Allerzielen

Vandaag wijkt de liturgie van de zondag, met het mooie evangelie over de ontmoeting van Jezus met de tollenaar Zacheüs die uit de boom wordt geplukt, voor de liturgie van Allerzielen. Wij herdenken onze overledenen, allereerst die ons dierbaar waren, mensen waaraan wij veel te danken hebben, die ons ontvallen zijn, soms in droeve omstandigheden, soms ook na een lang en voltooid leven. Mensen die veel te vroeg uit ons leven zijn weggevallen, in hun jeugd misschien, door ongeluk of ziekte. De dood brengt veel droefheid in onze levens, en is dikwijls harder voor de nabestaanden dan voor de mensen die afscheid moeten nemen van dit aardse bestaan. Wat is het dan een troost als wij mogen geloven dat de dood alleen maar een overgang is, dat hij er misschien dreigend uitziet voor wie aan deze zijde van dat grote onbekende leven, maar die opent op een heerlijke tuin, een prachtig paradijs, een gelukkige ontmoeting met de goede God, die iets veel beters voor zijn scheselen in petto blijkt te hebben.

Dat lijkt misschien naïef wensdenken, dat wordt door verlichte geesten weggewuifd en afgedaan als een sprookje. Maar het hoort wel tot de geloofsschat van de kerk, het is de boodschap die wij ook vandaag horen in het evangelie, het is het goede nieuws bij uitstek.

“Dit is de wil van mijn Vader, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven bezit; en ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.”

De vorige week vrijdagavond waren wij hier ook samen met de familieleden van de mensen die het afgelopen jaar overleden zijn in het hospice in Egmond aan Zee. Hun namen werden genoemd, luidop voorgelezen, en bij iedere naam werd een lichtje aangestoken op de tafel in het midden van de kerk, waarop de aanwezigen bloemen hadden geplaatst.

Niet alleen van de 26 overledenen in het hospice, maar ook van andere dierbaren, meer dan 150 namen. En we dachten daarbij ook aan die vele duizenden slachtoffers van oorlog en geweld, aan al die kinderen die geen kans kregen om op te groeien in onze wereld, verkeersslachtoffers, slachtoffers van honger en ziektes aan wie de noodzakelijke zorg onthouden werd.

Wij geloven dat de Heer gekomen is als Heiland en Verlosser, dat het de wil is van Hem en van zijn hemelse Vader dat ieder mens waarachtig geluk mag vinden en gered mag worden. Wij geloven dat wij, die zijn volgelingen mogen zijn, en aan wie het goede nieuws van Gods barmhartige liefde verkondigd is, dat wij geroepen zijn om zijn medewerkers te zijn, om deze aarde mee vorm te geven, tot een geschikte verblijfplaats te maken voor alle mensenkinderen.

Gisteren vierden wij het feest van Allerheiligen. Wij verheugden ons in de glorie van die ontelbare volgelingen van Jezus die hun roeping hebben verstaan en zich hebben gewijd aan de verbreiding van Gods Rijk. Die zich hebben ingezet voor ziekenzorg en onderwijs, verbetering van levensomstandigheden, het in cultuur brengen van de aarde, die zich hebben ingespannen om de wereld mooier te maken, die kennis hebben verspreid, cultuur bevorderd, kunst gebracht.

Priesters en missionarissen, mannen en vrouwen.  Mensen die zich hebben ingezet voor anderen, in dienst van God en medemens. Goede heilige huisvaders en moeders, en tallozen die ongehuwd door het leven gingen en kracht vonden in het geloof om er het beste van te maken, zoveel mensen die bescheiden en onbekend goed wilden zijn en dienstbaar aan anderen, zovelen die onvervuld bleven en heel hun leven worstelden met vragen en problemen. Allen waren door God gekend, door Jezus bemind, zijn liefde heeft hen allen gedragen door het donker naar het licht.

Een half jaar geleden mocht ik aanwezig zijn bij een oecumenische uitvaart in de Nieuwe kerk in Haarlem. De kerk was goed gevuld met familie, vrienden en belangstellenden. Na de dienst werd niet eerst de overledene uitgedragen, maar werd de aanwezigen verzocht naar buiten te gaan en een erehaag te vormen voor de overledene. Pas toen allen zich hadden opgesteld werd de kist door  familieleden naar de lijkwagen gedragen. Een mooi afscheid, en ik dacht, wat wij vandaag op deze Allerzielenzondag doen is eigenlijk een soortgelijk ritueel. Wij  staan liefdevol stil bij de gedachte aan onze doden, wij denken ook aan alle doden, aan al die mensen die gestorven zijn in eenzaamheid, zonder dierbaren om hen heen, en wij omringen hen met ons gebed, met ons geloof, in de vaste overtuiging dat al wie tot Jezus komt niet zal worden buiten geworpen. Wij nemen die mensen als het ware op onze schouders en dragen hen naar de Heer: Jezus, goede Meester, dank U voor hen en zie naar ieder van hen om, laat toch niemand vallen, vergeet niemand, neem hen op in uw koninkrijk, geef hen deel aan uw heerlijkheid, en bevestig ons in geloof in U, zodat de Vader ons allen deel kan geven aan uw leven in heerlijkheid.

Amen

 

Br. Gerard Mathijsen

Evangelie: Joh. 6, 37-40.

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Agenda
3 Activiteiten
Bekijk alle
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie