Preek 12 november 2023

Adhj32 2023 Wijsheid 6,12-16; 1Tess. 4,13-18; Mt. 25,1-13

 

In sommige kerken hebben de predikanten de gewoonte om de luisteraars niet alleen met de oren bij de preek te betrekken, maar krijgen ze ook de gelegenheid om met opgestoken handen of met woorden hun reactie kenbaar te maken. Wij zijn dat hier niet gewoon, maar ik vroeg mij bij de voorbereiding af wat uw eerste reactie zou zijn bij het horen van de parabel over de 10 bruidsmeisjes. Vindt u het een sympathiek verhaal of stuit het gedrag van die verstandigen u tegen de borst. Zo in de trant van: “dat is toch niet christelijk, ze hadden moeten delen”. Eerlijk gezegd, ik zou u die reactie niet kwalijk nemen. Bij een eerste lezing is dat, dunkt mij, niet onbegrijpelijk. Maar wat als we het verhaal wat nader bekijken en proberen te verstaan wat Matteüs zijn parochianen wil meegegeven.

Matteüs, het is de enige evangelist die dit verhaal heeft opgetekend. Kenden de anderen het dan niet, wie zal het zeggen. Maar blijkbaar vond Matteüs het een heel toepasselijk verhaal voor zijn parochie.

Koninkrijk der hemelen, daar gaat het over. Maar bij die benaming moeten we ons er rekenschap van geven dat Matteüs voor joden christenen schreef en die kenden de traditie dat ze de naam van God uit eerbied niet uitspraken. Welbeschouwd gaat het dus over een parabel over het rijk van God en daarbij dienen wij dan niet direct aan een boven- of buitenaardse hemel of ruimte te denken, maar aan een manier van leven zoals God die bedoeld heeft, zoals hem die voor ogen staat. Een wereld waar voor elk en iedereen plaats is, waar niemand aan de tafel van het leven wordt geweigerd of buitengezet. Ons gemeenschappelijk huis, dat grote geschenk van God, met allen broederlijk en zusterlijk gedeeld, zonder afgunst en zonder welke achterklap en agressie dan ook. Hoor ik u nu binnensmonds mompelen dat zoiets wereldvreemde praat is of zegt u dat zou een droom zijn?

Misschien komen wij daarmee precies bij de parochie van Matteüs uit. Die mensen hadden zich gewonnen gegeven aan de droom van Jezus over Gods Koninkrijk. Hij had zich zijn hele leven ingezet voor dat rijk van de Vader, maar bij zijn leven had hij het niet verwezenlijkt gezien. Maar geloven bleef hij er in. Want daarvoor was zijn Vader aan het avontuur met de mens begonnen. En vandaag vertelt hij dan een verhaal dat ons wakker wil schudden, maar ook wil sterken om met het verstrijken van de tijd de droom van God, zijn hartstochtelijk verlangen, niet op te geven. Maar dat is geen vanzelfsprekendheid zoals wij zien aan die tien bruidsmeisjes.

Vijf van hen  waren dom, de andere vijf verstandig. Maar de vertaling wijs en dwaas zou beter geweest zijn. Het gaat hier namelijk niet over meer of minder intelligent, maar het gaat om iets diepers. Wijsheid en dwaasheid zijn categorieën die niet gekoppeld zijn aan geleerdheid en studie, maar aan levenswijsheid en een bepaalde levenshouding.

En nu zien we dat er in de parochie van Matteüs twee groepen gelovigen zijn. Hij spreekt van vijf bruidsmeisjes die het wachten en het verlangen niet hebben opgegeven, die ondanks de duur de droom van God brandend houden en dat er vijf anderen zijn bij wie het misschien nog wel smeult maar die mettertijd geen olie meer hebben om de vlam brandend te houden. Het duurt te lang en misschien vinden ze het wel goed in hun kleine wereldje zonder zich echt te bekommeren om wat er verder in de wereld gebeurt. Ze hebben de woorden van Jezus wel gehoord, hebben er ook ja op gezegd en zich laten dopen, vermoedelijk komen ze zelfs elke zondag naar de viering maar het verlangen van God dat heel de wereld omvat, heeft bij hen nooit echt postgevat of het is met het verstrijken van de jaren weggeëbd. Dat wij zijn geroepen tot een meer omvattend visioen dan een fatsoenlijk leven onder gelijkgezinden, het leeft niet echt meer onder hen en hun leven is er dan ook naar. Geen echte passie voor God en diens liefde die alle leven omvat en tot wasdom brengen wil. Het is o zo begrijpelijk als je rondom je heen kijkt en ziet wat er allemaal gebeurt en op ons afkomt, maar toch..

Maar toch, het leven is meer dan brood en spelen, het echte leven droomt van gerechtigheid en vrede, van pure schoonheid ook en stilte die het leven herschept, God alles in allen. Maar dat verlangen dat ons in het hart is gelegd blijft maar levend als het ook wordt gevoed. En hoe doe je dat? Niet door bij de pakken neer te zitten, maar door met de blik en het oor van Jezus naar het leven te kijken en te luisteren om zo te groeien in compassie, in meeleven, in mee-lijden en waar kan mee-helpen. Waar dat verlangen afsterft of niet meer wordt gevoed, rest niets dan een grijs bestaan dat uitdooft voor het ten volle is geleefd, laat staan dat het blijft hopen en dromen van een leven dat al ons verlangen te boven gaat, geboren uit Gods verlangen, uitziend naar de grote ontmoeting die heel het leven tot en met de dood in nieuw licht plaatst.

Die vijf die tevergeefs aanklopten bij de vijf wijzen klopten aan de verkeerde deur. Dat afgestorven verlangen kun je niet zomaar even bij een buur gaan halen op het laatste moment. Het is geen zak aardappels. Dat kleine vuur van het begin het vraagt erom elke dag te worden gevoed door stilte, gebed en actieve inzet om zo een fakkel te worden die de tijd trotseert en op het juiste moment klaar is voor de ontmoeting die al ons verlangen overtreft.

De fakkel brandend houden, het was in de tijd van Matteüs niet vanzelfsprekend zoals het dan ook in onze dagen niet is. Laten we elkaar dan steunen door samen te bidden, samen te zien hoe Gods droom levend te houden met grensoverschrijdende gebaren. Ze hoeven niet groot te zijn, maar als ze maar de compassie en de onbaatzuchtigheid van Jezus tonen. Dan zal die kleine boom die wij nu planten eens groot in Gods voorhof staan, wie weet. AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden