Preek 19 december 2021

Cadv4 2021 Mich. 5,1-4a; Hebr. 10,5-10; Lc. 1,39-45

 

Terwijl in onze wereld het reizen weer aan banden is gelegd, horen we vandaag hoe de zwangere Maria een flinke reis maakt om haar nicht Elisabeth op te zoeken. Misschien zou je wel willen, maar het mag of kan niet. We hebben dus alle tijd om stil te staan bij die tocht van Maria door het bergland.

Waarom is ze vertrokken, en hoe was ze gemutst? Zag ze tegen de reis op of ging ze op vleugels? Want we weten allemaal dat het veel verschil maakt of je met lood in de schoen aan de tocht begint, misschien zelfs tegen je zin, uit nood of wanhoop of dat je met de lichte tred gaat van de liefde die je drijft.

Het verhaal geeft ons daar een aanwijzing die helaas in de Nederlandse vertaling verdwenen is.  ‘ In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland’,  zo hebben wij horen voorlezen. Maar in het Grieks gaat daar nog een woord aan vooraf en dat dienen we niet te vergeten.  Maria vertrekt, zeker, maar ze doet dat ‘ anastasa’. Daar horen we het woord ‘ anastasis’ in terug en dat betekent zoals u weet ‘ opstanding’. Maria vertrekt dus als een die is opgestaan, als iemand die nieuw leven heeft gekregen.

Het wordt dus geen tocht tegen heug en meug, maar een reis gedreven door de Geest. Zij heeft leven in haar schoot ontvangen en dat nieuwe leven geeft haar vleugels en doet haar als de bruid uit het Hooglied over de bergen springen om Elisabeth te bezoeken.

Reizen, je kunt het om tal van redenen doen. Vandaag is het niet om te vluchten, om iets of iemand te ontlopen, maar omdat Maria door innerlijk vuur ertoe bewogen wordt. Zij draagt leven en ze heeft een verhaal en dat wil ze met haar nicht delen. Misschien wil ze ook wel van Elisabeth horen hoe zij haar gezegende staat beleeft en wat ze van haar kan leren.

Zo gaat ze dus, bewogen en bevlogen en het verhaal vermeldt dat ze er de gang in heeft. Ze gaat met spoed, geen treuzelaar, maar een die weet wat ze wil, die er geen gras over laat groeien. En ze weet waar ze heen wil, ze heeft een  heel bepaald doel. Je zou haar best kunnen benijden om haar bevlogenheid en om de vastbeslotenheid. Zij weet wat ze wil, ondanks alle vragen die ze misschien ook heeft.

Er vat nog iets op bij die reis. Nergens horen we dat er iemand met haar mee reist. Gaat ze die lange weg alleen? Wie zal het zeggen? Zij heeft een roeping ontvangen, ze is geroepen en ze heeft er ja op gezegd. En het vervolg van de weg kun je dan niet aan een ander over laten. Wie A zegt moet ook b zeggen, anders stokt het verhaal van je leven. Dat is bij alle zegening ook een eenzaam avontuur, dat een ander niet van je kan overnemen.

Maria heeft haar weg te gaan en ze doet het met overtuiging. Ze laat zich er niet door een ander van afhouden. Door innerlijk vuur bewoond, is voor haar geen berg te hoog.

Maria, misschien mag je haar de eerste apostel noemen, nog voor die andere Maria die titel heeft gekregen. Het kind dat ze onder haar hart draagt, is nog niet geboren, maar zij is er zo vol van dat ze in de ontmoeting met Elisabeth al boodschapper is van vreugde.

We begonnen onze overweging met het gegeven dat corona ons van reizen afhoudt en wanneer we nu verder lezen is er nog iets waar het virus ons aan banden legt. We moeten almaar afstand houden, nu zelfs weer 1,5 meter, maar dat staat haaks op ons menselijk verlangen tot nabijheid, tot een omhelzing en aanraking. En die zijn prominent aanwezig in de ontmoeting van Maria en Elisabeth. Dat zegt iets over die twee vrouwen, maar het zegt ook iets over het belang van fysiek menselijke contact. En het zegt iets over de aard van het evangelie, en over ons geloof. Dat is geen verhaal dat over dogma’s gaat, maar het is een ontmoeting die mensen in hart, lijf en leden raakt en nabij komt.

Maria en Elisabeth, het vuur spat er van af in de begroeting. Nauwelijks hebben ze elkaar gezien of Johannes laat zich kennen in de moederschoot. Zo moeder, zo kind, allebei zijn ze geraakt door deze komst van Maria. De een nu nog sprakeloos, laat zich niettemin voelen en de ander, de bejaarde Elisabeth, wordt innerlijk zo geraakt, zo van de geest vervuld, dat ze in een zegenbede voor moeder en kind uitbarst. Drie generaties, over en weer, bewogen en bevlogen. En het bijzondere daarbij is, dat niemand in het gebeuren aan zichzelf denkt. Ieder is betrokken op de ander die ze ontmoeten. Maria die zich met spoed naar haar nicht begeeft en zich helemaal niet druk maakt om de lange reis. Ze wil enkel Elisabeth zien en delen in haar vreugde en vragen. Ze ook laten delen in het leven dat zijzelf draagt. En Elisabeth en haar kind helemaal openstaande naar Maria en het kind in haar schoot. En in hun beider zich toeneigen naar elkaar voert een leven schenkende vreugde de boventoon.

Wij lezen op deze zondag een verhaal dat in coronatijd misschien pijn doet en ons doet voelen wat we missen: de mogelijkheid om vrij te reizen en de beperkingen tot fysiek menselijk contact. Maar misschien is er niet alleen gemis, maar is het verhaal ook een uitnodiging om te overwegen wat onze levensreis ten diepste kleur, geur, smaak en betekenis geeft, met of zonder corona.

Wie of wat is de drijvende kracht in ons leven, door welk vuur of welke geest worden wij bewogen? Dragen wij aanstekelijk leven in ons en zet dat ons op een innerlijke weg?  Zijn wij apostelen van de liefde die leven geeft, die jong en oud verbindt, die gemeenschap sticht waar kloven worden overbrugd en over alle grenzen heen mensen worden gezegend met de naam van de Heer?

Kerstmis, laat het vuur niet onder de as wegsmeulen, maar volgen wij Maria opdat het aanschijn van de aarde mag worden vernieuwd en het leven voor allen een vreugdevolle ontmoeting wordt. AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden