Wat beweegt ons?

Wat beweegt ons?

Sint Benedictus stelt aan de aspirant monnik één vraag: “wat zoek je?” Quid quaeris? Je zou ook kunnen zeggen: “wat beweegt je?” Dat is de vraag, zusters en broeders, die ook bij ons opkomt als wij om ons heen kijken naar wat er gebeurt, in het klein en in het groot, op het wereldtoneel en vlak bij: wat beweegt de mensen? Waarnaar is ieder op zoek? Natuurlijk: naar geluk! Maar waar zoekt de mens zijn geluk?

Vandaag vertelt het evangelie in de versie van Sint Lucas, de geneesheer, over het begin van Jezus optreden. Toen Hij 30 jaar oud was liet Hij zich dopen door Johannes in de Jordaan. Toen trok Hij vandaar weg vervuld van de Heilige Geest en door die Geest geleid werd Hij naar de woestijn gevoerd waar Hij beproefd werd door de diabolos, de verdeeldheid-zaaier, de duivel. Dat gebeurt in de woestijn.

In deze voorbereidingstijd op Pasen  zijn wij uitgenodigd in het spoor van Jezus onze weg te zoeken in de woestijn van het leven. Door wie of wat worden wij  bewogen, door welke geest laten wij ons leiden, bezielen? De woestijn is altijd gezien als een plaats van loutering, waarin de mens zichzelf tegenkomt, geconfronteerd wordt met zijn kwetsbare plekken. Het betreden van die barre omgeving wordt gezien als een kans om spiritueel te groeien door een antwoord te vinden op verschillende uitdagingen en beproevingen. Je kunt daardoor groeien in intimiteit met God. Maar die uitkomst is niet vanzelfsprekend. Zelfs Mozes heeft het niet gehaald en is in het zicht van het einddoel gestorven.  Door de beproevingen worden wij gevormd. Voor de monnik zijn zij het novitiaat. De Israëlieten zijn erdoor tot een godsvolk gerijpt, zij hebben geleerd zich vast te houden aan God hun bevrijder, zijn wetten werden hun grondwet. De generatie Israëlieten die met Mozes de woestijn inging nadat ze uit Egypte waren ontsnapt, faalde in die beproevingen. Zij verviel in gemopper, in ongeloof.

 

Jezus zelf is de beproeving niet uit de weg gegaan. Hij heeft ze met ons willen delen. Alvorens zijn missie te beginnen is Hij zelf door de woestijn gegaan. Hij  doorstond de beproeving, door zijn nauwe verbondenheid met God, door zijn gehoorzaamheid aan de Vader, doordat Hij zich liet leiden door Gods Geest. En die Geest heeft Hij willen meegeven aan zijn kerk, de gemeenschap van zijn volgelingen.

 

In latere tijd was de woestijn voor de monastieke vaders de plaats die zij opzochten om hun ziel te redden in een leven dat gecentreerd stond op het zoeken naar God, op het volgen van Jezus, onder de leiding van de H. Geest..

 

Satan, aan wie door God eertijds was toegestaan ​​om de rechtvaardige man Job te testen, had nu toestemming om de rechtvaardige Jezus te testen.

Net als de andere boze geesten in de Evangeliën wist Satan wie Jezus is – de Zoon van God, de Heilige. Satan probeerde Jezus te porren om Goddelijke macht en status te misbruiken. Jezus doorzag duidelijk waar het Satan om ging en weerlegde hem met beslistheid, inzicht en gezag. Hij hield vast aan Gods woord. Op iedere bekoring van de Verleider antwoordt Hij met een woord uit de Schrift. Jezus maakte duidelijk dat Hij de wil van Zijn Vader zou doen en God niet op de proef zou stellen. Deze wil was dat Jezus zijn goddelijke liefde voor de mens zou tonen door de dood heen, dat Hij door de dood  niet overwonnen werd, maar dat de dood door Hem verslagen zou worden.

 

In zijn woestijnproef slaagde Jezus waar die generatie Joden faalde en Hij vervulde zo de door Mozes gegeven vermaningen. De houding die Jezus toonde in deze verleidingen bleef Hij trouw in zijn openbare leven en bovenal toen Hij zichzelf aan het kruis aanbood tot in de dood. Door dit alles bleef Hij Satan verslaan en beroven en bezorgde Hij ons eeuwige redding.

 

Jezus heeft zijn woestijnervaring gedeeld met zijn discipelen. Het werd vervolgens opgeschreven om alle latere volgelingen, inclusief ons, te helpen op onze tocht door het leven naar het beloofde land. Wat God voor ons deed door het kruis van Jezus, wil Hij ook in ons doen. Dat vereist dat we open staan voor  de Geest van Jezus en bereid zijn ons kruis op te nemen en Hem te volgen op weg naar Pasen. De Heer zelf, die voor ons vastte en tegen Satan voor ons streed, is bij ons om ons te helpen, als een meelevende hogepriester die onze worstelingen kent. Laten we Hem dus aan het begin van deze veertigdagentijd vragen om ons te bewegen ons lichaam en onze verlangens in toom te houden, en wat lastig is te. verdragen; hoe we God beter kunnen aanbidden in gebed; en, in plaats van tegen Hem te mopperen of Hem te testen, hoe we Hem kunnen dienen door gul te gehoorzamen aan zijn oproep om anderen lief te hebben, en daarbij te sterven aan ons egoïsme.

 

Wij worden uitgenodigd om woestijnervaring op te doen in deze tijd, en om daar sterker van te worden.  Beproevingen en moeilijkheden zijn er voldoende op ieders weg. We hoeven die niet extra te zoeken. Waar het ons misschien wel aan ontbreekt, en wat heel belangrijk is, dat wij het besef hebben dat we het niet alleen hoeven te doen, en dat ons leven ergens naartoe leidt. Dat wij op mogen gaan naar een eeuwig leven, iets waaraan veel mensen in onze dagen twijfelen, en vooral dat de Heer ons nabij is als onze vriend en tochtgenoot. Hij heeft als het ware een rugzakje vol versterkingen die Hij ons toestopt. Die nabijheid geeft ons nu al vreugde en hoop. Zo kunnen wij de moeilijkheden van dit leven aan, als mensen met een doel voor ogen en hoop in het hart, geleid door Gods liefde.

 

Amen

Br. Gerard Mathijsen

 

Lezingen: Deuteronomium 26:4-10 | Romeinen 10:8-13 | Lucas 4:1-13

 

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2025, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden