Petrus en Paulus 29 juni 2023

20230629 Petrus en Paulus

 

Wij vieren vandaag het hoogfeest van Petrus en Paulus, twee namen die al sinds de vroege kerk in één adem worden genoemd. Twee mannen ook die allebei de marteldood hebben ondergaan, twee mannen ook die in vele opzichten van elkaar verschilden. Ze verschilden van karakter, van temperament en van opleiding. Petrus was visser van professie, Paulus tentenmaker, maar meer nog was hij in zijn jeugd opgeleid als wetgeleerde. De een had in zijn jeugd het meer van Galilea als leefwereld, terwijl de ander Tarsus in Klein Azië als woonplaats had en nadien voor scholing verhuisde naar Jerusalem. Maar één ding hadden ze gemeen als geen ander. Op een bepaald moment was Jezus in hun leven gekomen en dat had alles veranderd. Zij bleven wie zij waren en toch was alles anders dan voorheen.

Petrus en Paulus, twee mannen die zich met hart en ziel, met lijf en leden hebben ingezet voor de verkondiging van het evangelie.  Twee zuilen van de kerk, mannen van formaat, maar heel verschillend. Een verschil dat zich laat voelen en zien tot in hun getuigenis van het evangelie. In de eerste lezing hoorden we spreken over de wonderlijke bevrijding van Petrus uit de gevangenis. Dit keer was het de overheid die hem gevangen had gezet. Maar is welbeschouwd ook Paulus niet een engel voor Petrus geweest door hem te bevrijden uit een wetspraktijk die strijdig is met de vrijheid van de kinderen Gods. Was Petrus bang voor zijn Joodse achterban toen hij aarzelde de reinheidsvoorschriften op te geven bij het aan tafel gaan met niet Joden, of waren er nog andere factoren in het spel?

In de tweede lezing hoorden wij Paulus spreken over de goede strijd die hij gestreden heeft. Dat heeft zeker betrekking op al zijn reizen en de tegenstand die hij van joodse en van niet joodse zijde ondervond. Maar ook hier mogen we misschien denken aan de felle discussie die hij met Petrus kreeg om het evangelie te verdedigen niet als een evangelie van wetten en regels maar als een evangelie van de vrijheid. Die twee mannen hebben niet geaarzeld elkaar kritisch te bevragen en meer dan dat, en Petrus heeft zijn ongelijk erkend en de twee zuilen hebben geschud op hun voetstukken, maar zij zijn overeind gebleven doordat zij elkaar steeds weer hebben gevonden in de belijdenis van die ene naam “gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God’’.

Het leven van die twee apostelen is een kostbaar getuigenis voor ons die in deze dagen leven in een kerk en een wereld waar gestreden wordt en het evangelie van de vrijheid, de blijde boodschap van de kinderen Gods onder vuur ligt.  Dat is niet nieuw maar is van de kerk van alle tijden. Want steeds weer staan wij voor de opgave juist zoals die twee zuilen van de kerk van het begin om te onderscheiden hoe in onze dagen het evangelie van de ware vrijheid gestalte te geven. Hoe te onderscheiden wat de Geest zegt in deze context en in deze tijd. Want God is een God die geschiedenis schrijft en maakt met mensen. En wie geschiedenis zegt heeft het over verandering en ontwikkeling, over traditie, een levende stroom die vraagt om in de juiste bedding te worden geleid. Dat is niet iets van één man, maar dat is iets van een gemeenschap die samen de weg gaat, naar elkaar luistert, elkaar bevraagt en corrigeert als dat nodig is. Gedreven door de Geest die ons steeds weer verwijst naar Gods levende gestalte onder ons, de Christus. Hij die als geen ander beeld en gelijkenis is van Gods leven gevende bekommernis met zijn wereld.

Petrus en Paulus, zij hebben allebei al hun gaven en talenten, hun grootheid en hun klein menselijkheid meegebracht in hun getuigenis van het evangelie. Dat getuigenis getuigt van Gods kracht in mensen, maar het draagt ook de trekken van onze menselijke gebrokenheid die nood heeft aan heling en bekering.

Petrus en Paulus, zij hebben zichzelf niet op een voetstuk geplaatst. Beiden wisten maar al te goed dat zij mensen waren van stof en as, mannen die op kritieke momenten de Heer van het leven de rug toegekeerd hadden, beiden  mannen die nood hadden aan vergeving en bekering. Zij hebben er zich niet voor geschaamd hun zwakheid en zondigheid te belijden. Zij hebben niet hun eigen glorie gezocht en hun dienstwerk voor het evangelie niet gebruikt voor eigen gewin, zij hebben in de woelige tijd waarin zij leefden de Heer nagevolgd, om een gemeenschap op te bouwen waarin God wordt geëerd en de mens wordt gediend en geacht als broeder en zuster van Jezus Christus.  Om het levende lichaam te vormen van de verrezen Heer, tempel van de Geest, maar ook huis van gebed en huis van vrede en vriendschap, waar het brood wordt gedeeld en geen mens vergeten.

Petrus en Paulus, zij hebben hun leven gegeven voor die gemeenschap, ze hebben mensen verzameld in Jezus’ naam en ze hebben niet geaarzeld nieuwe wegen te gaan en grenzen te overschrijden om in een veelheid van taal en cultuur te bouwen aan dat huis van God onder de mensen, geen prefab woning maar een huis van levende stenen, elk met zijn eigen signatuur en kleur.

Moge het ons gegeven zijn op de synodale weg die wij in onze dagen te gaan hebben geen steen weg te gooien, maar van elk de schoonheid en uniciteit te ontdekken, een parel voor het grote geheel, opdat God in alles en allen zal worden verheerlijkt.

 

Abt Thijs Ketelaars

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden