20220101 nieuwjaar Lucas 2,16-21
Weer beginnen wij een nieuw jaar. We reizen verder. Deze reis door de tijd hebben wij niet kunnen plannen, we hebben er enkel op kunnen hopen. Wij spreken tegenwoordig wel vaak over ‘tijd maken’, maar daarmee verraden wij onszelf. Onze samenleving heeft ondanks corona nog de illusie dat wij het leven zelf kunnen maken. Maar daarmee gaan wij ons boekje te buiten. En wat zouden we er niet mee winnen als we in het nieuwe jaar het heilloze pad van de maakbaarheid zouden verlaten?
Tijd maken, het zal ons niet lukken, we krijgen de tijd, zomaar, en aan ons is het die gegeven tijd dankbaar te ontvangen en gewetensvol te besteden.
Vandaag beginnen wij dus aan een nieuwe reis door de tijd. Waarheen hij leidt, we weten het niet, hoe lang die zal duren, we weten het niet. Het komt er enkel op aan met overgave en moed de reis aan te vangen, dankbaar dat ons de reis wordt aangeboden, gratis, als een Gods geschenk.
We hebben trouwens in de liturgie de afgelopen weken heel wat gereisd. En de ene reis was de andere niet. Maria vol vreugde op weg naar Elisabeth, Maria en Jozef vol zorg op weg naar Bethlehem, de herders vol verwachting naar de stal, Maria en Jozef op de terugreis vol angst op zoek naar Jezus, die in Jerusalem was achtergebleven. Maar vandaag lijkt het erop dat het evangelie een pas op de plaats maakt als we de reis van de herders even buiten beschouwing laten en inzoomen op de figuur van Maria. Zij lijkt vandaag stil te staan of stil te zitten, even niet onderweg, maar stil bij alles wat ze over Jezus hoort vertellen. En met Maria krijgen wij de mogelijkheid tot een pauze, tot een moment van stille overweging.
Mensen reizen door de tijd, mensen reizen door de ruimte en soms vallen ze stil zoals Maria vandaag. Of lijkt dat maar zo? Heeft zij misschien daar, plaats op de plek, toch nog een reis gemaakt. Hebben al die woorden die ze over Jezus heeft gehoord, niet alleen van de herders maar eerder al van de engel, haar een reis doen maken? Ze overwoog ze bij zichzelf hoorden wij vertellen. Zij maakten een reis door haar hoofd en haar hart. Langs welke plekken is zij gereisd en wat hebben die met haar gedaan? Wij kunnen er een vermoeden van krijgen als we zien hoe zij haar verdere levensweg heeft afgelegd. Stil blijft zij voor ons, nergens komt zij op de voorgrond en vrijwel nergens horen we haar spreken. Alleen op het eind van de levensreis van haar zoon komt zij weer uitdrukkelijk in beeld bij de apostel Johannes. Daar treffen wij haar aan onder het kruis van haar zoon. Zij staat er, sprakeloos, en ook daar is het aan ons om te peilen wat er in haar omgaat. Hoe heeft zij heel die weg afgelegd? Hoopte zij, was ze bang, vol zorg over haar zoon, wie zal het zeggen?
Reizen, die door de ruimte liggen door corona nog steeds aan banden, die door de tijd krijgen nu misschien meer ruimte. Want zouden we er niet aan winnen de vrijgekomen ruimte te benutten voor een stille tocht door de tijd die achter ons ligt en de tijd die wij nog hopen te ontvangen? Een reis met ons hoofd en ons hart, een reis van onze ziel, de innerlijke reis. Waar kom ik vandaan, wat is mijn bestemming? Wat heb ik gedaan op de afgelegde weg en waar zou ik mij aan willen wijden, als er nog een weg voor mij ligt? Was de reis die ik tot nu toe heb afgelegd de moeite waard of was het een weg die mij dwaalwegen deed gaan? Waarvoor heb ik geleefd, Waaruit heb ik geleefd, en hoe nu verder? Is er nog een weg, een reis te gaan?
Wij ontmoeten vandaag Maria, dit keer niet onderweg, maar stil en ingekeerd om de weg innerlijk te overzien, om zicht te krijgen wat het leven van haar vraagt, hoe ermee om te gaan. Wachter, waar loopt de weg?
Dat beeld uit het evangelie van die stille Maria zou het ons dit jaar niet als voorbeeld kunnen dienen? Wij leven in een maatschappij waar grote vragen op ons afkomen over de weg die we dienen te gaan. De meningen daarover zijn heel verschillend en de emoties lopen soms hoog op. Welke weg te gaan? Hoe het klimaatprobleem aan te pakken, hoe de crisis rond de migranten en wat doen met de problemen rond honger en armoede, om nog maar te zwijgen van de eenzaamheid en de zinloosheid die velen parten speelt. Wat is de weg? Wie Is de weg?
Maria heeft een time out genomen, zij luistert naar haar binnenkant, daar waar de stille stem van God fluistert en de zachte bries van de Geest richting wijst en verlichting schenkt. Daar gaat het niet om het grote gelijk van mij of jou, maar om de weg ten leven die wij samen hebben te gaan. Hoe samen verder, hoe samen de impasse doorstaan en stappen zetten die ons op de goede weg zetten, uitzicht bieden op leven in waarheid en gerechtigheid, vreugde en vrede voor allen.
Dat is niet iets van een dag en er dan weer vol tegenaan. Het is als bij Maria een leven lang luisteren om trouw te blijven aan de dienst aan het leven. Trouw aan de zoon die van zichzelf getuigt dat hij de weg is. Van Godswege aan ons gegeven om allen mee te nemen zodat niemand verdwaalt of verloren loopt.
Wij vieren vandaag het feest van Maria, de moeder van God. Die naam heeft zij gekregen na een lange en soms moeizame weg door het leven. Die titel ‘moeder van God’ is haar in de Christelijke traditie ten deel gevallen, omdat zij ruim baan heeft gemaakt voor de weg die Jezus te gaan had. Een weg die van zijn moeder een Godsgeloof vroeg. In stilte en vertrouwen heeft zij er zich aan gewaagd en er zich aan overgegeven. Als moeder van haar zoon, als moeder van de kerk, als moeder voor ons allen. Nemen wij de tijd om met haar te luisteren en gaan wij dan samen de weg, opdat het aanschijn der aarde zal worden vernieuwd. AMEN.
Abt Thijs Ketelaars