Preek 8 mei 2022

Vierde zondag van Pasen, 8 mei 2022  Schriftlezingen: Hand 13.14,43-52; Apoc 7.9,14b-17; Joh 10.27-30

Vandaag is het roepingenzondag. Roeping is van alle tijden, en elke dag nieuw. Roeping is heel bijzonder, ieder mens heeft een eigen roeping. Die te verstaan, daaraan gehoor durven geven: daarvoor is vandaag ons gebed gevraagd. De Heer riep Adam in het paradijs, Hij riep Mozes vanuit het brandende braambos. Johannes spreekt in de tweede lezing over een geweldige menigte, die niemand tellen kon. Wij mogen erop vertrouwen dat God elk mens telt, dat Hij ieder kent en liefheeft, en niemand verloren laat lopen. Maar om onze roeping te verstaan moeten we weten te luisteren. En luisteren: zijn we daar wel goed in? Ja, heel wat mensen beginnen de dag met de radio aan te zetten, en luisteren naar de media. Ze hebben geluid nodig, en verdragen geen stilte. Maar misschien verleren we daardoor wel om goed te luisteren. Het is oor in, oor uit, het geluid gaat langs de oren heen maar komt niet binnen. En niet alleen dat van de media. Maar ook wat onze huisgenoten graag willen communiceren vindt geen gehoor. En soms zijn we overtuigd dat we onze opdracht goed verstaan, maar blijkt het toch anders te zijn.   Saulus beeldde zich in dat het zijn roeping was christenen te vervolgen. Totdat hij vernam dat hij gezonden werd om de mensen te verkondigen dat Gods liefde hen verschenen was in Christus Jezus. De christenvervolger werd een apostel: geroepen om het evangelie te verkondigen. Overal waar hij komt gaat Paulus dan eerst naar de synagoge. Hij roept zijn volk, Gods uitverkoren volk, op te geloven in het evangelie van Jezus Christus. Hij staat binnen het Jodendom en heeft een boodschap voor zijn broeders, voor de joden. Dat zegt hij hen ook: “De boodschap van de Heer moest het eerst onder u bekend gemaakt worden”. Maar de joden van Antiochië zijn verontwaardigd dat ook heidenen deel zouden kunnen krijgen aan Gods uitverkiezing. En zo’n vooringenomen houding houding is allerminst verleden tijd, zij herhaalt zich steeds weer in de geschiedenis, al is het ook op een andere manier. De jaloerse joden uit de synagoge van Antiochië zijn de gelovigen van elk uur, van elke generatie, zijn zij die denken het evangelie al te bezitten, en in pacht te hebben. Die denken dat ze niet meer hoeven te luisteren, of die niet luisteren met hun hart, en niet van plan zijn om zich te bekeren en te veranderen. Als het woord hen onttrekt aan de zekerheid van het eigen weten of aan het geconcentreerd zijn op zichzelf, als het evangelie de grenzen van de eigen groep, de clan, het ras, de natie verstoort en doorbreekt, laten ze hun ongenoegen duidelijk blijken. Wat in Antiochië gebeurde, is iets waar elke gelovige, elke kerkelijke gemeenschap voor op zijn hoede moet zijn, voor die individualistische mentaliteit, die een muur bouwt tussen eigen belang en de ander. In de geschiedenis zien we steeds weer hoe een volk, een natie, een land overtuigd kan raken van de eigen superioriteit en van de opdracht om anderen klein te krijgen en klein te houden, ja zelfs uit te roeien. Dat kan in de politiek, maar ook in de vroomheid. Godsdienstoorlogen bewijzen het. En als je denkt dat je de Heer al kent, dat je Hem bezit, leidt dit ertoe dat je jouw hart niet meer bekeert en de oproep negeert om de Heer te volgen in nederigheid en dienstbaarheid. Dat is in tegenspraak met het evangelie, meer nog: zo beledig je het zelfs. Jezus en zijn evangelie volgen geeft nooit een zekerheid die ten koste gaat van anderen en anderen buitensluit. Je roeping als christen verstaan betekent bereid zijn te luisteren en het eigen hart te veranderen, te verruimen. In het evangelie van vandaag zegt Jezus: “Mijn schapen luisteren naar mijn stem; Ik ken ze en ze volgen Mij” (Joh 10, 27). Trouw zijn aan de Heer betekent dat je luistert naar zijn stem en Hem elke dag volgt, waarheen Hij je ook brengt. Dat is het tegenovergestelde van gemakzuchtig en hoogmoedig in de synagoge van Antiochië blijven zitten. Aan wie luistert en aan wie Hem volgt – de enige manier om Hem te volgen is luisteren wanneer Hij spreekt en op weg gaan langs de straten van de wereld – belooft Hij eeuwig leven: niemand van zijn leerlingen zal verloren gaan, zegt Jezus met de zekerheid van iemand die macht heeft die reikt tot over de dood. Hij voegt eraan toe: “Niemand kan hem ontrukken aan de hand van mijn Vader”. Hij is een goede en sterke herder, die veel om zijn schapen geeft. Het leven van hen die naar Hem luisteren, ligt in de handen van de hemelse Vader – die niemand vergeet en die altijd steun bieden. Daarom is het eeuwig leven. Eeuwig leven is  niet geformuleerd als belofte voor na de dood. Het is leven dat niet stuk te krijgen is, zelfs niet door de dood.

De korte evangelielezing van vandaag klinkt naast de lezing uit Handelingen als een woord van bijzondere bemoediging.  Als een «en toch»! Spreekt Handelingen van een afwijzing van Israël, van het stof van je voeten schudden als teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben: hier wordt daar tegenin gezegd dat de Goede Herder zijn schapen nooit in de steek laat; Hij staat met zijn leven voor hen in. En ook, dat niemand ze aan de Vader kan ontrukken. De Vader en Jezus, de Goede Herder zijn één, en zij laten geen schaap verloren gaan. Het evangelie is een boodschap van vreugde, een woord van leven voor ieder mens. Het is onze roeping die boodschap te verkondigen, meer door ons leven dan door onze woorden. Van ons wordt ook gevraagd dat wij bidden om mensen die deze boodschap levend houden, door prediking, maar allereerst door hun wijze van leven. Voor priesters en kloosterlingen, die hun roeping hebben, maar niet te vergeten voor mensen met een verantwoordelijke opdracht in de samenleving, voor politici en bestuurders, en natuurlijk voor onze moeders, de allereersten die het leven doorgeven en voeden en behoeden. Laten we hen in ere houden.

br. Gerard Mathijsen

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden