Zondag Gaudete 2022
Johannes de Doper neemt in de evangelielezing van vandaag een centrale plaats in. In Jezus’ dagen was de Doper een bijzonder invloedrijke figuur. Niet alleen in de bijbel wordt er over hem gesproken. Ook in niet-bijbelse literatuur van die tijd wordt zijn naam genoemd. Zo vertelt de joodse geschiedschrijver Flavius Josephus, dat koning Herodes Antipas Johannes heeft laten vermoorden, omdat hij bang was, dat uit de talrijke aanhangers van de Doper een opstandige beweging zou kunnen groeien. Zoals u weet, wordt in het bijbelverhaal een andere reden gegeven voor de moord op Johannes. Hij had Herodes een verwijt gemaakt over diens ongeoorloofde huwelijksrelatie. Hoe dan ook, alles wijst erop, dat Johannes in die dagen een persoonlijkheid met groot aanzien was. De confrontatie van de “nieuwkomer” Jezus met deze gevestigde grootheid moest daarom wel van groot gewicht zijn voor het al dan niet slagen van Jezus’ zending. In de dagen, dat dit verhaal speelt, zat Johannes in de gevangenis. Maar hij kon nog contact onderhouden met zijn leerlingen. Die hadden hem verteld over Jezus, die zo anders was. Heel wat mensen zagen in hem de Messias. Uit de opdracht, waarmee Johannes zijn leerlingen naar Jezus stuurt, blijkt wel dat hij in grote onzekerheid verkeerde. Zelf had Johannes uitgesproken ideeën over de komende Messias. Hij beschouwde zich als diens voorloper “Hij die na mij komt is sterker dan ik “, waren zijn woorden. Zijn opvattingen over de aard van de Messias had Johannes vooral ontleend aan uitspraken van de profeet Jesaja. De Messias zou met kracht komen, volgens Jesaja. Kracht, dat was in de visie van Johannes hèt karakteristiek van de Komende. Met krachtige hand zou de Messias hardhandig vonnis vellen over al wat niet deugde. Als een verslindend vuur zou hij al wat verkeerd was verdelgen. Alleen radicale bekering van zonden zou de mens kunnen behoeden voor het vreeswekkend ingrijpen Gods. Vandaar zijn oproep: “Bekeert u want het rijk der hemelen is nabij.” Bekeren of weggevaagd worden, het een of het ander. Geen compromis. Dat was de klare boodschap van de Doper.
Het antwoord, dat de leerlingen mee terug brachten van Jezus, moet onthutsend geweest zijn voor Johannes. Geen onverbiddelijk oordeel maar barmhartigheid. En ook Jezus beriep zich daarbij op uitspraken van diezelfde profeet Jesaja. Die had namelijk ook over de wéldaden van de messiaanse tijd gesproken. Daarvan hoorden we iets in de eerste lezing: “Dan worden de ogen van de blinden ontsloten en de oren van de doven geopend. Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme”. Jezus voorziet het schokeffect, dat zijn woorden op Johannes moesten hebben. Daarom vraagt Hij Johannes heel discreet de rol van de Messias ook eens vanuit een andere gezichtshoek te willen bezien: “Gelukkig, is hij, die aan Mij geen aanstoot neemt”. Het voor Johannes zo teleurstellende antwoord van Jezus mag geen afbreuk doen aan Johannes’ geloof in Gods beloften. Jezus presenteert zich niet als de Sterke, die de fiolen van Gods toorn gaat uitstorten over het zondige mensdom, maar als de manifestatie van Gods barmhartige liefde voor wie arm is en te lijden heeft. Zou Johannes die grote tegenstelling, dat scherpe contrast kunnen aanvaarden? Deze beproeving van de Voorloper herinnert aan de manier waarop enkele eeuwen eerder de profeet Jona op de proef gesteld werd. Jona werd door God naar Ninivé gestuurd om aan de mensen daar de ondergang aan te kondigen vanwege hun zondige manier van leven. Maar het pakte anders uit dan Jona dat zou willen. De mensen bekeerden zich en de vernietiging ging niet door. Jona werd nijdig en ging God toen verwijten maken van een soort, waarvan je je afvraagt hoe ze kunnen opkomen in een profetenhoofd. “Ach Heer, had ik het niet gedacht? Ik had kunnen weten, dat Gij een medelijdende God zijt, barmhartig en lankmoedig, rijk aan liefde en altijd geneigd om spijt te krijgen over aangezegd onheil. Laat mij nu maar liever dood gaan!” U hoort, de profeet vermoedt al dat God is zoals Hij zich in Jezus zal openbaren, maar hij vindt dat de Eeuwige behoort te gedragen en zich moet laten gelden met onverbiddelijke gestrengheid. En deze godsgezant durft zijn Heer ervan te beschuldigen, dat Hij te goed is voor de mensen!
Johannes verkeert een soortgelijke situatie als Jona toen. Hoe Johannes zijn beproeving in feite verwerkt heeft, het staat niet met even zoveel woorden in het evangelie verhaal. Maar de woorden van Jezus tot de omstanders spreken een duidelijke taal: “Onder wie uit de vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan, die groter is dan Johannes de Doper.” Jezus wist, hoe Johannes deze geloofscrisis zou doorstaan.
Johannes, die opriep tot verandering en loslaten, wist zelf los te laten. Hij is niet verbitterd blijven steken in zijn eigen actie. Hij wist de fakkel door te geven en kon daardoor een unieke schakelfiguur worden tussen de oude en de nieuwe heilsbedeling, een scharnier tussen het Oude en het Nieuwe Testament. God zal komen, daarvan was Johannes diep overtuigd en ook wij geloven dat. Maar God zal telkens nieuw komen en anders dan wij gedacht hadden. Daarom zullen we telkens weer oude, verouderde ideeën en beelden moeten loslaten, zonder verbitterd te worden en te verstarren in onwrikbare overtuigingen. Zou dat niet de les zijn van deze zondag Gaudete, de wijsheid die wij van de stoere voorloper kunnen leren dat wij van de ene kant onwrikbaar moeten vasthouden aan Christus onze Voorganger, maar dat wij ons dienen te hoeden voor hardhoofdigheid, dat wij soepel en meegaand moeten zijn, volgzaam. Dat wij eigen inzichten moeten kunnen opgeven als dat van ons gevraagd wordt. Moge Gods Geest, die soepel maakt wat is verstijfd, ook de kerk, de gelovigen en hun leiders een grote en wijze soepelheid geven ten opzichte van de heilsplannen van de Heer.
- Gerard Mathijsen osb