Preek 6 augustus 2024 plechtige professie van br. Geerard Labeur
Gedaanteverandering van de Heer, plechtige professie van br. Geerard Labeur
Van broeder Geerard Labeur heb ik nooit de indruk gekregen dat hij een voorliefde heeft voor de bergen. Als ik zie met hoeveel passie hij bijna elke week het duin doorkruist om in de zee te zwemmen, dan zie ik in hem eerder een mens van het diepe dan van het hoge. Maar schijn bedriegt nog wel eens. En wat als die twee, het hoge en het diepe, geen tegenstellingen zijn, maar twee beelden van dezelfde innerlijke reis? Niet alleen in de Schrift, dat boek van ons geloof, maar ook in de schatkamer van de spiritualiteit treffen wij verhalen waar het nu eens over afdalen gaat en dan weer over opklimmen. Ook Benedictus is ermee vertrouwd, denk bijvoorbeeld aan het lange hoofdstuk zeven waarin hij het beeld van de ladder gebruikt waarlangs je kunt opklimmen en afdalen om tot de toppen van de volmaaktheid te komen. Die ladder steekt misschien een beetje schril af bij een berg, maar wie ooit begonnen is aan het beklimmen van de ladder van de nederigheid weet intussen dat het bestijgen ervan een heel leven vergt.
Vandaag vieren wij de transfiguratie van Jezus op de berg. Een verhaal dat in drie van de vier evangelies een belangrijke plek heeft gekregen. Een gebeuren dat ook in de iconografie al eeuwen lang zijn sporen heeft nagelaten. Wij kennen de iconen met Mozes en Elia terzijde van Jezus boven op de berg en aan hun voeten de van schrik omgetuimelde Petrus, Johannes en Jacobus. Drie jaar geleden stond die icoon prominent op het liturgieboekje van deze dag. Maar vandaag, nu broeder Geerard zijn plechtige professie doet, heeft hijzelf voor een andere afbeelding gekozen. Geen scene óp de berg, maar een tekening van drie leerlingen die Jezus volgen de berg op. Ze zijn nog niet boven, laat staan dat alles al baadt in licht. Doet onze broeder met die afbeelding van Giovanni Domenico Tiepolo een bekentenis, wil hij daarmee getuigenis afleggen dat hij en misschien wij allen nog onderweg zijn, de berg op? Het zou zo maar kunnen, en dat inzicht sluit naadloos aan op de ervaring van vader Benedictus die op het eind van de regel zegt dat wij met het volbrengen van de regel nog maar aan het begin van de weg staan. Om de top te bereiken geeft hij dan nog goede raadgevingen en wijst hij naar voorbeelden bij de vaders. En zo is ook deze plechtige professie van broeder Geerard geen eindpunt maar wel een bijzonder moment op het parcours dat nog te gaan is.
Maar vandaag gaan wij toch de berg op. In het Nederlandse landschap kom je die niet tegen, maar kennen wij niet allen in ons leven van die top momenten waar je voor een ingrijpende keuze of beslissing stond, voor een bijzondere ontmoeting of een ervaring waardoor je werd opgetild of gedragen?
Vandaag gaat Jezus de berg op. Hij heeft een stuk van zijn levensweg achter de rug. Hij heeft bij de doop een ingrijpende ervaring gehad van de liefde van de Vader voor hem; en gaandeweg heeft hij zijn roeping ontdekt en gevolgd. Er tekent zich een pad af. Een pad, niet alleen met daden van genezing, vergeving en leven, maar ook met tegenstand en bedreiging. En nu gaat hij de berg op. Het is een welbewuste beslissing en hij neemt drie leerlingen mee, die niet weten wat hun boven het hoofd hangt. Zoals Isaak die met Abraham ging. Zijn vader wist waarom hij de berg opging, maar de jongen had er geen idee van. Jezus gaat de berg op om ja te zeggen tegen de Vader, ja tegen het leven dat alles vraagt, ja tegen de dood als laatste mogelijkheid om God en het leven te dienen. Zo staat hij daar en hij krijgt Mozes en Elia als tochtgenoten, als lotgenoten. Zij weten wat het leven vragen kan. En daar op de berg wordt Jezus getransformeerd, getransfigureerd. Gehuld in de mantel van Gods Licht, teken dat de Vader zijn overgave aanvaardt en bevestigt, Licht van Licht, opgenomen in Gods heerlijkheid, voorafbeelding van opstanding en nieuw leven.
En de leerlingen die argeloos met hem de berg zijn opgegaan, zij weten niet wat ze meemaken. En Petrus, altijd haantje de voorste, slaat de plank weer mis. Hij wil tenten bouwen, maar het gaat juist niet over een pas op de plaats maken, maar om met moed en geloof stappen te zetten naar een toekomst die alles zal vragen, maar ook het ongehoorde belooft. Maar ze waren helemaal uit hun doen en begrepen het niet echt. Zo kan het gaan in een mensenleven als je leven op zijn kop wordt gezet door een ingrijpende ervaring van lief of leed, van lief én leed. Hoe dan verder, tenzij er een schaduwplek is waar je een woord hoort dat de weg wijst. Was het Jezus die bij de doop dat woord hoorde, nu valt het de leerlingen ten deel. Te midden van alle verwarring klinkt er die stem: ”dit is mijn geliefde zoon, luister naar hem.” Een woord ter bemoediging, ter geruststelling, een woord dat hen de weg wijst, een woord dat hun de zoon wijst die ze kunnen vertrouwen. Volg hem, hij zal de weg gaan en als de morgenster opgaan in je hart.
Wij zien vandaag op de berg wat voor een klim het leven is. Voor de één welbewust, voor een ander ondoordacht. Maar dat ene moment van zien soms even, van Jezus’ lichtende gestalte, het maakt een wereld van verschil en zal gaandeweg het leven een nieuwe wending geven. Aan de leerlingen, aan ons die met hen de weg gaan.
Monniken en monialen hebben de eeuwen door een zwak gehad voor deze episode uit het evangelie. Zij herkennen zich in de stuntelende en struikelende leerlingen, maar zij hebben ook de vaste hoop dat de glans van de eeuwige zoon de toekomst is die ons wacht, als wij met hem alles durven geven voor een leven waarin God vrij spel krijgt, opdat heel het aanschijn van de aarde mag worden herschapen en getransfigureerd in het licht van de opgestane Heer. AMEN.
Abt Thijs Ketelaars