Preek 6 juni 2021

SPANNINGEN

In onze samenleving zijn we gewend geraakt aan snel reageren. Maar dat een eerste reactie niet altijd de beste is, bleek me bij de voorbereiding van de preek van vandaag. Toen ik het evangelie van deze viering las, kwam spontaan als eerste reactie de vraag: ‘wat moet ik daar nu mee beginnen?’

Eerste reactie, maar daarna nog eens lezen, en nog eens, en stil de tekst laten binnenkomen. Gaandeweg gebeurde er iets, er tekende zich een patroon af bij de personen die in het verhaal voorkomen. En wat eerst ver weg was en vreemd, kwam dichtbij en werd een spiegel van ons leven.

Wat gebeurt er in dit verhaal?

Allereerst zien we Jezus na zijn eerste publieke optreden naar huis terugkeren. Hij heeft succes gehad en het lijkt erop dat hij de regie over het leven daarmee is kwijtgeraakt.  Populariteit is mooi en leuk, maar wat als je leven als het ware wordt overgenomen door de publieke opinie en de media? Marcus vermeldt dat er niet eens meer tijd was om te eten.

Nu ging het Jezus niet om succes. Hij wilde zelf niet in de kijker staan, maar heel zijn doen en laten was gericht op heling van mensen en op de dienst aan Gods koninkrijk. Gods zorg voor mensen stond centraal. Maar ja, de buitenwacht gaat met zo’n verhaal op de loop en dan wordt er gepraat. De een is voor, de ander stelt er vragen bij en weer een ander zegt dat die man niet bij zijn verstand is.

En wanneer de familie er lucht van krijgt, komen ze overhaast want ze horen hoe hij voor gek wordt uitgemaakt. Dat komt de goede naam van de familie te na. Dat moeten ze voorkomen.

Maar hebben ze het wel bij het rechte eind? Volgen ze zonder nadenken wat ’men zegt’’, het gepraat in de straat, of hebben ze een eigen opvatting over de situatie. Het evangelie laat het in het midden, maar de context doet vermoeden dat de publieke druk de doorslag geeft.

De tweede groep die op het gebeuren reageert zijn de Schriftgeleerden die uit Jerusalem gekomen zijn. Die komen van ver en ze hebben een heldere en klare mening over wat hier gebeurt. Beëlzebub huist in hem. Het zijn de mannen van macht en orde, van regel en wet. Zij kennen de wet op hun duimpje en ze weten van orde. Het optreden van Jezus past daar niet in, meer nog, vanaf het begin van zijn optreden laat hij zich juist in met mensen die bij de Schriftgeleerden buiten de boot vallen, omdat er moreel, fysiek, geestelijk of etnisch iets op hen valt aan te merken.  Deze handhavers van het religieuze gezag doen ongetwijfeld met overtuiging en toewijding hun werk, maar vraag is ze of ze ook Gods werk doen. Zijn de grenzen die ze trekken en de maat die ze aanleggen niet al te zeer mensenwerk?

En dan krijgen we de reactie van Jezus op de boute uitspraak van de Schriftgeleerden. Het lijkt in eerste instantie lik op stuk. Zo vierkant als de veroordeling was, zo hard zijn Jezus’ woorden. Hij kapittelt de mannen met eenzelfde goddelijk aanspraak als zij deden. Hij doet geen enkele poging tot verzoening. Waarom deze reactie? Een zonde tegen de heilige Geest, noemt hij hun gedrag, erger kan het niet.

Menig commentaar stoort zich aan Jezus’ onverbloemde optreden, maar wat staat er op het spel? Werk van de duivel wordt hem verweten door de Schriftgeleerden en dat raakt Jezus in het hart. Want de duivel is bij uitstek degene die verdeeldheid zaait. Daarvoor gebruikt die duistere figuur allerlei methodes, vrome en minder vrome, slinkse en publieke. Verdeeldheid zaaien, scheiding maken tussen wij en zij, tussen goeden en kwaden. De Schriftgeleerden zijn experts in het scheiden van goed en kwaad, gelovig en ongelovig. Dat zijn categorieën die op zijn tijd nuttig zijn, maar als ze op de verkeerde plaats worden gebruikt, dan is het leed niet te overzien, dan worden mensen afgeschreven en uitgeschreven. Maar daarvoor is ons het woord van God niet gegeven. Dat is een duivels gebruik ervan in de mantel van de vroomheid.

En Jezus, hij doet precies het omgekeerde, want zijn doen en laten wordt bepaald door de Geest die samenbrengt en heling bewerkt. Heel zijn doen en laten is ‘het openzetten van deuren in plaats van ze te sluiten, om zo Gods helende, verzoenende, scheppende en vergevende werk doorgang te geven’.[1] Niet dat hij alles goedkeurt of het kwaad door de vingers ziet, maar mensen kun je maar winnen en op de weg naar bekering en heling zetten als je ze niet afschrijft. Als je ze, zoals God zelf doet, blijft zoeken en beminnen.

In deze discussie gaat het om het hart van het evangelie, om de ziel van God, en daar is voor Jezus geen compromis mogelijk. Dan zou hij zichzelf verloochenen, zijn roeping en zending. Hij is niet gekomen om te veroordelen, maar om te redden, om beeld en gelijkenis te zijn van Gods barmhartigheid.[2]

Lasteren tegen de heilige Geest noemt Jezus hun gedrag. Het scheppende en helende werk van God in het alledaagse bestaan blokkeren of tegenwerken, is er iets ergers denkbaar?

De Schriftgeleerden hebben het goed gezien. Jezus is thuisgekomen met een menigte die zij niet zouden willen ontvangen, tollenaars, zondaars, zieken en mensen van allerlei slag. Zij verdelen in goeden en kwaden, gelovigen en ongelovigen, Jezus verzamelt en heelt om alle kinderen van God bijeen te brengen, allen door God bemind en geroepen tot nieuw leven.

Het verhaal eindigt met een hernieuwd verschijnen van de familie. Ze willen hem spreken. Kwamen ze in het begin van het verhaal omdat er over hem gepraat werd, nu komen ze en menen ze als biologische familie voorrang te hebben. Maar Jezus wijst naar de kring om zich heen. Daar zit zijn grote familie, want als ware zoon van God denkt en leeft hij niet vanuit wij en zij, maar gedreven door de Geest is het één groot wij, allen kinderen van God,  geroepen elkaar tot zegen te zijn. AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

Bdhj10  2021  Mc. 3,20-35

[1] Vgl. Rowan Williams: Stilte en honingkoek pg. 126

[2] Vgl. Mc. 2,17; Lc. 6,36;

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden