Neig het oor van je hart
De heilige Benedictus die wij vandaag vieren is niet alleen vader van monniken, maar ook patroon van Europa. Als vader van monniken vieren wij hem gewoonlijk op 21 maart, en als patroon van Europa staat hij vandaag op de kalender. Vandaag, op een zondag en dat komt niet zo vaak voor. Toch past het hem dat, want wie het leven van Benedictus leest, kan tot de ontdekking komen dat zijn leven een icoon is van de wedergeboorte, een icoon van de nieuwe mens.
Tot die geboorte van de nieuwe mens zijn wij allen geroepen, monniken die onder zijn regel leven en allen die in de leerschool van het evangelie buiten het klooster hun weg gaan. Want alleen zo kan dat Europa waarvan Benedictus de patroon is, zijn ware bestemming vinden, hervinden. Niet een continent waar men elkaar naar het leven staat of de gastvrijheid inlevert voor hoge muren, maar een huis waar vrede boven de deur staat en mensen welkom worden geheten als Christus zelf.
Nieuwe mensen worden, herboren uit de Geest. Maar hoe doe je dat? Hoe word je een opstandings-mens?
Daarvoor kunnen we bij verschillende bronnen terecht, maar vandaag is het een goed moment om te rade te gaan bij de man die zelf die weg van ommekeer en vernieuwing is gegaan. Wanneer we naar Benedictus willen luisteren, krijgen we geen theoretisch onderwijs, maar horen we iemand die op grond van eigen ervaring ons de weg wijst.
Er is de regel en er is zijn leven. Dat levensverhaal is van de hand van paus Gregorius, maar de regel is uit Benedictus eigen pen gevloeid. Die regel schrijft hij voor volgelingen, voor leerlingen die de weg willen gaan die hijzelf heeft afgelegd. En daarmee tekent hij dus ook een soort zelfportret.
Die regel is een wegwijzer, een kaart die de sporen vertoont van een veelvuldig gebruik, want het levenspad loopt soms door woestijn en bergachtig terrein en dan moet je goed bij de les blijven.
Benedictus wist daar over mee te praten. Je leest het tussen het wit van zijn regel en wie daar niet genoeg aan heeft, kan in het levensverhaal van Gregorius lezen dat het geen gemakkelijke weg voor hem is geweest. Maar hij heeft de tocht volbracht en wat hij ons voorhoudt in de regel, zien we in zijn eigen leven vervuld. Hij is een man geworden met een verruimd hart,[1] Hij zag op het einde van zijn leven heel de wereld in Gods heldere licht.[2]
Nu wij aan de beurt zijn om de weg van het leven te gaan, slaan wij zijn regel open en het eerste dat Benedictus ons aanreikt, is een woord dat rechtstreeks uit de Schrift komt: “Luister mijn zoon”, zo begint de proloog en dat wordt nog eens herhaald in die mooie uitdrukking “neig het oor van je hart’.
Wat is het leven zonder dat woord: luisteren, het oor van je hart neigen?
Hoe lang geleden ook geschreven, er is geen woord in onze mensengeschiedenis dat fundamenteler is dan dat. Misschien zult u zeggen: gaat het woord niet aan het luisteren vooraf? Begint de apostel Johannes zijn evangelie niet met: in het begin was het woord, en begint ook het scheppingsverhaal niet met het spreken van het scheppend woord. Inderdaad, dat klopt, maar let op, God heeft het eerste woord en wij worden geboren om luisteraars te zijn, om zo te ontdekken waartoe wij in het leven geroepen zijn.
Wanneer Benedictus zijn regel begint met het woord luisteren, dan wijst hij ons niet alleen de weg, maar hij tekent daarmee ook zijn eigen leven. Hij heeft ontdekt dat luisteren het eerste en belangrijkste is voor ons mensen, daarmee valt of staat alles.
Benedictus bindt het ons op het hart: wees luisteraar, wees hoorder van het woord, en hij is er zich van bewust hoe moeilijk dat is. In de eerste zinnen van zijn regel zegt hij namelijk dat we door ongehoorzaamheid van het pad zijn afgeraakt. Maar door ons oor opnieuw te luisteren te leggen, wordt ons de mogelijkheid gegeven de weg terug te vinden naar het leven.
Luisteren, het is een hele opgave, we weten het allemaal. Hoe vaak spreken we niet voor onze beurt, hoe vaak luisteren we met een half oor, hoe vaak ook luisteren we met vooringenomenheid, hoe vaak geven we echt ruimte en tijd om wat ons gezegd wordt binnen te laten, te overwegen in het hart om er de ware draagkracht en betekenis van te achterhalen. Denk aan het eerste hoofdstuk van Lucas en zie het verschil in het luisterend oor van Zacharias en dat van Maria. Het ene is niet bij machte zich te openen voor het ongehoorde, want het is vooringenomen, terwijl het andere zich gewonnen geeft aan een onbekend avontuur.
Luisteren, het leven is ermee gemoeid.
Leven, broeders en zusters, bestaat niet uit het hebben van de laatste nieuwe smartphone of computer, ook niet uit een nieuw bankstel of een gevulde bankrekening, leven wordt geboren en gewonnen waar wij weten te luisteren.
Luisteren, het vergt oefening en geduld. Twee zaken die in onze samenleving niet vanzelfsprekend zijn. In de hedendaagse cultuur moet immers alles direct en stante pede. We willen niet in de rij staan en menigeen laat zich verleiden tot kant en klaar tot en met instant voeding. Maar wie daarvoor kiest krijgt enkel een surrogaat van het leven.
Oefening en geduld, ze zijn noodzakelijk voor een luisterend leven. En die vragen als metgezel de stilte. Dat is een heel schaars artikel in onze samenleving, maar het is broodnodig om mens te kunnen worden en te blijven. Stilte als de bodem waarin het zaad van het woord kan gedijen, stilte waarin het luisterend oor vrij is van allerlei geruis dat de kwetsbare klank van het woord vervormt en de symfonie van het leven verstoort. Stilte als een plek waar de ander welkom wordt geheten en in al zijn oorspronkelijkheid wordt gehoord.
Benedictus, man van het luisterend oor om met een verruimd hart voort te gaan op de weg van het leven. Moge hij ons aanzetten tot een luisterend leven om zo gevormd te worden tot een gemeenschap, klein en groot, waar leven gedijt en God in luisteren, spreken en zwijgen wordt verheerlijkt.
Voor U in deemoed, met U in geloof, in U in stilte. AMEN.
Abt Thijs Ketelaars
[1] RB proloog 49
[2] Leven van Benedictus hfdst. 35