Preek 20 augustus 2023

Zondag 20 dhj A 20 augustus 2023

In deze tijd worden wij allemaal uitgenodigd deel te nemen aan iets nieuws, maar eigenlijk aan een heel oud gebruik in de kerk: aan het synodaal proces. Dat wij niet alleen maar als gelovig kerkvolk de waarheden aannemen die door de kerkelijke leiding van bovenaf worden verkondigd, maar dat wij allemaal actief deelnemen aan de zoektocht van het volk van God, en ons inspannen om de tekenen van de tijd te verstaan. Niet dat ieder nu naar de pijpen van Jan en alleman zou moeten dansen, dat zou tot chaos leiden, maar dat wij wakker moeten zijn, niet louter passief, dat wij rekenschap moeten willen geven van onze handel en wandel, van onze vragen en inzichten, dat wij samen op weg – dat is synodaal – de goede richting trachten te vinden voor onszelf en voor elkaar. Zijn wij goed bezig? Gaan wij in de goede richting? Waar vinden wij richting en verlichting? In dit proces van onderscheiding komt de kerkelijke leiding een bijzondere plaats toe. Die spreekt ten slotte met autoriteit. Maar nadat zij echt geluisterd heeft, en zich heeft opengesteld voor wat leeft bij de mensen. Dat alles komt aan de orde in het evangelie van de viering vandaag.

Het heel bijzondere van dit evangelieverhaal vind ik dat hier niet alleen sprake is van een wonderteken, een genezing, en een woord ten leven voor omstanders en toehoorders, maar dat er met Jezus zelf iets gebeurt, dat zijn leven en zijn zending in nieuw licht geplaatst worden, en dat Hij zich daarvoor openstelt. Dat is natuurlijk wel vaker het geval, denk maar aan zijn doopsel door Johannes de Voorloper, en aan de transfiguratie op de Tabor, die wij eerder deze maand mochten vieren. Daar werd de zending van Jezus bevestigd door een stem uit de hemel, van de Vader die aanspoorde te luisteren naar Jezus, zijn geliefde Zoon. Maar vandaag komt zo’n getuigenis van een heel andere zijde, ook voor Jezus onverwacht en openbarend. Een vrouw wijst Jezus op zijn zending en corrigeert zijn eigen zelf verstaan. Dit verhaal vinden wij niet bij Lucas en Johannes, en bij Marcus alleen een veel kortere versie. Een vrouw, nog wel een buitenlandse, geen Joodse, laat haar stem horen en steekt haar mening niet onder stoelen en banken. Marcus spreekt van een Griekse vrouw van Syrophoenischese afkomst, Mattheus van een Kananese vrouw die opkomt voor haar dochter, die door demonen wordt gekweld.

In beide verhalen reageert Jezus afwijzend, en toont dat op in onze ogen nogal grove wijze. “Het is niet goed om het brood dat voor de kinderen bestemd is aan de honden te geven.” Het zal je maar gezegd worden.

Het mooie is nu, en het heel bijzondere, dat de vrouw zich niet beledigd afwendt, niet gaat schelden en ook niet gaat huilen, maar dat zij een verrassend weerwoord geeft. Tegenwoordig zou je zeggen: dat zij de dialoog zoekt, het synodaal overleg start. “Toch wel, Heer, antwoordt zij, want de honden eten immers toch ook de kruimels die van de tafels van hun meesters vallen.” Wat een geweldig antwoord! En met wat een verrassend resultaat! “Vrouw, u hebt een groot geloof, zegt Jezus. Uw verlangen wordt ingewilligd. En van dat ogenblik was haar dochter genezen”.

Volgens de bijbelgeleerden is deze ontmoeting van grote betekenis in het leven van onze Heer. In zijn zelfverstaan. In de beleving van zijn missie. Tot dan toe achtte Hij zijn zending uitsluitend bestemd voor zijn eigen volk, voor de verloren schapen van Israël. Nu wordt die visie opengebroken, en zijn perspectief verruimd. Straks zal Hij zijn volgelingen een zending geven tot aan de einden der aarde, voor alle volkeren. De theologen zijn al lang tot de overtuiging gekomen dat Jezus door de jaren heen gegroeid is in kennis, zowel in kennis van zijn hemelse Vader, als in inzicht in zijn eigen zending. Wij moeten de incarnatie serieus nemen. De Tweede Persoon van de Heilige Drievuldigheid is waarlijk mens geworden, er is in Hem groei geweest van lichaam en geest, Hij is in alles aan ons gelijk geworden, behalve in de zonde. De dialoog met deze vrouw brengt een doorbraak in zijn zelfbesef. Het is een groeimoment van buitengewoon belang, tot heil van heel de mensheid. Zoals we hoorden bij Jesaja “Mijn huis zal worden genoemd: een huis van gebed voor alle volken.” En Jezus is gekomen als redder van zijn volk, maar ook van andere mensen, ja van heel het mensdom. Zijn zelf verstaan is gegroeid.

Is er ook groei in ons geloof? Het evangelie van vandaag daagt ons uit om ons zelf verstaan te laten toetsen door de uitdagingen die van buiten op ons afkomen. Niet dat anderen altijd gelijk hebben, en wij altijd verkeerd zouden zitten. Maar dat wij bereid zijn te luisteren en open te staan voor andere gezichtspunten. De Fransen kunnen het zo mooi zeggen: “du choc des opinions jaillit la verité.”

Christenen van iedere confessie, orthodoxen, katholieken, protestanten, zijn dikwijls meer vastgeroest in leerstellige overtuigingen dan dat zij van vertrouwen vervulde gelovigen zijn. Hun dogmatisch weten is groter dan hun gelovig vertrouwen. Zij weten precies wat de Schepper bedoeld heeft, maar in hun hart is geen ruimte waarin Gods menslievendheid resoneert. Ze hebben rotsvaste overtuigingen, en verketteren iedere andere mening. We hoorden Paulus zo troostvol zeggen: “zo heeft God allen in ongehoorzaamheid opgesloten, om allen in te sluiten in zijn ontferming.” En al in de eerste lezing mochten wij de aankondiging horen van naderend universeel heil en een uitnodiging om eendrachtig God te loven.

Het is in deze dagen hartverscheurend om getuige te moeten zijn dat twee broedervolken, de Russen en de Oekraïners in een bloedige strijd verwikkeld zijn, en elkaar bestoken met wapentuig dat hun door anderen wordt geleverd. Dat de leiders van de volkeren niet willen horen van samen op weg zijn, van werken aan een wereld van opkomen voor elkaar en elkaar tot steun zijn in vertrouwen. Wantrouwen en angst dwingen tot steeds grover geweld. De wereldleiders hebben een ontzaglijke verantwoordelijkheid, maar ieder van ons heeft ook de eigen positie te bepalen. Ga je mee in het vijanddenken, kies je partij, of blijf je in alle mensen je broeders en zusters zien? Laten wij bidden dat er in onze samenleving ook mensen opstaan zoals die Kananese vrouw, die de moed hebben om hun stem te verheffen en die opkomen voor vrede en recht. Zusters en broeders, vragen wij om een groot geloof dat bergen verzet, een geloof dat vrede brengt, over alle grenzen en tegenstellingen heen. Dan zal het Rijk van God niet ver meer zijn. Maar het begint klein en onaanzienlijk vandaag voor ons in deze viering.

br. Gerard Mathijsen osb

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden