Hoogfeest Benedictus 11 juli 2024

20240711 Benedictus  Spr. 2,1-9; Ef. 4,1-6; Mt. 19,27-29

Wij vieren vandaag voor de tweede maal dit jaar een hoogfeest van  vader Benedictus. Op 21 maart stond hij op de kalender als vader van monniken, vandaag op 11 juli als patroon van Europa.

Wat hebben wij Europa vandaag in naam van Benedictus aan te bieden? Welke woorden of begrippen komen je voor de geest als je die vraag wordt gesteld? Het zou aardig zijn als nu ieder pen en papier zou nemen en drie woorden zou noteren waarvan je meent dat ze onze samenleving ten goede zouden komen als ze er mee aan de slag zou gaan. Ik vermoed dat wij bij vergelijk een heel gevarieerde lijst zouden krijgen.

Benedictus en het Europa van de 21e eeuw. Je zou natuurlijk  hoofdstuk 7 naar voren kunnen schuiven. Want zij die twaalf trappen van nederigheid niet de ruggengraat van de spiritualiteit van Benedictus? Een suggestie die niet zomaar terzijde geschoven kan worden. Onze samenleving zou veel winnen als ze de juiste betekenis en toepassing van dat woord zou kennen. Alle verhoudingen en relaties nationaal, internationaal, in privé en in zakendoen zouden er baat bij hebben.

Maar misschien moeten we toch niet beginnen met ons pronkstuk als eerste aan te bieden. Dat geldstuk weet men misschien niet in kleinere partities te verdelen en dan komt het niet op de juiste manier in de roulatie. Wat te denken als we een kleiner muntstuk uit de schat van Benedictus als feestgave meenemen naar het patroonsfeest van Europa?  Nee, dat is dus niet om mensen het grote niet te gunnen of te min over hen te denken, er is een andere reden voor, die mijn een dezer dagen werd voorgehouden in de zin “wie het kleine niet leert, doet het grote verkeerd”. Als je in je jeugd de kleine dingen niet met aandacht en zorg leert doen, draag je die slechte gewoonte vermoedelijk heel je verdere leven mee bij al wat jij doet. Klein beginnen, met toeleg en verstand, met volharding en geduld. Ik stel dan voor onze samenleving als feestcadeau vandaag het eerste woord van de regel aan te reiken. Niks bijzonders op het eerste gezicht, maar o zo belangrijk, want zonder dat woord “luisteren” wordt het leven tot een kakofonie en blijft het grote ideaal van Benedictus een gemeenschap waar men elkaar met liefde en in vrede draagt, buiten bereik. Dat geldt voor de grote samenleving, dat geldt voor het kleine verband van een communiteit of een gezin.

We zien het om ons heen, in het klein en in het groot. Waar het luisteren niet wordt geleerd en niet de kwaliteit krijgt van een aandachtig horen met een open oor, onbevooroordeeld en ontvankelijk voor het verhaal van de ander, wat hebben wij daar te verhopen van het leven? Hoe tot een eerlijk verstaan en waarderen van een ander te komen als die fundamentele houding ontbreekt. Maar hoe krijgt dat luisteren vorm, welke leerschool moet je daarvoor volgen? Daar komt Benedictus ons te hulp, want al in de eerste regel van de proloog krijgt dat luisteren als parallel naast zich “neig het oor van je hart”. Luisteren is dus in zijn optiek iets anders dan zoveel mogelijk informatie vergaren. Luisteren  vraagt om meer dan het hoofd, het vraagt ook om andere zintuigen van de mens en het hart is daar niet het minste van. Nu lopen hart en hoofd niet zelden in een ander tempo en waar je het span niet bij elkaar houdt, gebeuren soms lelijke ongelukken. In onze samenleving, maar ook in ons eigen kleine bestaan valt heden ten dage door het gebruik van de techniek een ontwikkeling te bespeuren waarbij de snelheid hoofd en hart geen tijd meer gunnen om een woord of een verhaal echt binnen te laten komen. En daarmee raken wij aan een derde element van het echte luisteren. Het leven is zoveel meer dan een technisch proces, het is een ongelooflijk web van innerlijke verbindingen die tijd vragen om  op hun waarde te worden geschat. Dat besef je sterk wanneer je de taal van het hart, van de poëzie of van de muziek   probeert te verstaan en te smaken. Dat vergt tijd en oefening.

Maar waar luisteren wordt teruggebracht tot het traceren van tegenargumenten en het horen van verschillen die elkaar uitsluiten of buitensluiten, daar staat het leven zelf op het spel, iets wat aan de orde van de dag is. In politiek, in landsbestuur en  in internationale conflicten lijkt vaak alle bereidheid en vaardigheid om naar elkaar onbevooroordeeld te luisteren te ontbreken. Reden te meer om bij vader Benedictus, patroon van Europa, in de leer te gaan. Hij heeft immers niets anders willen stichten dat een school waar je leert luisteren zodat we de hartslag van het leven horen en de ruimte geven op alle niveaus van samenleven.

Luisteren, het is iets van het hoofd, van het hart, van tijd nemen en geven. Wie daar niet in investeert, komt nooit aan leven toe, hoe druk hij of zij zich ook maakt. Luisteren, het is een vorm van diepe aandacht waardoor het leven een heel andere kleur krijgt dan wat wij vaak meemaken. Het gesprek lijkt tegenwoordig eerder een veldslag in plaats van een broedplaats van nieuw leven.

Ik sluit daarom af met een  citaat dat ogenschijnlijk niet over luisteren gaat, maar de goede verstaander weet beter.

“Na de dood van Vermeer in 1675 geeft zijn weduwe twee schilderijen aan de bakker om een schuld  te delgen van meerdere jaren brood aankopen. Aan de ene kant de parelmoeren glans van de schilderijen, aan de ander kant de gouden korst van het warme brood; de ruil geeft de geest veel meer voldoening dan de tegenwoordig verplichte relatie tussen een meesterwerk en het geld. Het brood en de schoonheid zijn twee met elkaar vergelijkbare koninkrijken, twee onmiskenbare vormen van voedsel voor het eeuwig leven van elke dag”[1].

Moge Europa maar ook wijzelf nieuw leren horen om de verborgen glans van het leven te ontdekken, te behoeden en er samen in vrede voor te danken. AMEN.

Abt Thijs Ketelaars

[1] Christian Bobin

Nieuwsbrief

Schrijf u vrijblijvend in en blijf op de hoogte van de activiteiten van Abdij van Egmond.

We respecteren uw privacy. Sint-Adelbertabdij zal uw e-mailadres nooit delen met derden.
© 2024, Abdij van Egmond Algemene voorwaarden