Preek 11 juni 2023

Zondag 10 dhj A  11 juni 2023     Mt.9/9-13

Misschien bent u gekomen in de mening dat Sacramentsdag gevierd zou worden, maar de abdijen hebben zoals ook vele kerken in andere landen, vastgehouden aan de oorspronkelijke datum: donderdag na  de zondag van de H. Drieëenheid.  De lezingen van vandaag laten u evenwel allerminst op uw honger! Ook in het evangelie van vandaag nodigt de Heer tot gemeenschap met Hem, en geeft Hij duidelijk aan wie Hij als zijn gasten wenst. Paus Franciscus gebruikt graag het beeld van de kerk als veldlazaret: zieken en gewonde mensen vinden er verzorging en genezing, zijn er welkom. Van paus Franciscus is bekend dat hij, voordat hij paus werd, in Rome graag de kerk van San Luigi dei Francesi bezocht om naar de magnifieke schilderingen te kijken van Caravaggio, en hoe hij zich graag identificeerde met Mattheus die door Jezus wordt geroepen om Hem te volgen.

Vandaag horen wij de apostel-evangelist Mattheüs ons zelf dit vertellen en hoe hij toen een maaltijd in zijn huis aanbood aan Jezus en zijn discipelen en aan collega’s-tollenaar bij gelegenheid van zijn afscheid van zijn beroep.

De evangelisten Marcus en Lucas hebben het in hun verslag van dit gebeuren niet over de tollenaar Mattheüs, maar spreken over een tollenaar Levi. En nergens in hun evangelies specificeren ze dat de apostel Mattheüs en de tollenaar Levi dezelfde persoon zijn. Ongetwijfeld uit gevoeligheid voor hun mede-apostel Mattheüs omdat ze niet aan de grote klok wilden hangen dat Mattheüs een tollenaar was geweest voordat hij Jezus volgde. Want niets was compromitterender voor een Jood dan een tollenaar te zijn geweest. We weten wat tollenaars waren: inzamelaars van belastingen en heffingen die werden opgelegd aan burgers in landen die door de Romeinen bezet waren. Deze ambtenaren waren meestal mannen die rijk genoeg waren om het tolrecht te pachten dat men aan de bezetter verschuldigd was. Ze verhaalden dan hun uitgaven op de belastingbetalers met een toeslag, die ze zelf mochten vaststellen. Onze Levi lijkt erin geslaagd de douanerechten van een van de belangrijkste posten in het land te hebben gepacht, die van Kapharnaum, de grensstad tussen Galilea en Trans Jordanië. Levi was ongetwijfeld een gewichtig persoon, rijk, goed opgeleid en machtig. Maar voor het volk gold hij als een collaborateur, een vijand van het volk, uitgesloten uit hun samenleving, een onrein persoon, niet welkom in de Synagoge. Geen zondaar was verachtelijker dan een tollenaar.

We kunnen daarom begrijpen waarom Marcus en Lucas niet aan de grote klok hangen dat de tollenaar Levi en de apostel Mattheüs een en dezelfde persoon zijn. Maar in het eerste evangelie aarzelt de evangelist Mattheüs zelf niet om aan te geven dat hij de tollenaar in kwestie Mattheüs was, en in de lijst van apostelen wordt hij opgevoerd als Mattheüs, `de tollenaar’. Marcus en Lucas voegen aan de naam van Mattheüs in hun lijst van apostelen niet toe dat hij een tollenaar ws geweest. Maar Mattheüs laat uit nederigheid vol dankbaarheid geen gelegenheid voorbijgaan om te benadrukken dat hij een tollenaar was voordat hij door pure goddelijke genade werd geroepen om Christus te volgen. Zijn naam betekent: geschenk van God. Jezus accepteert de tollenaar Levi onder zijn discipelen als een geschenk van God, een geschenk van goddelijke genade.  Het komt vaker voor in het Nieuwe Testament dat één en dezelfde persoon twee verschillende namen draagt. In deze gevallen gaat het bijna altijd om een Semitische en een Griekse of Latijnse naam: Saul wordt ook Paulus genoemd en we spreken over Johannes, die ook Marcus wordt genoemd, en Jozef, die ook Justus wordt genoemd. Maar soms zijn beide namen Semitisch. Jezus gaf Simon de naam Cephas, en het is heel waarschijnlijk dat Jezus de tollenaar Levi de naam Mattheüs gaf. Daaruit zouden we voorzichtig mogen concluderen dat de Heer zelf over enige kennis van het Grieks heeft beschikt.

Het was geen kleinigheid om een tollenaar in je groep te verwelkomen en acte de presence te geven bij de maaltijd die deze, nadat hij discipel van Christus was geworden, zijn collega’s aanbood om afscheid van hen te nemen. Het was het schandaal van de dag voor heel Kapharnaum. Maar Jezus verdedigt zichzelf: “Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars”. En hij nodigt zijn tegenstanders uit om te leren wat er bedoeld wordt met de woorden van Jahweh in de profetie van Hosea: “Ik verlang naar barmhartigheid, niet naar offers”. Barmhartigheid is meer waard dan alle bloedige offers, meer dan alle uiterlijke aanbidding. Voor de Farizeeën waren uiterlijke voorschriften, zoals het niet omgaan met zondaars, zo belangrijk dat ze niet accepteerden dat Jezus samen met hen mocht eten. Maar sindsdien heeft Jezus nooit opgehouden om berouwvolle en zieke zondaars aan zijn eucharistische tafel uit te nodigen. Laten we dus niet aarzelen om zelf oog te hebben voor onze eigen tekorten maar ook vertrouwen in zijn barmhartige goedheid. Laten wij ons niet aanmatigen rechter te kunnen zijn over onze broeders en zusters, maar naar het voorbeeld van de Heer barmhartig zijn, nederig en uitnodigend. Hij zal zich ook over ons ontfermen, als wij op onze beurt barmhartig zijn voor elkaar: “Zalig de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden”. Wat een les voor de kerk vandaag!

De drie lezingen van vandaag vormen een overtuigende eenheid in de boodschap die zij uitspreken. Wij mogen vertrouwen op Gods belofte en zijn menslievendheid. Hij is op zoek naar ons en verlangt geen brandoffers maar liefde voor Hem en barmhartigheid voor onze medemens. Van Jezus’ nabijheid gaat genezende werking uit, en heiligende kracht. Hij stilt de storm op het meer van Genesareth, in het gebied van de Gadarenen bevrijdt Hij een bezetene van een legioen demonen, aanstonds zal hij het dochtertje van de leider van de synagoge opwekken en een vrouw die hem heimelijk van achteren benadert en de zoom van zijn kleed aanraakt zal van haar langdurige kwaal genezen zijn.  Mogen wij ons uitgenodigd weten door de H. Schrift, welkom aan de tafel van de Heer. Hij is gekomen om zondaars te roepen, om zieken hun gezondheid te schenken.

De roeping van Mattheus. Hebben wij de eerlijkheid en de deemoed van onze paus Franciscus om daarin onze eigen roeping te herkennen? Ieder van ons mag zich persoonlijk aangekeken weten door de Heer, om met Hem op weg te gaan, om Hem te volgen en in zijn dienst te treden tot opbouw van de gemeenschap die Hij heeft willen stichten, zijn Kerk, waarin wij mogen leven als kinderen van één Vader, in wiens huis ruimte is voor velen, ja voor allen. Moge Hij ons vertrouwen versterken, en ons barmhartig maken voor de mensen die wij ontmoeten op onze weg.

Br. Gerard Mathijsen osb

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden