Preek 27 oktober 2024

Zondag 30 dhj B   27 oktober 2024

Jer 31, 7-9; Hebr. 5, 1-6; Mc. 10, 46-52.

Als Jezus Jericho verlaat is zijn einddoel Jeruzalem. Het zal zijn laatste reis zijn. De evangelist Lucas laat er geen twijfel over bestaan dat Jezus beseft dat lijden Hem wacht. Hij “verstrakte zijn gelaat” schrijft elders Lucas, maar ook onze Marcus tekent op dat Jezus er geen geheim van maakt dat Jezus verwacht in Jeruzalem te zullen worden overgeleverd, bespot en gekruisigd, maar ook dat Hij drie dagen na zijn dood zal opstaan. De leerlingen die Hem volgen zijn ongerust, en ook de menigte is bang. Toch volgen velen Hem. Bij het verlaten van Jericho passeert de stoet een blinde bedelaar langs de weg. Niets bijzonders, bij iedere stadspoort staan, zitten of liggen bedelaars, daar passeren de mensen, dat is de plek om een aalmoes te verwachten. De man heeft blijkbaar al iets opgevangen over Jezus. Immers: wie niet? Heel de stad was vol van de verhalen over zijn optreden. Misschien had hij wel gehoord wat wij weten van Lucas: dat Jezus in Jericho een merkwaardige ontmoeting had gehad met de oppertollenaar Zacheus, die in zijn verlangen om Jezus te zien in een boom was geklommen. Maar al zou Bartimeüs, zo heette deze bedelaar, hem dit nadoen, hem zou dat niet baten. Zacheus had als enige handicap dat hij klein was, maar Bartimeus was blind. Al zou hij in een boom klimmen dan zou hij Jezus niet kunnen zien. Oren had hij wel, want hij had goed opgevangen wat zich rond Jezus afspeelde, en verstand had hij ook, want hij begreep dat hier een kans voor hem lag. Hij had blijkbaar ook een krachtige stem, want zijn schreeuwen overstemde het rumoer van de mensenmassa. En moed had hij, want hij liet zich de mond niet snoeren.

Ondanks zijn weinig benijdenswaardige positie, te wijten aan zijn handicap, blijkt hij uitstekend geinformeerd, weet hij met die informatie zijn voordeel te doen, en de aandacht te trekken van Jezus, hoezeer die ook in beslag genomen zal zijn geweest door de menigte om hem heen en vooral door het besef van wat Hem te wachten stond.

En natuurlijk, zoals Jezus oog had voor Zacheus in zijn boom, zo had Hij ook oor voor Bartimeüs. Ondanks alle gedoe om Hem heen schonk Hij hem zijn volle aandacht. Mensen in de marge hadden en hebben altijd zijn bijzondere belangstelling.  Jezus liet de blinde naderbij komen: “roept hem eens hier.”  Meteen wierp Bartimeüs zijn mantel af, sprong op en kwam naar Hem toe. En wat wist hij zijn kairos, het juiste moment te benutten, het goede woord te vinden. Op de vraag: “Wat wilt ge dat Ik voor u doe?” had hij meteen zijn antwoord: “Rabbouni, maak dat ik zien kan!”  De reactie van de Heer  benadrukt het aandeel dat de blinde zelf heeft in de genezing. Hij zegt niet: Ik wil dat je ziet, maar: “Vat moed, uw geloof heeft u genezen.” Jezus zegt niet Ik geef je het gezicht: maar jij doet het zelf: door te geloven kun je zien. Geloven is kijken met het hart, geloven doet echt zien. Geloven opent de ogen. Bartimeus ziet iets in Jezus, anders zou hij niet zo hoopvol roepen.

Zusters en broeders, ik denk dat de blinde Bartimeüs ons een geweldige les geeft. Al is hij blind, hij heeft oog voor de mogelijkheid van het moment: hij grijpt zijn kans, hij durft te hopen. Zijn situatie lijkt uitzichtloos, maar hij zit niet bij de pakken neer. Kunnen wij ons misschien herkennen in zijn situatie? Hebben wij ook soms het gevoel dat het leven aan ons voorbijgaat, en wij aan de kant van de weg zitten, verlaten en verloren? Grijpen wij de kans en doen wij een dringend beroep op de Heer, niet eventjes en schuchter, maar aanhoudend en uit volle macht? En de mensen rondom Jezus: zien zij echt wie Hij is? Zien wij wie Jezus voor ons wil zijn?

De mensen die Jezus volgen op zijn weg.  Zij zien in Hem wellicht een politieke leider, een bevrijder die het juk van de Romeinse overheersing zal afwerpen, die het koninkrijk van David weer groot zal maken, maar zij zij dan niet ziende blind?

De twaalf uitverkoren leerlingen, die de boodschap van Jezus zullen moeten uitdragen, hebben zij een goed zicht op hun Meester, op zijn missie, op hun eigen taak?

Broeders en zusters, wij zijn hier samen in deze kerk, of wij volgen de dienst via internet omdat wij van Jezus hebben gehoord. Hij is op onze weg voorbijgekomen, omstuwd door een hele menigte van mensen, de mensen die Hij zelf heeft uitgekozen, de mensen die zich spontaan bij Hem hebben aangesloten, die nieuwsgierigen, de op sensatie belusten, ook mensen aan de kant van de weg, die opzij zijn gezet, die niet meetellen in de samenleving. Moge de Heer bewerken dat wij hen zien met nieuwe ogen, dat wij niet aan hen voorbijgaan, dat wij niemand afsnauwen, dat wij kijken met de ogen van Jezus, dat wij geloven dat Hij ons allen ziet, ieder van ons, dat Hij  aan niemand van ons voorbijgaat, maar dat het zijn zending is om onze vrede te zijn, ons van Godswege te troosten en te genezen, en te leiden naar het hemels koninkrijk.

br. Gerard Mathijsen osb

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden