Het (f)luisterterras.
Onlangs was Fons Jaakke bij de broeders te gast. Fons is al lang verbonden met de abdij en heeft zich een leven lang als een monnik toegewijd aan de Schrift. Als hij bij ons in de eucharistie voorgaat heeft hij altijd een mooie korte overdenking over de lezingen van de dag, zo ook dit keer. Fons deelde zijn gedachten over het evangelie van Marcus (u vindt de tekst onderaan), over luisteren als ontmoeten en het terras van de Benedictushof waar ge(f)luisterd kan worden. Uiteraard konden wij jullie allemaal deze woorden niet onthouden en delen we zijn overdenking:
Het (f)luisterterras.
Broeders en zusters in dit zogenaamde B jaar lezen we uit het evangelie van Markus en vandaag komt er een opmerkelijke tekst aan de orde hiervoor hebben we gehoord over een twistgesprek van Jezus met de sadduceeën, en nou denkt u “nu komt er een twistgesprek met de farizeeën”, maar niets is minder waar. Er komt inderdaad een farizeeër op Jezus toe maar die zegt tegen hem “Jezus U hebt de sadduceeën van een goed antwoord gediend, ik stem daar helemaal mee in”. En dan begint Hij geen twistgesprek met Jezus maar stelt hem een vraag: “Wat is het grootste gebod in de heilige schrift?”. Opmerkelijk is ook dat ze elkaar bij wijze van spreken de hand reiken, ze omhelzen elkaar want ze worden het eens over het eerste gebod en over het tweede gebod dat even belangrijk is.
Dat eerste gebod begint met “Luister, Israël!” (“Schema, Israël!”). Is dat niet opmerkelijk of is het alleen maar een inleiding, een conditio sine qua non (voorwaarde), voor het eerste en het tweede gebod? De rabbijnen en oude kerkelijke uitleggers hebben ons altijd voorgehouden dat het eerste en het tweede gebod beginnen met “luister Israel”. En pas als we geluisterd hebben dan krijgen we inzicht in deze geboden, God de Heer is de enige God en heb je naasten lief als jezelf.
Ik zat gisterenmiddag in de tuin de zon op mijn bol en ik keek naar de blauwe hemel en de wolken en zag de tekst die daar op die muur stond: “zoals water het element is waar vissen zich thuis voelen, zo is de stilte het element van de monnik”. Stilte is dat niet waar ook in de regel van Benedictus heel exact uitdrukking aan wordt gegeven? Twee dingen zegt vader Benedictus. Silentium, dat wil zeggen stilte om ons heen. En Tacitus, stilzwijgendheid, stilte in onszelf. En dan gaat de tekst op de muur verder; “Dan kan het onvermoede woord krijgen”.
Als het eerste en het tweede gebod beginnen met “Hoor, Israël!”, dan verondersteld dat als vanzelfsprekend dat wij stil zijn. Dan kan er gebeuren dat God tot ons gaat spreken. Op die bank die daar stond in die tuin staat er Fluister banken, Fluister tafels. En dat veronderstelt dat wij als mensen die daar zitten heel stilletjes met elkaar fluisteren. Maar ik denk dat dat eigenlijk niet de bedoeling is. Wij worden geacht stil te zijn te luisteren zodat God ons vanuit de stilte kan toefluisteren. Wat is dat een mooie woordspeling in het Nederlands wij luisteren en god kan in de stilte tot ons fluisteren Zo wordt het Shema Israël! , Luister Israël tot een diepe zinnigheid die van ons gevraagd wordt. Het lawaai houden we buiten ons. Maar we maken ook het lawaai in onszelf stil zodat God tot ons kan spreken en dan wordt die tekst die daar aan de gevel staat inderdaad waarheid, dan krijgen onvermoede dingen krijgen het woord. En ik wil eindigen met die mooie tekst van Guido Gazelle.
Als de ziele luistert
spreekt het al een taal dat leeft,
’t zachte gefluister
ook een taal en teken heeft
blaren van de bomen
kouten met malkaar gezwind,
baren in de stromen
klappen luide en welgezind,
wind en wee en wolken,
wegen van Gods heilige voet,
talen ende vertolken
’t diep gedoken Woord zo zoet…
als de ziele luistert!
Als de ziel luistert krijgt het een taal! Is dat niet wondermooi, de stilte in ons hart geeft ruimte voor het fluisteren van God. Luister Israël!
06-06-24, Fons Jaakke
Marcus 12: 28 – 34
Nu trad een Schriftgeleerde op Hem toe, die naar hun woordenwisseling geluisterd had en, begrijpende dat Hij hun een raak antwoord had gegeven, legde hij Hem de vraag voor: “Wat is het allereerste gebod?” Jezus antwoordde: “Het eerste is: Hoor, Israël! De Heer onze God is de enige Heer. Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. Het tweede is dit: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Er is geen ander gebod voornamer dan deze twee.” Toen zei de Schriftgeleerde tot Hem: “Juist, Meester, terecht hebt Ge gezegd: Hij is de enige en er bestaat geen andere buiten Hem; en Hem beminnen met heel zijn hart, heel zijn verstand en heel zijn kracht en de naaste beminnen als zichzelf gaat boven alle brand- en slachtoffers.” Omdat Jezus zag dat hij wijs gesproken had, zei Hij hem: “Gij staat niet ver af van het Koninkrijk Gods.” En niemand durfde Hem nog een vraag te stellen.