Preek 12 februari 2023

Adhj6 2023 Sir. 15,15-20; 1Kor. 2,6-20; Mt. 5,17-37

Vandaag wordt in Praag de Europese synodale bijeenkomst afgesloten, die een soort tweede etappe vormt na de landelijke bijeenkomsten van vorig jaar. Dat hele proces van synodaal overleg is door paus Franciscus in het leven geroepen om alle gedoopten meer te betrekken  bij het leven en de zending van de kerk. Door velen is dat initiatief met vreugde verwelkomd, maar er zijn ook mensen die hun zorg hebben geuit of zich zelfs tegenstander hebben verklaard. De paus zou de kerk verkwanselen en de deur openzetten voor schreeuwers en ketters. Vanwaar die mening en dat oordeel? Zijn er feiten die zo’n uitlating staven of komt die voort uit gebrek aan kennis of angst voor verandering?

Het lijkt erop alsof paus Franciscus in eenzelfde positie is terecht gekomen als Jezus, die zich in het evangelie van Matteüs verdedigen moet tegen de beschuldiging de wet te willen veranderen. De lange evangeliepassage die wij zojuist hebben gehoord begon immers met een expliciete uitspraak van Jezus dat hij niet gekomen is om wet en profeten op te heffen. Zoiets zeg je enkel als er door anderen aan je rechtgelovigheid wordt getwijfeld. Geen haaltje of iota van de wet, geen punt of komma zal Jezus schrappen, zo horen wij, en toch blijft de roep rondgaan dat hij zich tegen de wet en traditie keert.

Maar waarom is er die twijfel aan Jezus’ trouw aan God en gebod?  Waarom moet hij zich verdedigen en hoe doet hij dat dan? Misschien kunnen wij daar aan de hand van het evangelie van vandaag een beetje zicht op krijgen en kunnen wij er van leren.

Welbeschouwd is het evangelie van vandaag een soort commentaar op de tien geboden. De Schrift zelf spreekt niet over tien geboden maar over tien woorden. Die zijn ons door de traditie overgeleverd als door God zelf geschreven op stenen tafels. Eens en voor al vastgelegd, onveranderlijk, zo lijkt het althans. Woorden waarvan ons is overgeleverd dat ze door God geijkt zijn als veilig richtsnoer voor ons leven. ‘Je mag niet doden’, is zo’n woord. ‘Eer je vader en je moeder’, is ook zo’n woord en zo kennen wij een lijst die in de traditie een bijzondere status heeft gekregen. En dat terecht, want ze bouwen een gemeenschap op, hoeden het leven dat ons door God is toevertrouwd.

Jezus kent ze zoals elke jood ze kende. Hij leerde ze ongetwijfeld als kind in de synagoge en in de catechese zoals ze ook nu nog ter sprake komen in de catechese. En nu hij als volwassene rondtrekt als een volksprediker en genezer weerspreekt hij het gepraat als zou hij niet orthodox zijn en een loopje nemen met de wet en de geboden.  En dat gepraat komt omdat hij bij de uitleg van die woorden een vrijheid aan de dag legt die niet wordt gedeeld door zijn tegenstanders.  Elders in het evangelie horen we dat hij spreekt met gezag, heel anders dan de Schriftgeleerden en farizeeën. Hadden die laatsten het dan bij het verkeerde einde? Dat is een lastige vraag, maar laten wij het nu houden bij de uitleg van die tien woorden.

Dat gebod: ‘gij zult niet doden’, lijkt glashelder, maar is het dat ook? Wat is dat ‘doden’? Is dat iemand met een wapen te lijf gaan en een dodelijke slag toebrengen? En geldt dat bij oorlog waar je volk en vaderland verdedigt evenzeer als bij een burenruzie om een omgekapte boom? En is dood beperkt tot een staat van het lichaam of zijn er ook situaties denkbaar waar dat doden zich op een ander niveau afspeelt zoals mensen doodzwijgen, monddood maken, mensen voor dood laten liggen en geen helpende hand reiken bij wat voor lijden ook?

“Gij zult niet doden’, dat gebod heeft dus veelmeer om het lijf dan op het eerste gezicht lijkt. En wat voor dit gebod geldt, is ook van toepassing op de andere geboden. Het rijtje opnoemen is nog iets anders dan het in zijn diepte verstaan en in praktijk brengen. Dan komen er tal van vragen op over de reikwijdte en inhoud van die woorden. Ook dat zien wij in het evangelie van vandaag. Jezus zelf geeft commentaar en uitleg bij dat gebod en dan zien wij hem vertellen dat je mensen dood kunt maken zonder er het mes voor te gebruiken. En zijn uitleg sluit nauw aan bij dat bekende woord uit het boek van de wijsheid dat er door het woord meer zijn gedood dan door het zwaard. Ik heb het al vaker geciteerd, omdat het in onze samenleving zo actueel is. Van dat soort doodslag leeft een hele pulppers: roddel, leugen, zwart maken enzovoort. Er worden levens mee vernietigd en gedood.

Wij zijn als christenen gezegend met een reeks wetten en woorden in de Schrift en de traditie die niet anders beogen dan Gods belofte van leven  te behoeden en te behartigen. Het is de wens van de Vader dat wij leven hebben en wel in overvloed zegt de apostel Johannes.

Wetten en geboden zijn er dus niet om mensen mee dood te slaan, ze dienen om het leven te bewaken en te bevorderen en dat vereist van ons een heel ander insteek dan zo vaak het geval is. Dat betekent ook dat we steeds weer moeten luisteren en zoeken wat die woorden betekenen in deze of gene situatie en context. En dat is wat Jezus deed en hij kon dat omdat hij bewoond werd door de Geest die leven geeft. Hij was een innerlijk vrij mens die anderen kon en wilde vrijmaken en in het leven zetten. Zijn tegenstanders handelden en spraken vanuit een heel ander perspectief met alle gevolgen van dien.

Wij zijn  geroepen om in de voetstappen van Jezus te treden, tijd te nemen voor bezinning en stilte om ons door de Geest te laten vormen tot mensen die het leven dienen door in onze dagen niet star en stijf regels te herhalen, maar met aandacht de ader van het leven te zoeken in de complexe wereld van onze tijd. Paus Franciscus heeft ons met het  synodaal proces daartoe een kostbaar instrument gegeven. Laat ons het dankbaar gebruiken en helpen wij hem in zijn verlangen voor een vernieuwing van de kerk van hoog tot laag. Leven dat God looft, dag in dag uit. AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden