Preek 19 juni 2022

Zondag 12 C 19 juni 2022

In het evangelie van deze zondag belijdt Petrus, in naam van alle apostelen, het Messiasschap van Jezus: “U bent de Gezalfde van God”. Volgens het evangelie van Mattheüs vond deze bekentenis plaats in Caesarea Filippi. We horen deze tekst uit Mattheüs lezen op het feest van de Heiligen Petrus en Paulus over tien dagen. Laten we vandaag stilstaan bij de woorden die Jezus spreekt na Petrus’ belijdenis: de aankondiging en prediking van zijn lijden en dood.

Dit tweede deel van het evangelie van deze zondag hangt nauw samen met de passage uit het boek van de profeet Zacharia, die vandaag in de eerste lezing is voorgelezen. Deze korte passage maakt deel uit van een profetie van de profeet Zacharia over de bevrijding van Jeruzalem aan het einde der tijden: “Op die dag … Zal Ik alle paarden en hun berijders met verdwazing slaan…Ik zal de het huis van Juda redden…Ik zal mijn bescherming uitbreiden tot de inwoners van Jeruzalem…” Leest in deze context de verzen “Zij zullen hun ogen opheffen naar hem die zij hebben doorstoken; zij zullen over hem weeklagen als over een enige zoon; zij zullen bitter om hem wenen als over een eerstgeborene.” Dit alles zal gebeuren, zegt de profeet, “op die dag.”

Deze uitdrukking “op die dag” is een verwijzing naar het einde der tijden, dat wil zeggen naar de messiaanse tijden. In die tijd, in de nood van de oorlog van het einde van de wereld, zal het volk van God worden bekeerd, en tot zijn God terugkeren: “En Ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem een ​​geest van mededogen uitstorten die hen tot bidden brengt”, een geest van bekering, van innerlijke transformatie; dit zal bewerken dat de inwoners van Jeruzalem zullen opzien naar hem die ze hebben doorstoken. De profeet Zacharia lijkt hier de lijdende Dienaar van het boek Jesaja in gedachten te hebben.  Voor de apostel Johannes werd de profetie van Zacharia letterlijk gerealiseerd, toen een van de soldaten die Jezus kruisigden, met een speer het hart van Jezus doorboorde (Joh.19/34).

Voor de apostelen, kinderen van hun tijd, was het moeilijk om een ​​lijdende Messias-Dienaar te accepteren. Wat Jezus hun in het evangelie van deze zondag aankondigt: “De Mensenzoon moet veel lijden, en door de oudsten, de hogepriesters en de Schriftgeleerden verworpen worden”, schrikt hen af. En wat hij eraan toevoegt: “dat hij op de derde dag weer zal opstaan”, begrijpen zij niet. Ze zullen het later begrijpen. Op dit moment is het voldoende om hen aan te kondigen dat het zal gebeuren, zodat wanneer het gebeurt, zij zich herinneren dat dit was voorspeld en voorzien, al in het Oude Testament, door de profeet Zacharia, in de passage die vandaag als eerste lezing is gelezen.

“De Mensenzoon moet veel lijden, maar ook al wie Mij volgen wil”. Aan het lijden valt niet te ontsnappen. De Messias zal er niet aan ontsnappen, en evenmin de leerling. Dit is wat Jezus zijn apostelen vervolgens vertelt; en dit geldt niet alleen voor hen, maar voor elke christen: “Wie Mij wil volgen, laat hij zichzelf verloochenen, dagelijks zijn kruis opnemen en Mij volgen”. De discipel, ieder van ons die in Jezus de Messias heeft herkend en eenmaal heeft aanvaard dat Hij een lijdende Messias is, is geroepen steeds het voorbeeld van zijn Meester te volgen, zijn eigen kruis op zich nemen en het niet te weigeren. Door zijn leven te verliezen zoals Jezus zal de discipel (m/v) het redden. We kunnen dat lezen als een aankondiging van het martelaarschap dat veel, zelfs heel veel van Jezus’ discipelen zullen ondergaan. In vroegere tijden, maar nu misschien nog meer.

Deze week hoorden wij van onze medebroeders in Nigeria, die daar toch wonen in een vrij rustige streek, dat in een kerk niet zo heel ver van hun klooster verwijderd door fanatieke Fulani Moslims 50 christen werden vermoord, waaronder de moeder van een van hun broeders. Maar als er wordt gezegd dat je elke dag je kruis moet dragen, gaat het niet alleen over martelaarschap, wat altijd mogelijk is voor elke discipel van Christus, maar gaat het over al het fysieke en morele lijden dat het leven op aarde met zich meebrengt. Daarvoor hoeven we niet naar Afrika, of naar Oekraïne. Ieder van ons is geroepen, en ieder naar eigen maat, om deel te nemen aan Jezus’ kruis. Dit lijden, en de verzaking die het met zich meebrengt, de pijn die het veroorzaakt, is nooit nutteloos, nooit zonder betekenis. Als wij het met geloof aannemen is het een garantie voor de opstanding en dus voor het ware leven. Want alles wat wij moeten inleveren in dit leven, elk verlies, elke tegenvaller, elke mislukking, als we het dragen in het spoor van Jezus, in gelovig vertrouwen, zal omgevormd worden tot een winst, tot ons heil, tot toename van eeuwige leven: “Wie zijn leven voor mij verliest, zal het redden”. Een moeilijke, maar ook een troostvolle waarheid.

Troostvolle woorden zegt ons ook de apostel vandaag: “Gij zijt allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. … Als u bij Christus hoort, bent u erfgenamen krachtens de belofte.”

Br. Gerard Mathijsen osb

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden