Preek Abt Thijs 17 januari 2021

Bdhj2 20210117 1 Sam 3; Joh. 1,35-42

Twee roepingsverhalen worden ons vandaag in de liturgie aangereikt. Of moeten we misschien zeggen dat het veeleer luisterverhalen zijn dan roepingsverhalen. Zeker er wordt geroepen, maar ligt het accent hier niet op het al dan niet luisteren van de mens?

God roept, het leven roept, wij zijn niet zomaar in het bestaan geworpen, we hebben of krijgen een roeping. En dan is de grote vraag of wij oren hebben naar die roeping, verstaan wij haar, komen we haar op het spoor en zo ja, zeggen we er dan ja op of trekken we een ander plan.

Nu hoef je bij roeping niet direct aan een intrede in een klooster denken, alsof dat de enig mogelijke roeping zou zijn. Nee, iedereen heeft een roeping in het leven. Allen en ieder is  geroepen. Waar is voor jou met je gaven en talenten, maar ook met je onmogelijkheden de plek waar jij mag groeien en bloeien tot welzijn van allen.

De verhalen van vandaag maken ons er op attent dat daar geen standaardformulier voor is. In dat opzicht verschilt de Schrift sterk van veel rapporten en schrijfsels die tegenwoordig verschijnen. Mensen worden in onze samenleving niet zelden langs een meetlat gelegd die geen recht doet aan de werkelijkheid met alle gevolgen van dien. We zien het in ons eigen land en daarbuiten.Dan word je afgerekend of ingerekend op grond van je huidskleur, geslacht of geloofsovertuiging. Het leven zelf is veel ruimhartiger en het is goed om daarnaar te luisteren, willen we recht doen aan mensen.

Roeping, iedereen wordt geroepen in het leven, want God ziet iedereen voor vol aan en Hij heeft voor elk een plek, ook voor degene die er misschien aan twijfelt of hij wel meetelt of meekan.

Iedereen wordt geroepen, de een al heel jong, en een ander leert pas gaandeweg ontdekken wat zijn weg is. We zien dat voor ons in de twee verhalen die wij hebben gehoord.

De jonge Samuel wordt al heel jong door zijn ouders in een traditie ingevoegd. Hij wordt zelfs afgestaan voor de dienst van de Heer. Het jochie heeft nog niets in te brengen, maar er komt een moment dat hij van binnen uit wordt geroepen, ook al verstaat hij dat aanvankelijk niet. Soms heb je een stil vermoeden of word je innerlijk geraakt door iets of iemand waar je niet goed raad mee weet. Wat heeft het te betekenen? Dan is het te hopen dat je iemand hebt bij wie je vragen en verlangens uit kunt spreken. Iemand die naar je verhaal luistert. Hij dient je niet te zeggen wat je doen moet, hij of zij moet niet antwoorden in jouw plaats, maar je helpen zelf antwoord te geven. Dat deed Eli. Hij spoorde Samuel aan te luisteren en antwoord te geven. Een antwoord dat ruimte zou scheppen voor het volgen van een weg.

Roeping, luisteren naar het leven, luisteren naar wat je innerlijk beweegt en drijft, maar ook een luisterend oor vragen dat je helpt te onderscheiden. Waartoe ben ík op aarde, wat is mijn weg, waartoe roept de Heer mij.

In het evangelie gebeurt hetzelfde, zij het in een andere context. Nu is het geen kind meer, maar zijn het volwassen mannen die al keuzes hebben gemaakt. Het gaat om leerlingen van Johannes. Die heeft met zijn prediking en zijn leven mensen geraakt, en ze hebben innerlijk gevoeld dat hun leven niet door moest gaan zoals het tot nu toe ging. Waartoe zijn wij op aarde? Johannes riep op tot bekering, een roep tot gerechtigheid, tot ware eredienst en geen lippendienst of egodienst. En dan op een dag ziet Johannes Jezus voorbij komen en hij wijst zijn leerlingen op hem. En hij wíjst niet alleen naar Jezus, hij zegt ook een woord over hem: ‘zie het lam Gods’.  Aan die woorden zit een heel verhaal vast. Om dat te begrijpen, moet je een beetje thuis zijn in de Schrift. Dat waren die leerlingen van hem, want Johannes zijn prediking stoelde op die oude verhalen. ‘Lam Gods’ en niet ‘ridder te paard’.

Die woorden raken een innerlijke snaar bij die twee en ze gaan Jezus achterna. Maar voor we met hen Jezus achterna gaan, verdient Johannes het dat we nog een moment bij hem stilstaan.  Hij is een witte raaf. In een wereld waar toen en nu mensen zichzelf in de kijker plaatsen, zich onmisbaar achten of alle plaats willen innemen, daar maakt Johannes ruim baan voor een ander. Het gaat niet om hem, hij zoekt geen volgers, hij doet niet anders dan anderen de weg wijzen naar het leven, naar hem die het leven zelf is. Ga hem, ga Jezus achterna en je zult je bestemming vinden.  Dat is waar het op aankomt, daarvoor te mogen dienen is onze roeping.

Die twee leerlingen laten het zich geen twee keer zeggen, en ze gaan Jezus achterna.   En Jezus laat zich aanspreken,  en meer dan dat.

Met de vraag: ‘Wat verlangt gij?’  neemt Jezus het initiatief van de leerlingen over en is hij het die het verloop van het gebeuren bepaalt.

‘Wat verlangt gij?’ Met die vraag wordt bij die twee leerlingen aan de deur van het hart geklopt. Dat is hier niet de vraag van een ambtenaar of een verkoper, maar een persoonlijke aanzoek. Die vraag loopt als een rode draad door het evangelie van Johannes. Misschien loopt die vraag wel door ieders leven, ook al hebben we het niet altijd in de gaten. Vandaag komt ze in het evangelie prominent naar voren. En die vraag van Jezus met de daarop volgende uren bij hem thuis zorgen voor een keerpunt in het leven van de twee leerlingen.

Twee roepingsverhalen, twee luisterverhalen die ons op onze beurt uitnodigen. Laten we niet aarzelen te luisteren naar de  stem en het verlangen die ons wenken. Stilte moge daarbij de geboortegrond zijn voor een nieuw bestaan, en mogen ook wij een Elia of Johannes vinden die ons helpt te kiezen voor een leven waarin Gods roep wordt recht gedaan en het leven groeien en bloeien mag tot zegen van velen. AMEN.

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden