Preek 24 september 2023

Zondag 25 dhj A   –   24 september 2023

Jes. 55, 6-9; Fil. 1,20c-24+27a; Mt. 20, 1-16

Dierbare zusters en broeders,

Eerlijk gezegd heb ik die eigenaar van de wijngaard altijd een merkwaardig mens gevonden. Alleen al de manier waarop hij zijn medewerkers aanwerft. Steeds maar weer naar de markt lopen om de mensen die hij daar ziet staan te ronselen voor zijn oogst. Blijkbaar was er haast bij om die oogst die dag nog helemaal binnen te halen. Maar dan, als het op uitbetalen aankomt maakt hij het helemaal mooi. De mensen die ’s morgens vroeg zijn begonnen, en de hele dag hebben gewerkt moeten nu het langste wachten op uitbetaling. En als ze dan eindelijk aan de beurt zijn, merken ze dat ze geen cent mèèr krijgen dan de lui die net voor sluitingstijd nog zijn komen aanlopen. Dat is toch niet eerlijk!  Wie voelt niet mee met hun verontwaardiging? Zij voelen zich verongelijkt en achtergesteld, ook al krijgen  zij wat tevoren overeengekomen was.

Evenals de vorige week vertelt Jezus ons in het Evangelie een merkwaardige parabel. Ik las de vorige week het commentaar van iemand die niet begreep dat de koning in de parabel van Mt. 18, die ons toen werd voorgelezen,eerst iemand zijn schuld kwijtscheldt, maar naderhand, als de man zich niet sympathiek gedraagt tegenover een ander, het kwijtgescholdene toch weer opeist! Het is toch: “Eens gegeven blijft gegeven!” Het Lijkt wel of Jezus ervan houdt zijn toehoorders op het verkeerde been te zetten.

De eigenaar van de wijngaard ging vijf keer op dezelfde dag naar het dorpsplein om arbeiders voor zijn wijngaard in te huren: bij zonsopgang, om negen uur, om 12 uur, om drie uur en opnieuw om vijf uur. Er werd gewerkt van zonsopgang, rond zes uur ’s ochtends tot zonsondergang rond zes uur ’s avonds. De eerste mensen die in de gelijkenis worden ingehuurd werken dus twaalf uur, de laatsten maar één uur. Toen hij hen aannam, beloofde de meester van de wijngaard aan ieder, de eersten en de laatsten, een denarie, het normale loon voor een hele dag. Hij beloofde hetzelfde aan iedereen, en was dus van mening dat de arbeiders die maar een uur of een deel van de dag hoefden te werken net zoveel recht hadden op dat loon als degenen die de hele dag hadden gewerkt.

Toen het avond werd, kregen ze allemaal hun loon. De taak om de arbeiders te betalen lag bij degene die toezicht op hen hield. ‘s Avonds verzamelden ze zich rond de kleine betaaltafel en na ontvangst van het dagloon, ging normaal ieder meteen naar huis. Blijkbaar opzettelijk om “de eersten”, zij die de hele dag gewerkt hadden, te laten zien hoeveel “de laatsten”, die maar één uur gewerkt hadden, kregen  liet de eigenaar van de wijngaard aan die laatsten eerst betalen. De eersten die er een hele dag hadden opzitten moesten hun beurt afwachten, en hadden nu ook nog vertraging bij de uitbetaling. Tot hun verbazing zagen ze de arbeiders van het laatste uur een volledige dag loon krijgen. Nu verwachten zij zelf ook iets extra betaald te krijgen, maar zij kregen slechts de afgesproken denarie. Onmiddellijk is er verontwaardiging. Nadat ze het gewicht van de hele dag en de hitte hadden doorstaan, voelden ze zich gekrenkt dat ze niet meer kregen dan de laatste arbeiders die maar een uur hadden gewerkt, en dan nog in de koelte van de avond. Maar toen een van hen namens iedereen leek te spreken, antwoordde de meester zachtjes: “Mijn vriend, ik doe je geen kwaad. Was je het niet met me eens voor een denarie?  Neem wat van jou is en ga”. Dus de meester weigert zijn loon te verhogen, maar betaalt ieder wat eerlijk is afgesproken. En met betrekking tot het volledige loon van de laatste voegt de meester eraan toe: “Heb ik niet het recht om met mijn eigendom te doen wat ik wil? Is jouw oog kwaad dat ik goed ben?” Wat betekent: Ben je nijdig over het feit dat ik goed ben, en dat ik aan de laatsten evenveel geef als aan de eersten? Maakt mijn goedheid bij jou afgunst wakker?

De hele betekenis van de gelijkenis lijkt te schuilen in dit verwijt van de meester van de wijngaard aan de eerste werkers. Ze zijn jaloers en afgunstig, omdat de meester goed, vrijgevig en barmhartig is. Jezus richt zich hierbij wel voornamelijk tot de Farizeeën. Zij vonden het vreselijk dat Jezus onder zijn discipelen heidenen, overspeligen, allerlei soorten zondaars, eenvoudigen en armen van geest het Koninkrijk der hemelen beloofde. Hij stelde de hemel open voor ieder die bereid was om zich te bekeren en te werken in de wijngaard van de Hemelse Vader. Hij is de meester van de wijngaard die aan geen enkele werkloze werk weigert, dat wil zeggen aan geen enkele zondaar, op voorwaarde dat deze zich bekeert en niet weigert zijn aandeel te leveren, ook al is het te elfder ure, op de laatste minuut, vlak voor sluitingstijd.

Hier komen we terug bij de eerste lezing: “Laat de goddeloze zijn weg verlaten en de zondaar zijn gedachten. Laat hem terugkeren tot de Heer, al is het het laatste uur, en de Heer zal zich over hem ontfermen.

Deze gelijkenis van de arbeiders die in de wijngaard worden gezonden, die net zo goed de gelijkenis van de goede en vrijgevige meester zou kunnen worden genoemd, roept ons op om ons te bekeren en te werken in de wijngaard van de Heer. Het is geen uitnodiging om te wachten tot het laatste uur.

Jezus vertelt zijn parabel ook niet als bijdrage voor een handboek voor leidinggevenden, of voor wijngaardbezitters. Hij vertelt het voor ons, voor ieder, dat de Heer ons zoekt en uitnodigt om iets met ons leven te doen. Dat wij ook in een uitzichtloze situatie mogen blijven hopen dat de hemel ons, al is het te elfder ure, te hulp zal komen, en ons het volle loon niet zal onthouden.

De gelijkenis roept op tot vertrouwen, om nooit te wanhopen, het is nooit te laat. En zij waarschuwt ons voor afgunst en jaloezie. Je kunt denken dat God minder goed is voor jou dan voor anderen. Maar God handelt altijd met goedheid, met barmhartigheid en rechtvaardigheid, altijd voor ieders welzijn.

De apostel Paulus wil zich met niemand vergelijken en niemand benijden. Hij heeft maar één wens: Christus toe te behoren. Laten wij die wens tot de onze maken dat Hij ons zijn goedheid betoont niet naar de maat van onze verdiensten maar naar die van zijn barmhartigheid.

br. Gerard Mathijsen osb

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden