Moge Hij heel de mensheid redden!
Zusters en broeders. Is Jezus werkelijk Koning? Het Nieuwe Testament erkent in Jezus de Christus, dat wil zeggen de Messias, de afstammeling van Koning David, die volgens het Oude Testament over de hele aarde zou regeren tegen het einde der tijden, wanneer uiteindelijk het Koninkrijk van God in al zijn volheid zou komen. In die zin wordt Jezus in het Nieuwe Testament Koning genoemd, Koning-Messias.
In de ogen van de Judeeërs die Jezus veroordeelden, en zijn Messiasschap niet erkenden, had Jezus deze titel van Koning onterecht opgeëist. Wat de Romeinen betreft, alle evangelisten laten zien dat Jezus door Pilatus werd ondervraagd en uiteindelijk ter dood werd veroordeeld onder de aanklacht dat Hij bevestigde
de “Koning der Joden” te zijn. Pilatus liet ook het opschrift maken dat boven het kruis van Jezus werd aangebracht: DIT IS DE KONING DER JODEN. De soldaten die Jezus kruisigden, keken naar dit opschrift boven het kruis. Ze bespotten deze Koning der Joden, zoals u zojuist in het evangelie van deze zondag hebt gehoord: “Als u de Koning der Joden bent, zeggen ze, red uzelf dan.”
Er zijn twee interpretaties van het koninkrijk van Christus, die van de Judeeërs en die van de Romeinen. De Romeinen begrepen natuurlijk het ware koningschap van Christus verkeerd. Jezus had terecht gezegd: “Ja, ik ben een Koning, maar mijn koninkrijk is niet van deze wereld.” Hij zou een concurrent zijn van Augustus. Wanneer latere joden-christenen het koningschap van Jezus belijden, wijken ze af van de strikt Joodse opvatting van een koninklijk messiasschap en belijden ze Jezus als Koning-Messias. Ze erkennen in hem de Zoon van David, die het Oude Testament had aangekondigd en door wie de Eeuwige de wereld, dat wil zeggen alle mensen, zou redden, een universeel koninkrijk, een universaliteit die het Oude Testament niet altijd duidelijk voorzag, maar die het Nieuwe Testament erkent.
Voor christenen uit het heidendom is Jezus ook koning. Voor hen, althans in de loop van de teksten in het Oude Testament, is de titel de term “koning”, toegepast op Jezus, het verwees in de eerste plaats naar de koninklijke macht van hun heidense keizers. Vóór hun bekering tot Christus Jezus hadden ze de Romeinse keizer aanbeden. In de Griekse en Romeinse wereld was de keizer een god. Hij werd de Kurios, de Heer, genoemd. Ze hadden een veelheid aan goden en heren, waaronder de keizer. Van deze werd redding en welzijn verwacht, en hij werd Redder genoemd, degene die redding en welzijn brengt, met alle goederen van de wereld en vooral vrede brengt. Deze begrippen van Koning-Heer, God en Redder, van eerder heidense oorsprong, verrijkten vervolgens enorm de christelijke opvatting van het messiaanse koninkrijk van Christus.
Christen geworden, aanbaden deze heidenen van gisteren niet langer de Romeinse keizer, maar Jezus van Nazareth, als hun ware Koning, Heer God en Redder. Ze hielpen christenen die uit het jodendom kwamen om de goddelijkheid van Christus Jezus gemakkelijker te herkennen. Ze hadden de titel van Heer die gereserveerd was voor de Eeuwige, de goddelijke titel bij uitstek, doorgegeven aan Jezus.
Het is “de Christus, onze Heer”, een formule die sindsdien voortdurend is herhaald in de liturgische vieringen, en die elke keer weer de christelijke belijdenis van de koninklijke heerschappij van Christus is. De Vader heeft alles in Zijn handen gelegd. Hij is de Heer van alles en iedereen. Goddelijke Heer, Hij is de Zoon van God in de sterkste zin van het woord. Hij is de Redder van de wereld, degene die ons alle goeds brengt, degene die alleen vrede kan geven, de universele Redder, degene die ieder mens redt.
Tot nu toe was de Eeuwige alleen de Redder. Sinds Jezus stierf en opstond, is het door Jezus dat de Eeuwige redt. En wij aanbidden de naam van Jezus, wat “de Heer redt” betekent. Hij is de KYRIOS, de PANTOKRATOR, de DOMINUS.
In het evangelie van deze zondag over Christus Koning
verschijnt Jezus als de Koning-Verlosser. Joden en heidenen spotten, de Joden met deze Koning-Messias, die zichzelf niet kan redden: “Als dit de Christus is, de Messias van God, – dan spotten de leiders van de Joden – , laat Hij “Zichzelf redden”, en spotten de heidenen van hun kant met deze Koning-Messias die zichzelf niet kan redden.
Alleen die ene, die naast Hem gekruisigd was, die wij de goede moordenaar noemen, die durfde zijn hoop te stellen op deze gekruisigde en tot het uiterste vernederde mens naast hem,
en daarom werd voor hem de poort naar het paradijs geopend. Hodie, vandaag.
Door zijn dood, in zijn ontlediging, redt Jezus, de Koning, ons
en opent hij de poorten van de hemel voor wie zich oprecht tot Hem keren en hun vertrouwen op Hem durven stellen.
Moge Hij heel de mensheid redden. Daarvoor willen wij samen bidden, vandaag en alle dagen.
Amen
Br. Gerard Mathijsen
