Soms staat er in het leven veel op het spel. Ja, voor velen in onze wereld staat vrijwel dagelijks alles op het spel. Je zult maar in Gaza of Oekraïne wonen of op een van die andere plekken waar de dood zich dagelijks aandient met het gezicht van oorlog, corruptie of met een rechtsorde die de waarheid en een eerlijk proces met voeten treedt.
Waar haalt een mens in zo’n situatie de moed en de kracht vandaan om toch te blijven vechten en hopen op toekomst?
We mogen ons gelukkig prijzen dat het boek van ons geloof die vraag niet schuwt, integendeel. De Schrift mag dan een weerbarstig boek zijn, waar we soms niet goed raad mee weten, maar één ding is zeker, het is geen zoetsappig verhaal, en vrome praat is niet zijn handelsmerk. Het is het verhaal van Abraham en diens nageslacht, mensen die met het leven hebben geworsteld en die worsteling te boek hebben gesteld om ons te leren hoe te leven en hoe te overleven. Hoe hoop te houden in tijden dat het nijpt en hoe elkaar te steunen en bij te staan als het erom spant.
Vandaag hebben wij een paar verhalen gehoord waar het erom gaat te overleven, de moed niet te verliezen, het vertrouwen niet op te geven in ogenschijnlijk uitzichtloze situaties.
De eerste lezing sprak van Mozes’ omhoog geheven handen tijdens de krijg met Amalek. Nu op tal van plaatsen religie wordt misbruikt als een wapen om mensen te lijf te gaan, hebben we misschien moeite met dat verhaal. Maar haak niet meteen af, want die episode heeft ons iets te vertellen. Het is een beeld van hoe het er in de wereld aan toegaat, hoe het eraan toe kan gaan. Mozes mobiliseert jan en alleman. Maar het is een zware en ongelijke strijd. Ze weren zich, maar brute kracht is niet voldoende om de dood te verslaan, die allesverslindende vijand van het leven. Dat was toen niet anders dan nu.
Maar hoe in die ongelijke strijd te volharden, waar haal je de moed en de kracht vandaan om niet op te geven en te blijven geloven in toekomst en leven? Mozes gaat de berg op om te bidden, om Gods hulp te vragen in de strijd. Maar ook het geloof en de moed van Mozes worden op de proef gesteld. Het duurt zo lang en nog is het einde niet in zicht. Hij dreigt zijn armen te laten zakken, hij brengt het niet meer op. Er zijn anderen nodig, die slappe armen en knikkende knieën moeten ondersteunen. Mozes bidt, hij bidt om het geloof niet te verliezen dat God een God van levenden is, dat Hij zijn belofte van leven gestand doet voor zijn beproefde volk. Het gaat er niet om dat anderen worden vernietigd, maar dat allen elkaar leven geven. Veelal wordt gedacht dat wij de ander daarvoor moeten uitschakelen of ombrengen. Maar dit is niet het hele verhaal, De Schrift leert ons ook dat Gods volk geroepen is om een zegen te zijn voor alle volken. Mozes bidt boven op de berg zoals later Jezus zal bidden in de hof en zijn leven inzet voor het heil en de zegen van alle volkeren.
Dat verhaal staat symbool voor de vele verhalen die er nog op volgen en waarin steeds weer gevochten wordt om de moed niet te verliezen op weg naar het beloofde land, want de dood heeft vele gezichten en duikt steeds weer op. We weten er allemaal van mee te praten, tot op de dag van vandaag. En steeds weer is de vraag: hoe houd je het vol, waar haal je de moed en het vertrouwen vandaan om niet op te geven en om je in te zetten voor een leven waar de dood niet het laatste woord heeft, maar waar het leven in Gods naam wordt gedeeld en gevierd.
En dan die weduwe uit het evangelie , of moeten we de blik eerder richten op de onrechtvaardige rechter? Hier staat meer op het spel dan het leven van een weduwe. Waar de rechtspraak wordt gecorrumpeerd of ten prooi valt aan manipulatie van binnen of van buiten uit, daar is het leven niet veilig meer. Van de rechtspraak vertelt de Schrift ons, dat zij door God gegeven is. Zij dient behoedster en dienares van de waarheid te zijn en niet handlanger van deze of gene partij. Dat daaraan wordt getornd in onze huidige samenleving is een slecht teken.
Die onrechtvaardige rechter kwijt zich niet van zijn taak. Die arme weduwe, iemand die in de samenleving geen gewicht in de schaal kan leggen, een marginale figuur, ze vindt bij hem geen gehoor. Maar ze is vasthoudend en laat zich niet afschepen. Ze blijft maar komen en tenslotte gaat de rechter overstag. Maar niet om het recht te laten wedervaren maar om niet langer belaagd te worden. Eigenbelang dus. Geen waarlijk helpende hand.
Waar haalt een mens de kracht vandaan om bij tegenkanting en aanvechting vol te houden, niet op te geven? Wanneer alle deuren gesloten lijken, wanneer je geen gehoor vindt en met het recht de hand wordt gelicht?
Eén is er die je niet vallen laat, zegt Jezus. Bij Hem kun je altijd met je verhaal terecht. Hij is het tegendeel van die onrechtvaardige rechter. Bij Hem staat de deur altijd open en hij gaat met je mee in uren van benauwing, al is het door de dood heen.
Mozes bidt in het uur van uiterste benauwenis, de weduwe, zij blijft kloppen en vragen, Jezus zelf, hij bidt zijn leven lang, zijn leven is één gebed, een zich toevertrouwen aan de Vader die zijn leven draagt en schraagt.
Hij roept ons vandaag op om ons leven met hem te verankeren in het gebed. Met woorden of zonder woorden, met opgeheven handen of in een stille hoek weggekropen. Je hoeft er niet voor te studeren, alleen maar binnen te gaan in de binnenkamer van je hart. Je daar toevertrouwen aan de Vader en vragen dat Hij de hoop en het geloof in ons sterkt en dat wij elkaar dragen en dienen op de weg die naar het leven leidt.
AMEN
br. abt Thijs Ketelaars
Lezingen: Ex 17,8-13; 2Tim 3,14-4,2; Lk 18,1-8
