Preek 23 juli 2023

Zondag 16A 2017: Mt. 13,24-43

Dierbare zusters en broeders,

Jezus spreekt tot ons in gelijkenissen over de geheimen van zijn koninkrijk. Paus Gregorius de Grote heeft een mooi beeld voor deze bijbelse taal. Hij zegt die is `als een rivier waarin een lam kan lopen en een olifant kan zwemmen’. Kinderen en eenvoudige van geest vinden er richtlijnen voor het leven, en de meest diepzinnige geesten komen nooit uitgedacht over de wijsheid die verborgen ligt in deze voor het oog zo eenvoudige beelden. Parabels, stuk voor stuk bergen zij schatten, zijn het parels van wijsheid, diamanten die kleur en diepte geven aan het leven en ons motiveren om ons niet te laten ontmoedigen door de inspanningen die onze levensreis van ons vraagt.

Wij luisteren samen naar Gods Woord en vieren de eucharistie om kracht en inspiratie op te doen voor de komende week, en uiteraard voor ons verdere leven. Om te groeien in verbondenheid met de Heer, en in vertrouwen op Gods goedheid.

In de eerste en meest uitvoerige parabel van het zaad treft mij het belang van het geduld. De Schepper openbaart zijn grootheid op velerlei wijze, maar heel bijzonder in het geduld dat Hij heeft met zijn werk, en bovenal met de mensenkinderen. Wij zijn wel onder de indruk van de grootsheid van de schepping maar denken misschien te weinig na over het geduld van God. En toch lijkt mij het geduld juist het meest indrukwekkende kenmerk van Gods liefde. Wij mensen zijn gemakkelijk ongeduldig. Daarin schuilt onze onvolmaaktheid, onze beperktheid. Geduld is bij uitstek een goddelijke eigenschap. Voor ons moet alles meteen gebeuren, en wij begrijpen niet als er vertraging is. Maar zo is God niet. En Jezus toont dat heel duidelijk in zijn parabel.  Het is eigen aan God, niet aan de mensen, altijd medelijden te hebben en te sparen. God respecteert de vrijheid van elke mens en blijft ons, u en mij, altijd oor begeleiden met de blijken van zijn liefde. Hij laat immers zijn zon even vrolijk schijnen over de bozen als over de goeden. Is dat niet geweldig en wonderlijk? Johannes formuleert het op een plechtige wijze in zijn brief: “Wij mogen voor zijn aanschijn ons geweten geruststellen, ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles.”

Omdat God zo is, zegt de Heer in het evangelie van vandaag aan de ijverige werklieden die direct het onkruid tussen de tarwe willen verdelgen: “laat beide opgroeien tot de oogst.” Hij geeft bewust ruimte aan het onkruid.

In onze gehaaste en gecompliceerde maatschappij hebben we nood aan verdraagzaamheid. Verdraagzaam zijn wil niet zeggen dat we op alles tegen elke prijs ‘ja’ en ‘amen’ moeten zeggen. Integendeel, wij moeten moedig veranderen wat veranderd kan worden, maar wat wij niet kunnen veranderen zouden wij geduldig moeten verdragen. Tolerant zijn wil niet zeggen je eigen identiteit of vrijheid prijsgeven, maar wel dat wij de vrijheid van de ander eerbiedigen en ieder de ruimte geven om anders te denken en anders te zijn. Dat is zeker niet gemakkelijk, het vraagt liefde die kan dulden en wachten.  Maar juist dat is nodig om in vrede samen te leven. En voor de opbouw van een vredige samenleving, een mooie gemeenschap is het een belangrijke bouwsteen, of beter, het cement dat de stenen samenhoudt. Dat geldt in het gezin, in elke samenlevingsvorm van mensen, tot in de verhouding tussen landen en volkeren.

Wij mensen wij leven bijna allemaal in een mentaliteit van ‘vriend-vijand’- denken: als iemand ons niet te wille is willen wij die persoon direct elimineren en aan de kant schuiven. Christelijk denken vraagt van ons dat wij elkaar behandelen als evennaasten, als bloedverwanten, Christus is immers voor allen gestorven. Jezus heeft alle muren neergehaald. Voor Hem zijn wij allen gelijk, ongeacht van welk ras, kleur of godsdienst wij ook zijn. En de Kerk van Jezus, die geboren is uit zijn geopende zijde, moet een deur zijn die altijd openstaat voor elke mens, omdat God de deur voor niemand dichtslaat.

Als zo elke mens Gods liefde waardig is, dan heeft ook elke mens recht op mijn liefde. Wij vernietigen onze samenleving als wij zo onverdraagzaam zijn tegenover anderen. En geen vorm van onverdraagzaamheid is fanatieker dan religieuze onverdraagzaamheid. Dat zien we op al die plaatsen die haarden zijn van onverdraagzaamheid en vijandschap zoals dat is of was in Ierland, Israël, Libanon, nu in Oost-Europa en helaas op zoveel andere plaatsen. Mensen tonen geen tolerantie en rechtvaardigen dat ook nog “in de naam van God”. Maar de Heer zegt: “Laat beide samen opgroeien”.  Verdraagzaam zijn, geduldig naar anderen toe, het lijkt de opdracht voor deze tijd. Mensen met verschillende achtergrond, verschillende levensbeschouwing, verschillende cultuur moeten het samen rooien. Zij, of beter, wij kunnen dat beschouwen als ons noodlot, maar het is veelmeer onze kans, onze uitdaging, onze genade, zo kunnen we een nieuwe mooie wereld laten groeien. Waar we ons tegen willen verweren is misschien inderdaad een gevolg van zondigheid. Om het met het evangelie te zeggen: misschien heeft een vijandig mens het bewerkt, om zo te proberen verdeeldheid te zaaien.

Met Jezus beoefenen wij geduld. Laten wij alles opgroeien tot de oogst. Kijken we wat ervan komt. Grijpen we in ieder geval niet voorbarig in.

Als u vandaag naar hier bent gekomen om met de monniken de eucharistie mee te vieren zult u misschien denken: `die broeder heeft goed praten’. Die zit veilig in het klooster met een groepje gelijkgezinden. In zekere zin is dat zo. Maar in de refter luisteren we naar de lezing van een heel goed boek van de vroegere aartsbisschop van Canterbury Rowan Williams: “De weg van Benedictus”.  Die kent het monnikenleven zeer goed, heeft veel kloosters bezocht en weet als geen ander dat in iedere communiteit heel verschillende karakters samenleven. De een is niet per se beter of heiliger dan de ander, ze zijn verschillend en het is niet gemakkelijk elkaar een leven lang te verdragen. Maar er is geen betere voorbereiding voor de eeuwigheid, en er is niets wat meer bijdraagt om ons leven vrucht te doen dragen, om ons te doen groeien in zeg maar gerust: godgelijkheid, geduld. Als we allemaal hetzelfde zouden zijn zou het een saaie boel zijn. Terecht wordt van iets of van iemand gezegd: die of dat maakt het verschil. Een beetje gist doet een enorme hoeveelheid meel rijzen tot smakelijk brood.

In het evangelie is nog sprake van onkruid en tarwe. Tegenwoordig zijn we niet meer zo vlug om iets onkruid te noemen. Misschien zijn het de zaadjes en de plantjes die wij niet zelf hebben gepland, maar hun aanwezigheid blijkt dikwijls juist een heilzaam effect te hebben; heel goed te zijn voor de bodem, bepaalde schadelijke inwerkingen te beteugelen. Wij leren behoedzaam om te gaan met de natuurlijke bronnen, bescheiden te denken over onze eigen kennis van de wetten van de natuur. Wij zijn voorzichtiger met te denken precies te weten hoe de Schepper het allemaal bedoeld en gewild heeft. Mensen die met veel aplomb beweren te weten wat volgens de natuur is, en wat tegen de natuur, die pretenderen voor de goddelijke orde op te komen, zouden kunnen beginnen met de raad van onze Verlosser te volgen, zich van oordeel te onthouden, en de raad op te volgen die Jezus ons geeft: “Laat beide samen opgroeien tot de oogst.”

Br. Gerard Mathijsen osb

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden