Preek 18 augustus 2024

Afgelopen zondag presenteerde Jezus Zichzelf aan de Joden als het brood des levens, dat uit de hemel is neergedaald. Hij voegde eraan toe: “Niet dat iemand de Vader gezien heeft: alleen Degene die uit God is heeft de Vader gezien. Al wie naar de leer van de Vader geluisterd heeft komt tot Mij”. Jezus is de enige die uit de hemel is neergedaald, de enige ook die de mysteries van God kent en deze aan de mensen kan openbaren. Hij is de enige die de honger van de mens kan stillen met het woord van God: “Ik ben het brood des levens; wie naar mij toe komt, zal nooit meer honger lijden.” Deze woorden van Jezus deden zijn Joodse luisteraars ongetwijfeld denken aan bepaalde spirituele teksten uit het Oude Testament, zoals die van het boek Spreuken, dat ons deze zondag tijdens de eerste lezing heel passend werd voorgelezen.

Daar is de Wijsheid aan het woord. Zij nodigt ons uit om aan haar tafel te komen zitten. “De Wijsheid heeft zich een huis gebouwd.” De wijsheid wordt voorgesteld als een persoon, een persoonlijkheid, een Vrouw van grote allure, die beschikt over een fantastische verblijfplaats, waar ze een weelderig huis heeft met zeven gebeeldhouwde kolommen. Het getal zeven roept volheid en veelheid op. Alleen de huizen van de rijken waren groot genoeg om door kolommen te worden geschraagd. Hoogst persoonlijk heeft de Wijsheid deze zeven kolommen van haar huis uitgehouwen. Daarmee wordt gezegd dat ware wijsheid niet alleen kennis geeft, maar ook kundig maakt, op alle gebied, zelfs de kennis van een kunstenaar of vakman. En in haar huis staat de tafel gereed. Aan haar tafel biedt de Wijsheid onderrichting. Ze nodigt niet alleen de wijzen uit, maar ook iedereen die wijsheid mist en verlangt deze te verwerven: “Als het je aan wijsheid ontbreekt (als je niet weet hoe je moet handelen, hoe je moet leven), zegt ze, kom dan naar mij en eet mijn brood (het brood van mijn kennis) en drink de wijn die ik heb bereid” (de wijn nl. van intelligentie en begrip). De uitdrukkingen ‘eet mijn brood’ en ‘drink mijn wijn’ hebben een figuurlijke betekenis. Het gaat hierbij niet om brood en wijn, maar om wat dit brood en deze wijn betekenen: wijsheid en intelligentie. Dit is de reden waarom Vrouwe Wijsheid vooral degenen aan haar tafel uitnodigt die geen wijsheid bezitten. Ze stuurt haar bedienden door de hele stad om de armen van geest aan haar tafel uit te nodigen, degenen die nederig genoeg zijn om hun onwetendheid te erkennen, degenen wier hart bereid is de waanzin van hun menselijke wijsheid achter zich te laten om te leren van de Wijsheid die van God komt: “Laat uw dwaasheid in de steek, en u zult leven.” We moeten het leven zoeken waar het gevonden wordt, de ware kennis van het leven zoeken die de wijsheid van God geeft.

Zusters en broeders, in de wijsheidsboeken van het Oude Testament wordt de Wijsheid gepresenteerd als een Persoon, een dochter van God. In het Nieuwe Testament zal Jezus, de zoon van God, zich zelf openbaren als goddelijke

Wijsheid, neergedaald uit de hemel. Ter voorbereiding op Jezus geboorte zingt de liturgie op 17 december als eerste van de O-antiphonen: “O, Wijsheid, voortgekomen uit de mond des Allerhoogsten die reikt van het ene uiteinde van de aarde tot het andere, die alles met kracht en toch met zachtheid ordent: kom om ons de weg van de voorzichtigheid te leren.” En Jezus nodigt ons, net als de oude Wijsheid, uit aan zijn tafel in zijn huis. Aan de tafel van de Eucharistie voedt de Heer ons met de Wijsheid die leven geeft: “Ik ben”, zegt hij in het Evangelie van deze zondag, “Ik ben het brood des levens, dat neergedaald is uit de hemel…wie mijn vlees eet en mijn bloed, heeft eeuwig leven… Wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven… Uw vaderen aten het manna en stierven, wie dit brood eet, zal voor altijd leven.’

Jezus is het brood des levens door ons zijn vlees te eten en zijn bloed te drinken te geven; het brood des levens als het woord van God. Daarom omvat elke eucharistieviering een dubbel deel: de dienst van het Woord, en de dienst van de tafel. Voordat we onszelf voeden met het brood van zijn lichaam en de wijn van zijn bloed, worden we gevoed met het woord van God. Elke zondag ontsluiten drie bijbellezingen ons de schatten van het Oude en Nieuwe Testament. Christus zelf spreekt tot ons in het evangelie. Aan de discipelen in Emmaüs legde Jezus uit: “beginnend bij Mozes en door alle profeten heen”. Hij ontsloot zo de Schrift, voordat Hij zich door hen liet herkennen bij het breken van het brood. Net als de leerlingen van Emmaüs zullen ook wij Hem des te gemakkelijker herkennen als ons hart, net als dat van hen, tevoren werd verwarmd bij het beluisteren van zijn woord. Daarom is het belangrijk ook de woorddienst met aandacht te volgen. Te luisteren, en te trachten tot dieper inzicht te komen. Zoals Maria, de Moeder van Jezus, de zetel der wijsheid, sedes sapientiae, die alle woorden bewaarde in haar hart en niet ophield ze te overwegen. En Jezus nodigt ons uit Hem te volgen, in zijn voetstappen te treden. Onze tijd kent weer talrijke martelaren, bloedgetuigen. Ik bid dat ons die beproeving bespaard mag blijven. Maar laten wij ons dan zoals de eerste christenen wel erop toeleggen een liefdesgemeenschap te zijn, zusters en broeders voor onze medemensen, getuigen van de rijkdom die wij mogen ontvangen en waarvan wij mogen leven als kinderen van God.

br. Gerard Mathijsen osb

Zondag 20 dhj-B18/08/2024 Spr 9, 1-6.

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie