Preek 22 september 2024

Na zijn opstanding uit de dood spreekt de verrezen heer bij elke ontmoeting zijn vredeswens. Tijdens zijn leven leert Hij zijn volgelingen welke weg naar die vrede leidt. Er is geen andere weg dan die van de aanvaarding van lijden en kruis. 

Afgelopen zondag maakte Jezus in het Evangelie voor het eerst zijn lijden en zijn dood bekend aan zijn leerlingen. Op deze zondag lezen we in het Evangelie de tweede aankondiging van zijn lijden. zij werd in de eerste lezing voorbereid, een passage uit het boek Wijsheid over de rechtvaardigen die vervolgd worden 

In de tweede lezing deze zondag spreekt Sint-Jacobus  over ware en valse wijsheid. Ware wijsheid komt van God tot ons. Het is vredige gerechtigheid, vruchtbaar, vol goede vruchten, zoals barmhartigheid, begrip en tolerantie. In een gemeenschap van wijze mensen heersen orde en vrede, omdat de wijze barmhartig, begripvol en tolerant is. Zonder jaloezie en zonder hypocrisie. Het is misschien schrikken voor ons. We hebben een hoge dunk van de begintijd van de kerk. Jacobus heeft het over vechtpartijen en en ruzies! 

 Een wijze mens is niet in de eerste plaats een geleerde. Bijbelse wijsheid is kennis van leven. We kennen de wijze man of vrouw aan zijn gedrag, eerlijkheid, gevoel voor orde; zo iemand is oprecht en correct in zijn taalgebruik, in zijn daden, in zijn gezinsleven, in zijn gemeenschapsleven. Wijsheid is een moreel concept. Waar wijsheid ontbreekt, heerst morele wanorde; daar ontbreekt vrede. In het evangelie is Jezus zelf, de mens geworden wijsheid, onze leermeester. Wat de Heer zijn leerlingen vertelde was onvoorstelbaar hard en ongelooflijk. Hij zou worden gedood, en na drie dagen weer opstaan. In het evangelie van Marcus zal Jezus die zelfde boodschap drie maal herhalen. De eerste keer probeert Petrus Hem tot andere gedachten te brengen, maar hij hoort dan die zachtmoedige Jezus opstuiven: Ga weg, satan, je laat je leiden door menselijke overwegingen, en niet door wat God wil. De derde keer komen de zonen van Zebedeüs naar Hem toe, vragen om de beste plaats als Jezus bevestigd zal zijn als koning: alleen voor die glorieuze finale hebben zij oor. Vandaag ontvangen de leerlingen de harde boodschap voor de tweede keer. 

Over hun reactie nu komen wij in eerste instantie niets te weten. Zij durven Jezus niet om uitleg te vragen. Blijkbaar zijn zij niet samen opgetrokken maar los van elkaar naar huis gegaan.  

Nu volgt de tweede les van deze passage. 

Eerst heeft Jezus zijn leerlingen iets geopenbaard over zichzelf. Over zijn persoonlijke missie, hoe Hij zijn leven uit handen zal geven, en terug ontvangen van de Vader, hoe Hij zal sterven en verrijzen. 

Nu leert Hij de apostelen wat Hij van zijn volgelingen verwacht. Het gaat om iets heel belangrijks. Jezus gaat ervoor zitten. Hij neemt de positie van een leraar in, Hij verzamelt de twaalf, en spreekt hen toe: Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen moeten wezen en de dienaar van allen. Dat is duidelijke taal. Bovendien geeft Jezus hun een duidelijke uitleg. Hij neemt een kind op en zegt  Wie zo´n kind opneemt in mijn Naam neemt Mij op, en wie Mij opneemt neemt Hem op die Mij gezonden heeft. Zoals Hij elders zegt Wat jullie doen voor de minsten der mijnen, dat hebben jullie aan Mij gedaan. Dat is de grondwet die Jezus zijn volgelingen geeft. Daarin vloeien de twee grote geboden van liefde voor God en voor de mensen samen tot een. Door de eeuwen heen is dat het kenmerk geweest van de gelovigen; daardoor is de gemeenschap van de kerk hecht opgebouwd: dienstbaarheid en voorkeursliefde voor de zwakke. Door die prioriteiten te stellen heeft de jonge kerk zich in de eerste eeuwen geliefd gemaakt en is het christendom verbreid. Onze paus Franciscus hamert terecht op deze grondwet van het evangelie.  

Mettertijd zijn de ambtsdragers grote heren geworden, kregen zij maatschappelijk aanzien, maar groeide ook de afstand tussen “groten” en “kleinen”, precies wat Jezus wilde vermijden. Hij roept op tot dienstbaarheid: dat is navolging van Hem.  

Dierbare zusters en broeders, het is vandaag Vredeszondag. We weten allemaal: de heersers in onze wereld, de machthebbers, de groten der aarde zoeken hun heil in spierballentaal: in bewapening en bedreiging. De technische ontwikkelingen hebben hen verstrikt in een wapenwedloop die als het tot volle treffen zou komen, als alle registers worden opgetrokken, als het geweldsorgel op vol gaat, heel onze planeet meesleept in de vernietiging. Pure waanzin. De enige hoop voor de wereld is niet nog meer macht, nog meer wapens, de enige hoop is bezinning , ommekeer, oog hebben voor de ander, de kleine, het kind, maar ook de ontheemde, de vluchteling, de andere in zijn anders zijn. 

Geen vijand denken, maar omarmen. Tweeduizend jaar geleden hebben de volgelingen van Jezus dit begrepen. Die volgelingen waren geen geboren heiligen. Daarvan horen we pas in een latere tijd, als het christelijk geloof het leven doordrenkt, dan worden er baby’s geboren die op vrijdag de moederborst weigeren, en horen we van kindheiligen die tot heldhaftige dingen in staat zijn, de kleine Tarcisius, de 13 jarige Agnes. Maar de eerste leerlingen van Jezus, we hoorden het in het evangelie vandaag, waren hardleers: Jezus had een engelengeduld nodig om hen bij te brengen wat van hen verlangd werd. Moge Hij ook geduld hebben met ons, en vooral, moge de genade in de mensen van nu bewerken wat zij in het verleden bewerkt heeft, zodat wij weer een kerk worden waarvan de buitenstaanders zeggen: zie hoe zij elkaar liefhebben, en de Kerk een aantrekkelijke gemeenschap wordt waar men graag deel van wil uitmaken in dankbaarheid, dienstbaarheid en vrede. 

Maar vrede is geen uitgangspunt, het is een eindresultaat, vrucht van geloof, vertrouwen en geduld. 

Laat ons daarvoor bidden, voor ons zelf en voor de wereld 

br. Gerard Mathijsen osb

25e Zondag dh jaar B  – 22-09-2024 

Volgend artikel Bekijk het overzicht
Agenda
3 Activiteiten
Bekijk alle
Gastenverblijf
Een plaats van gebed en ontmoeting, van rust en stilte, waar iedereen zich thuis mag voelen en op adem mag komen.
Meer informatie