Drievuldigheidszondag   12 juni 2022

“Nog veel heb Ik u  te zeggen, maar Gij kunt het nu nog niet dragen. Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid, zal Hij u tot de volle waarheid brengen.”

Jezus heeft nooit een dogmatische verhandeling gegeven over de H. Drie-eenheid. Wel heeft Hij steeds gesproken over zijn hemelse Vader, en benadrukt dat Hij en de Vader één zijn. Om die reden wilden de omstaanders Hem stenigen. Zij beschouwden zijn woorden als godslastering. Ook heeft Hij, zoals in het evangelie vandaag, gesproken over de H. Geest en diens komst beloofd. Als wij in de waarheid staan zullen wij diens stem mogen vernemen. Hij zal ons alle nodige onderricht geven.

Dat is dus de opdracht die wij hebben, lieve mensen, dat wij in de waarheid gaan staan. Of liever: dat wij de waarheid zoeken. Want dat kunnen we misschien over de waarheid zeggen: het is niet iets dat je hebt, maar eerder iets dat je drijft, de motor die je stuwt.

Denk aan de mooie woorden van Sint Augustinus aan het einde van zijn traktaat over de Drie-eenheid: “Geef dat ik U zoekend mag vinden en dat, wanneer ik U heb gevonden, ik U blijf zoeken.”

Maar hebben wij niet veel andere, meer dringende zorgen aan ons hoofd, mogen wij ons wel verliezen in gedachten over het geheim van God, terwijl onze wereld in brand staat? Moeten wij ons geen zorgen maken over het beëindigen van het geweld, over de wapenwedloop die weer opnieuw is ingezet, de polarisatie in de politiek, de CO 2 problematiek, hoe wij een leefbare aarde kunnen nalaten aan een komende generatie? Nadenken over het geheim van de Allerheiligste Drievuldigheid, is dat geen luchtfietserij?

Gisteren in de middagdienst hoorden we een lezing over de weg van de mens. Woorden van onze medebroeder Benoît Standaert, die deze weer ontleende aan denkers uit het verleden als Gregorius van Nyssa en Meister Eckhart. “Het leven is een opgang. Je bent nooit aangekomen. Het is een duurzame pelgrimstocht. Pas op het hoogste punt bereik je God. Maar het is van belang dat einddoel wel voor ogen te houden. Want pas in het licht van het absolute einde krijgen onze initiatieven,  alle dingen uit ons aardse leven, hun echte inhoud, hun al of niet blijvende waarde.”

Het heeft dus zin om ons leven te zien in het perspectief van de Allerhoogste.

Jezus leefde in een voortdurende verbondenheid met de Vader, vervuld met hun beider Heilige Geest. Dat bewoog Hem tot een grote liefde voor en deernis met de mensen. Dat was het voorbeeld dat Hij hen voorhield en waartoe Hij hen uitnodigde. Hele nachten bracht Hij door in gebed. Daarin zocht Hij zijn kracht en zijn inspiratie.

Wij kunnen Gods geheim niet beter benaderen dan door Hem daarin naar onze mogelijkheden na te volgen. Door in geloof in vrede te leven met God en met elkaar. Wij hoorden de woorden van Paulus aan de christenen van Rome: “Gods liefde is in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken.”

Wij hebben van God in zijn heilige Drievuldigheid een moeilijk geloofspunt gemaakt, dat in de geschiedenis tot scheuringen en godsdienstoorlogen heeft geleid.

Of dat getuigt van ware godsdienstzin? Ik weet het niet.

Natuurlijk, het is de taak van ambtsdragers en theologen om over de zuiverheid van de leer te waken.

Maar we dienen toch bovenal voor ogen te houden dat God liefde is en vrede wil.

Ik herinner mij een echtpaar uit mijn jeugd. In die tijd waren grote gezinnen nog heel gewoon. En dit echtpaar had, voor zover ik mij herinner, zeker zes kinderen, en misschien zijn er nog wel bij gekomen. Hij was gynaecoloog in een groot ziekenhuis, en zij was een heel lieve en ook heel mooie vrouw. Maar wat op mij als jongeman bijzonder indruk maakte was dat zij, na de nodige huwelijksjaren, nog steeds heel erg verliefd waren op elkaar. Hij was een kundig arts en stond nuchter en reëel in het leven, maar hij smolt voor zijn vrouw. Zij betekende alles voor hem, en hij deed ook alles voor haar. Maar, – en daarom breng ik dit hier nu ter sprake – op medisch gebied hield hij afstand van haar. Hij wilde zijn geliefde echtgenote niet behandelen als patiënt. Als het ware objectiveren. En dat wilde hij niet. Zij was zijn liefde.

Zusters en broeders, moeten wij zo ook niet staan tegenover het mysterie van de Allerheiligste Drie-eenheid. Dat is zo’n intiem geheim. Dat is de binnenkant van ons eigen wezen. Daarin ligt onze oorsprong en onze eindbestemming. Over alles wat er gebeurt met ons na dit aards bestaan weten we bijzonder weinig. Ja, er is een voortbestaan, ja we zullen een geestelijk lichaam krijgen, maar hoe moeten we ons dat voorstellen? Wat wij weten, wat wij mogen hopen, is dat  Hij onze toekomst is, dat Hij ons leven draagt, door alles heen. Dat is wat wij vandaag bijzonder vieren, dat Hij onze Vader is, dat Jezus onze Verlosser is, dat Gods Geest ons heiligt, ons zuivert, onze fouten vergeeft en ons heiligt. Dat de oneindig grote God de kern van ons leven is, ons bewoont en bewaart, ons met elkaar verbindt. Door de sacramenten is die verbondenheid bezegeld, maar alle mensen zijn schepselen Gods en Hij die liefde is kan niet anders dan het geluk van ieder bewerken. Hoe komt het dat in de eerste eeuwen het christendom zo snel de samenleving voor zich wist te winnen? Is het niet omdat het goed nieuws verkondigde, en de wereld overtuigde door een levend geloofsgetuigenis?

Mogen wij vandaag geraakt worden door het vuur van Gods liefde, en in een wereld die helaas weer opnieuw naar wapens grijpt getuigen dat wij ons vertrouwen stellen in de wapens die het evangelie ons aanreikt, de kracht van het gebed, een vurig geloof, en liefde en respect voor alle leven. In Naam en tot eer van de Drieëne God die hemel en aarde heeft gemaakt.

Br. Gerard Mathijsen osb

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden