapen naar Gods beeld, is het afgodendienst. En alle sjouwen en sloven voor armen en onderdrukten, voor achtergestelden en gediscrimineerden is prijzenswaardig en kan niet genoeg worden gedaan, maar als het moment van stilte, klaagzang en lofzang ontbreekt, is het risico niet ver dat daarbij stellingen worden betrokken die het leven niet dienen.

Jeremia werd geroepen om stem te geven aan Gods visioen met onze aarde. En dat is een eenzaam avontuur. Tegenkrachten laten zich gelden die niet gericht zijn op een lovend en liefhebbend bestaan, maar op knechten en kleineren, je ziel verkopen voor wat het leven van de ander niet dient, neerhaalt.

Wij zijn allen geroepen tot een gemeenschap  waar de daad bij de lofzang wordt gevoegd. Een leven in de waarheid. Een waarheid die verplicht en geen goedkope genade is.

Jeremia, hij heeft ervaren wat die dienst aan de waarheid kost. Nagewezen, zijn naam zwart gemaakt, gevangen gezet, in een put geworpen, tegen wil en dank naar Egypte meegenomen zoals eens Jozef die door zijn broers werd gehaat. Het is een oud verhaal en het lijkt of we het nooit leren.

De waarheid, zij wordt gedragen door de twee vleugels van de ziel. Maar bij tegenweer is het een zware en moeitevolle vlucht. Tegen de wind in, bij storm en regen. Dan meldt zich  de bekoring om het op te geven, ontstaat er twijfel, of voel je je helemaal alleen. Zonder tochtgenoot en ook zonder God. Jeremia weet er alles van, hij lijdt onder het isolement en de vervolging, maar hij lijdt ook onder het zwijgen van God, wiens weg hij bij tijden niet begrijpt.

En toch, vandaag horen we te midden van die beproeving hoe een wiekslag van omhoog hem draagt, hoe hij God aan zijn zijde weet als een machtig strijder. Dat kan heel agressief overkomen, maar probeer het eens te verstaan als een beeld van Gods trouw aan het getuigen voor de waarheid, hij schaart zich achter de profeet en staat naast hem. Het loflied is dan ook het laatste woord van Jeremia vandaag, een woord van alzo hoge.

Het evangelie van vandaag sluit vrijwel naadloos aan op het verhaal van de profeet.  Een woord aan al die mannen en vrouwen die Jezus zijn gevolgd en die in zijn voetspoor leven voor Gods Koninkrijk, een gemeenschap waar iedereen wordt gezien en geacht, geroepen om te leven op de adem van God. Zwart of blank, geel of rood, allemaal kinderen van God.

Maar die roeping staat gedurig onder druk, want steeds weer zijn er tegenkrachten, van buiten af en van binnen uit. Want een samenleving, hoe christelijk ze zich soms ook noemt, geeft zich niet zomaar gewonnen aan de waarheid. Zij doet maar moeilijk afstand van vermeende rechten van deze of gene groep, ja, ze loopt soms achter leugens aan die dat visioen van het koninkrijk Gods geweld aan doen. En ook wij zelf, ieder voor zich, waarvoor kiezen wij, waarvoor leven wij? Op welk kompas gaat onze vlucht?

Wij horen vandaag een verhaal over een profeet en we horen de stem uit het evangelie. Zij spreken niet van een gemakkelijke weg, integendeel, het is een parcours waar je voor keuzes komt te staan, waar je door angst en vrees overvallen kunt worden. Maar de waarheid die zo weerloos is als een mensenkind, zij vraagt om gediend en verdedigd te worden.

Jezus is zelf de weg gegaan en hij gaat hem met ons. In de stilte van de nacht, in het gaan en staan onderweg, heeft hij zijn innerlijk kompas laten ijken en richten door Gods woord en door Gods stille wenken.

De angst is hem niet bespaard, maar hij heeft ook weet van vertrouwen dat zijn leven  geborgen is in Gods hand als dat van een mus. Hij heeft geleefd op de wiekslag van de ziel, bewogen door de wind van Gods Geest

Bidden wij om moed  om te volgen op die hoge vlucht, tot zegen van allen. Amen

 

 

 

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden